Mr. C. J. SICKESZ,
Heden overleed in don ouder
dom van C5 jaren, my n goliofde
Echtgenoot,
oud-Directeur-Generaal van
Landbotnv.
Meran, 19,2 1904.
U. SICKESZ-
YAK BAULK?GEN.
"Wbgens verblijf in het bui
tenland eenige on algemeone
kennisgeving.
aanwezigen in het Duitsch. Ten slotte werd nog het
woord gevoerd, eveneens in het Duitsch, door den
ondervoorzitter der Heidemaatschappij, mr. Alph. Van
Rijckevorssel. Alles was hoogst eenvoudig dus, en wel
heel anders dan het geval zou zijn geweest wanneer
de begrafenis bij u te lande had plaats gehad8". Het
'Levensbericht van C.J. Sickesz' in het Jaarboek van de
Maatschappij der Nederlandse Letterkunde, 1905 ver
telt het volgende over de begrafenis: "Hoezeer Sickesz
zich ook in zijn tweede vaderland bemind had weten
te maken en hoezeer hij daar de algemeene achting
had verworven, daarvan legde de groote belangstel
ling gedurende zijn laatste ziekte aan den dag gelegd,
een welsprekend getuigenis af. De deelneming bij
zijn overlijden bij rijk en arm was dan ook algemeen.
Op de mare van zijn dood werd ten teeken van rouw
van de kerk de zwarte vlag uitgestoken en luidde de
kerkklok dagelijks van 12-1 uur tot op den dag der
begrafenis. Op het nieuwe kerkhof, door hem zelf
ontworpen, werd hij begraven en werden zijne ver
diensten herdacht, o.a. door den ondervoorzitter der
Nederlandsche Heidemaatschappij, die namens die
vereeniging eenige gevoelvolle woorden sprak van
weemoedige hulde. Zijn graf dekt thans een groote
steen van porphier met een medaillon van graniet,
waarop enkel vermeld staat Sickesz' naam met den
datum en het jaartal van zijn geboorte en overlijden"9.
Mevrouw Sickesz van Harlingen keerde later terug
naar De Cloese, waar zij in 1907 overleed. Zij werd bij
haar vader op de Barchemse begraafplaats begraven,
ver van haar geliefde echtgenoot Cornelis.
7 h r (f s:
I i.lALl.l
UL4»U/
(i vmjL yüfjy.
Een bescheiden hereniging
Op een hete zondag in augustus 2017 brengen we
een bezoek aan het mooie Merano in het noorden
van Italië. Op het programma staat niet alleen de
bezichtiging van het oude stadje met zijn bijzon
dere architectuur, maar ook een tocht over de
protestantse begraafplaats, in de hoop er het graf
van mr. C.J. Sickesz te vinden en een mooie foto
te kunnen maken voor het boek over kasteel De
Cloese dat in de maak is.
Het wordt een ware speurtocht. De begraafplaats
is snel gevonden. Het terrein ligt op enige afstand
ten westen van de oude stad en is bereikbaar via
een poort met een monumentaal hekwerk. Bij
binnenkomst valt het oog op een mooi, wit ge
schilderd gebouw met zuilenportaal en een groot
kruis op het dak. Het dient als kapel, baarhuis,
bergplaats en onderkomen voor de beheerder,
die in de verte met kruiwagen en gereedschap in
de weer is. Binnen de wit gekalkte ommuring van
de begraafplaats strekt zich een mooi aangelegd
terrein uit met prachtige oude bomen en histo
rische en nieuwe graftekens zo ver het oog reikt.
Het zoeken wordt bemoeilijkt omdat het oudste
deel van de begraafplaats gedeeltelijk is geruimd
en een goede plattegrond ontbreekt. Overal staan
informatiebordjes over bekende Meraners die hier
liggen begraven. Een internationaal gezelschap,
afkomstig uit alle windstreken van Europa. We zien
opvallend veel Nederlandse familienamen, maar
waar is het graf van Sickesz? Het zal toch niet zijn
geruimd? En het zal toch, gezien zijn status, niet op
de minste plek op de begraafplaats liggen? Inmid
dels zijn we in gesprek geraakt met de nieuwsgierig
geworden beheerder, een vriendelijke man die
zoals gebruikelijk in dit tweetalige deel van Italië
goed Duits spreekt. Hem zegt de naam "Sickesz"
niets en hij is verbaasd als hij hoort dat "onze" Sic
kesz een bekende Meraner is geweest, aan de wieg
heeft gestaan van deze begraafplaats en mogelijk,
zoals het eerder geciteerde krantenartikel betoogt,
zelfs het ontwerp heeft gemaakt. Ook hij heeft geen
idee of het graf er nog is. Terwijl we verder zoeken
komt de beheerder even later weer tevoorschijn,
nu met een oud, vergeeld boek, waarin alle bijzet
tingen zijn opgetekend vanaf het oprichtingsjaar
van de begraafplaats. En daarin vinden we onder
Rotterdamsch handelsblad, 19 februari 1904
,1 j fd Vt
Marmeren plaquette op het graf van Maria Sickesz-van Harlingen
op de begraafplaats van Barchem, 2017.