Meer molens in Lochem en omgeving
De beide stadsmolens waren niet de enige molens
in Lochem en omgeving. Naast water- en windmo
lens kende het gebied ook meerdere rosmolens.
Die konden zowel op boerderijen gevonden wor
den als in de stad. Bij een rosmolen liet men een
paard rondlopen om de molenstenen hun maal- of
perswerk te laten doen. Zij kwamen vroeger veel
voor. In de oude archieven zijn ze echter nauwelijks
vastgelegd. Bekend is dat erin 1827 in Laren nog
tenminste twee rosmolens waren (voor het persen
van raapolie). Ook binnen de stad Lochem staan er
voor die tijd twee aangegeven: één als oliemolen en
één als pelmolen.
Naast de Lochemse watermolen is er rond 1490 ook
een watermolen in Verwolde geweest. Hij schijnt
maar korte tijd, ongeveer achttien jaar, te hebben
bestaan. Rond 1510 moet hij zijn vernield bij de
belegering van het kasteel. Volgens de vermelding
in het boek van Herman Hagens lag deze molen bij
erve Groot Bekman. De molenkolk moet nog te zien
zijn.
Wat de windmolens betreft waren er naast de oude
stadsmolen en de al kort aangegeven bovenkruier
op de Paasberg meer molens. De volgende qua
ouderdom was de molen in Groot Dochteren. Bij de
oprichting van de hervormde gemeente Laren (Gld.)
in 1684 werd ene Gerret Arentsen ingeschreven met
als beroep "mulder in Dochteren". De kans is groot
dat er toen al een molen (ook een standerdmolen)
in Groot Dochteren stond. Groot Dochteren behoor
de tot het grondgebied van Laren. Laren telde rond
1900 nog twee molens, beide dichtbij de dorpskom:
de ene aan de Zutphenseweg (een stellingmolen,
bouwjaar ca. 1825) en de ander aan de Holtense-
weg (een beltmolen, bouwjaar ca.1850).
Dan waren er nog drie molens te vinden in het
buurtschap Zwiep. Natuurlijk de bekende Zwiepse
molen van Postel (een stellingmolen, bouwjaar
1851). Dit is de enige molen, die er nog steeds staat
en ook nog functioneert! Maar Zwiep heeft nog
twee molens gekend. Molens waar echter nauwe
lijks iets over bekend is. Ze staan gelukkig beide
wel op enkele door het Verfraaiings-Gezelschap van
Lochem uitgegeven wandelkaarten (meerdere uit
gaven: van 1886 - 1917) aangegeven. Ook het 'Pa
norama van de Belvédère vanaf de Lochemse berg'
(ook een uitgave van het Verfraaiings-Gezelschap)
laat de beide molens in 1900 zien. De ene (gete
kend als standerdmolen) stond op de Zuider Enk
dichtbij boerderij Harkink. De andere stond eerst bij
boerderij Denneboom en verhuisde later iets ver
der op naar de Molendijk. Wat voor molen het was,
weten we niet. Wel bekend is dat er op boerderij
Denneboom, waar de molen eerst naast stond, een
timmerman woonde, die hout voor eigen gebruik
zaagde. De molen bij Harkink moet door bliksemin
slag zijn afgebrand en de molen aan de Molendijk
moet in brand zijn gevlogen, doordat men bij sterke
wind te veel zeil voerde. Hierdoor ging de molen te
snel draaien. In een poging de molen af te remmen
vloog deze in brand. Molenaar Evert Postel van de
Zwiepse molen heeft dit zien gebeuren.
Dan was er nog een kleine zogenaamde poldermo
len aan de Berkel halverwege Lochem en Langen,
met het doel overtollig water af te voeren. Maar
deze heeft er niet lang gestaan.
En tenslotte was er nog de molen van Reudink. De
molen aan de Berkel bij de stad, die zo vaak gefoto
grafeerd en geschilderd is. Deze molen werd rond
1825 gebouwd in opdracht van Lodewijk Gustaaf
Berends, griffier bij het kantongerecht in Lochem.
Berends was niet de molenaar. Dichtbij de molen
stond het kleine huisje van de werkelijke molenaar.
In 1851 kocht Jan Reudink de molen, die eigenlijk
de naam 'De Hoop' droeg, maar later door iedereen
de molen van Reudink werd genoemd. De molen
werd in 1915 ontwiekt. Het bedrijf draaide verder
met behulp van eerst een stoommachine, later een
gasgenerator en nog weer later op elektriciteit.
Er rest Lochem nog één prachtige molen, de Zwiep-
se molen, die gelukkig door liefhebbers in stand
wordt gehouden en ook nog steeds goed functio
neert.
Afb. 17 Vier Lochemse molens op de Panorama-kaart van de Belvédère uit 1900; de beide Paasbergmolens, de molen van Reudink aan de
Berkel en helemaal rechts de nauwelijks bekende molen, die bij boerderij Harkink in Langen heeft gestaan.