Kenmerken van Hessenwegen Hessenwegen waren handels- en transportwegen, die vanaf de zeventiende eeuw vooral door het oostelijk deel van ons land liepen. Ze maakten, zonder de typisch Nederlandse benaming Hessenweg, deel uit van een internationaal netwerk van handels- en transportwegen, waarover goederen vaak in grote hoeveelheden en over grote afstanden werden vervoerd. Zoals eerder vermeld kwamen de meeste voerlui, in ons land allemaal Hessen genoemd, uit het gehele Duitstalige gebied. De forse karren en wagens zorgden voor een breed spoor, breder dan plaatselijk gebruikelijk, zodat zij deze wegen helemaal kapot reden. Dit tot grote er gernis van de plaatselijke gebruikers van de weg. Dat leidde er in de loop der tijd toe, dat deze Hessenkar- ren en -wagens geen gebruik meer mochten maken van grote delen van het bestaande wegennet en een nieuw spoor moesten trekken door nog niet ontgon nen gebied. Daarbij werden de nederzettingen (dor pen en steden) meestal ontweken. Een bijkomend voordeel voor het ontwijken van dorpen en steden zal voor de voerlui het op deze manier ontlopen van de tolbetalingen zijn geweest. Het rijden door eenzame niet ontgonnen gebieden, zoals de Veluwe, kon gevaarlijk zijn vanwege het gespuis dat hier vaak rondzwierf. Het gebeurde nogal eens, dat een eenzaam transport door hen werd overvallen. Daarom reden de voerlui deze gevaarlijke stukken meestal in konvooi. Een andere reden om gezamenlijk te reizen was het elkaar kunnen helpen wanneer een wegdeel zo moeilijk begaanbaar was, dat men elkaars hulp nodig had. Doordat de Hessenwegen veelal door eenzame, onontgonnen gebieden liepen, had dat ook tot gevolg, dat er op nogal afgelegen plekken - ongeveer een dagreis afstand van elkaar (ca. 30 tot 35 km.) - herbergen werden gebouwd, met grote doorrijschuren12, waarin de wagens 's nachts beschermd konden worden gestald. De 'Woeste Hoeve' tus sen Arnhem en Apeldoorn is hiervan een goed voorbeeld. Doordat sommige Hessenwegen veel gebruikt wer den, leidde dat tot het ontstaan van diepe sporen op de route. Zeker als de ondergrond door samenstel ling of weersomstandigheden slap was. Men loste het probleem van de diepe sporen op, door dan maar een nieuw spoor naast het oude te gaan maken. Dat leidde er toe, dat in sommige gebieden, vaak over de zoge naamde. 'gemene gronden'13, de naast elkaar gevormde sporen een breedte van soms een paar honderd meter konden hebben. Zeer tot ongenoegen van de boeren14. Later werden de wegen op veel plaatsen ingeperkt door greppels langs de wegen aan te leggen en de oude spo ren af en toe dicht te gooien, zodat er weer over heen gereden kon worden. Echt bestrate wegen had men in die tijd nog nauwelijks. De Hessenroutes in ons land Zoals eerder vermeld liepen de meeste Hessenwegen min of meer van het oosten naar westen door ons land (zie afb. 8). Ze liepen allemaal richting Amsterdam via Zwolle, Amersfoort en Utrecht. Amsterdam was het economische middelpunt van West-Europa in de zeventiende en achttiende eeuw. Door de slappe ondergrond in West-Nederland konden de zware karren en wagens daar echter niet altijd komen. Bovendien was het in Amsterdam erg druk. Daar om gingen ze, als ze al tot Amsterdam doorreisden, meestal maar tot Diemen. Daar werden de goederen overgela den op lichtere wagens en op boten. Maar veel vracht werd in Zwolle overgeladen op beurtschepen of trekschuiten en vervolgens naar Amsterdam gebracht. Daarom werd er vaak richting Zwolle gereden. Waarom er toch ook over de Veluwe gereden werd naar Harderwijk, Amersfoort en Utrecht, om vandaar de goederen per beurtschip of trek schuit naar Amsterdam te laten brengen, is niet duidelijk. Want de Veluwe overtrekken was bepaald niet gemakkelijk en niet zonder risico. Vanuit Amsterdam gingen weer allerlei goederen, o.a. Oosterse waren, mee terug richting de Duitse gebieden. Afb. 7. De zichtbaar gemaakte oude wagensporen in het Balloërveld in Drente. Dit zijn bijna zeker de sporen van de oude Hessenweg van Coevorden naar Groningen. Uitspanning'„3)? oud? woest? Hoeu?" onder Beekbergen Afb 8 De Woeste Hoeve aan het eind van de 1Qe eeuw

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2018 | | pagina 13