C -
i a
'V,
'sactTL
NlW/
r.Vyyj
Lochem
h n
Paasberg. De schilder van dit tafereel was de huis
schilder Wilhelm Christiaan Lichtendahl uit Lochem.
Het werk is wat minder vakkundig, maar het geeft,
net als het werk er boven, een goed beeld van de
situering van de molens aan de rand van de berg en
de afstand tot de stad. Op beide afbeeldingen ziet u
ook iets van de hooibergen tussen de molen en de
stad (als 'horrea' vermeld op de tekening van Jacob
van Deventer). De molen was heel lang alleen in
gebruik als korenmolen. Pas later werd er op boven
verdieping een runmolen geplaatst.
De tijdelijke verplaatsing van de standerdmolen van de
berg naar de stad
Verscheidene mensen hebben zich in het verleden
afgevraagd, hoe dat nu zit met de Lochemse
standerdmolen, die op een vroege kaart getekend is
ten zuiden van Lochem en op latere kaarten binnen
de stad. Op jongere kaarten is de molen weer te zien
ten zuiden van de stad.
Bijna zeker heeft dat te maken gehad met de Tachtig
jarige Oorlog (1568 - 1648). De korenmolens waren
in die tijd erg belangrijk, omdat ze zorgden voor
meel om brood te kunnen bakken. Dat gold voor de
bewoners van het platteland, voor de stedelingen,
maar ook voor de soldaten van vriend en vijand.
Graan konden de fourageurs van een leger vaak met
enige moeite nog wel in handen krijgen, maar daar
moest dan vervolgens wel meel van gemaakt kunnen
worden. En daarvoor hadden ze een maalderij nodig,
dus een korenmolen.
Nu was het vroeger in tijden van oorlog vaak zo, dat
wanneer een leger een gebied aan de vijand moest
afstaan, de tactiek van de verschroeide aarde werd
toegepast. Alles werd verbrand waar de tegenstan
der nut van kon hebben: boerderijen en kastelen,
maar zeker ook de in het gebied gelegen molens.
Toen de bisschop van Munster in 1666 Lochem in
nam werd in de Gudulakerk alles kort en klein ge
slagen. De vrijgekomen ruimte liet hij gebruiken
om er de veldovens te plaatsen om brood te bakken
voor de eigen troepen. Toen de soldaten later weer
verdreven waren en de stad haar wonden likte, bleek
dat er enorm geplunderd en vernield was. Er heerste
ook grote honger. Als men al graan kon vinden, dan
kon men het niet malen, want de molens waren ka
potgeslagen, zowel de wind- als de watermolen.
De korenmolen op de Paasberg zal tijdens die lang
durige Tachtigjarige oorlog, waarbij veel strijd in
onze omgeving plaats vond, meerdere keren het
slachtoffer zijn geweest van stropende en vernie
lende troepen, van zowel vriend7 als vijand. En dat,
terwijl hij zo 'brood'nodig was om de bevolking van
Lochem van meel te voorzien. Mogelijk is de molen
gedurende de strijd op enig moment vernield en
hebben de Lochemers het verstandiger gevonden
een nieuwe molen binnen de stadsmuren op te
bouwen.
\v
Afb. 11 Gedeelte uit gravure van Gioseppe Gamurini uit 1609
uit
gravure
Afb. 12 Gedeelte uit de tekening van Nicolaas van Geelkercken uit
1643
Afb. 13 Gedeelte uit de schets van Isaac van Geelkercken uit 1660
5
y
t-l/l -C