De naamgeving
Over de herkomst van het woord Hessen in de bena
ming Hessenwegen, Hessenkarren en Hessenwagens
zijn de geleerden het niet eens. Sommigen gaan er
van uit, dat het woord 'hes' een verbastering is van
het woord 'hers', dat paard betekent. Hessenwegen
zouden wegen zijn, waar het transport met behulp
van paarden werd gedaan. De meeste deskundigen
gaan er echter van uit dat de benaming Hessen te
maken heeft met de Duitse staat Hessen, waar in die
tijd veel koop- en voerlui vandaan kwamen.
Een aanwijzing in die richting geeft de 'Ordonnantie
op het wegh-gelt van het Loo op Deventer en Zut-
phen' (in het Groot Gelders placaet-boeck). Hierin heeft
men het over 'Hessense kaer'en Hessense wagen', met
andere woorden een kar en wagen uit Hessen.
Naast de benaming Hessenwagen werden vroeger soms ook wel eens de benamingen 'Duitsche wagen' en 'boven-
landse wagen' (afkomstig uit hoger gelegen gebieden dan het laaggelegen Nederland) gebruikt.
Hessenweg, Hessenkar en Hessenwagen waren destijds benamingen die alleen in ons land, in het aangrenzende
Münsterland en in België werden gebezigd. Als men in Duitsland de benaming Hessenkar en -wagen gebruikte, dan
kwam de kar of wagen ook echt uit Hessen. De algemeen gebruikte benaming bij de Duitsers voor 'onze' Hessenwa
gen was Frachtfuhrwagen.
Ook is het zo, dat men alleen in de hierboven genoemde gebieden hier en daar nog de benaming Hessenweg als
straatnaam tegenkomt, onder andere in Lochem. Dit ter herinnering aan de Duitse voerlui, die vroeger deze van de
gewone routes afwijkende wegen hebben laten ontstaan. In Duitsland zijn wel "Hessenstrassen", maar die benaming
heeft niets met Hessische voerlui te maken. Het is meer zoiets als de Amerikalaan, die her en der in ons land te vin
den is.
De Duitstalige1 voerlui waren van de vijftiende tot de
negentiende eeuw de belangrijkste vrachtvervoer
ders in Europa. Zij transporteerden op hun karren
en wagens2 allerhande waren3 over heel Europa: van
Antwerpen tot Novgorod4 en van Venetië tot Ham-
Op een tollijst uit Lünen (Noordrijn-Westfalen) voor
het jaar 1573/74 werden karren en wagens voor
transport over grote afstand vermeld, met namen als
"Bergsche Karren", "Bremmer Karren", "Keisse Karren"en
"Hessen Karren"en "Hessenwagen"5 (waarbij vermeld
staat, dat de Hessenkarren en -wagens het meest
op de lijst voorkwamen). In Lünen werd dus onder
scheid gemaakt in de benaming inzake de herkomst
der karren door in grote lijnen aan te geven waar ze
vandaan kwamen. In ons land, met name in het oos
ten en het aangrenzende Duitse gebied, werden alle
uit de Duitstalige gebieden afkomstige voerlui samengevoegd onder de noemer Hessen. Op één of andere manier
heeft die benaming zich hier zo vastgezet in het hoofd van de bewoners, dat de gelijkstelling van Duitstalige voer- en
kooplui en de Hessen een normale zaak werd. Zoals eerder vermeld gold dat ook voor het aangrenzende Münster
land. Dat laatste komt waarschijnlijk door de nauwe economische en culturele banden tussen beide gebieden tot in
de negentiende eeuw.
De regionale schrijver G.J. Klokman heeft het in het artikel 'De Lebbingh-Brugge'6 over 'Hessenkeerls', die met een
ezel-karavaan bij 'De Lebbenbrugge' aanlegden. De ezels waren beladen met 'marsen' (grote draagmanden) met al
lerlei goed, dat op (jaar)markten en boerderijen werd verkocht. Deze 'Hessenkeerls' kwamen echter helemaal niet uit
Hessen, maar uit het Noord-Duitse gebied.
Dat er zich onder de Duitstalige voerlui die naar ons land kwamen ook werkelijk Hessen bevonden, blijkt o.a. wel uit het volgen
de: in 1784 waren het Hessische voerlieden, die toestemming kregen van de Staten van Gelre om "in het wintersaisoen, wanneer
de grond hard bevroren, of door sware sneeuw de aangewezene weg niet op te speuren is" van de gewone wegen gebruik te maken.7
Afb. 2. Gevelsteen uit Zwolle, daterend uit de zeventiende eeuw. Hij is
afkomstig uit de Zwolse binnenstad, maar in 1986 herplaatst aan de
Thomas a Kempisstraat 38 aldaar
Afb. 3. Duitse Frachtfuhrwagen rond 1800 in Hamburg