onder buitenkerkelijke arbeiders. Noordmans las,
tussen de regels door, dat Buskes een beetje neer
gebogen ging onder zijn werk. Noordmans schreef
Buskes daarom een brieve, waarin hij hem troostende
en bemoedigende teksten aanreikte. Hiermee stak hij
hem een hart onder de riem. Noordmans laat hiermee
zien hoezeer hij begaan is met het lot van zijn mede
mens. In een brieve gaat hem dat kennelijk veel beter
af dan in een ontmoeting. Dit gebaar droeg er toe bij,
dat Buskes in de ban raakte van Noordmans. In een
publicatie uit 1959 (11), herdenkt hij Noordmans met
eerbied en dankbaarheid. Buskes liet ook een kritisch
geluid horen. In 1939 was Buskes met zijn vrouw
op vakantie in Lochem. Zij gingen in Laren kerken.
Buskes herinnerde zich: 'Niet een bijzonder mooie kerk.
Ouderwetse banken. Stofvrij was de kerk niet. De lampen
waren bepaald lelijk. Noordmans was geen redenaar.
Hij praatte meer dan hij preekte. Geen toga. Een uiterst
sobere liturgie'.
1944-1945
Sprekende uitingen van waarvoor Noordmans
stond en hoe hij dat uitdroeg zijn ook de brie
ven aan zijn kinderen. Geschreven in de meest
benarde tijd van de Tweede Wereldoorlog, 1944
1945. Voor Noordmans viel dat samen met het
verplichte (en door hem verfoeide) emeritaat, met
het overlijden van zijn oudste zoon en met zijn af
scheid van de gemeente Laren. Daar kwam bij dat
hij de pastorie moest verlaten; zijn inboedel en bi
bliotheek waren her en der verspreid, terwijl hij en
zijn vrouw telkens op nieuwe adressen in het dorp
gehuisvest werden. Zijn dochter verbleef in Put
ten ten tijde van de razzia aldaar en zijn jongste
zoon was onderduiker. Op 6 februari 1944 schrijft
Noordmans: 'Het koninkrijk der hemelen is nabij
gekomen, maar kan nu nog alleen geloofd worden.
Door dit geloof blijft de ziel van een mens levend;
hij kan niet sterven als hij gelooft. Er zijn ook veel
dode zielen, maar in dit leven kunnen zij nog levend
worden. Een gelovige ziel heeft een zekere macht
over andere zielen; er is leven in; hoop en liefde, die
van God komen. En dat zijn krachten, waardoor de
wereld overwonnen wordt. Er is niemand die deze
macht kan verbreken en zij zal ook nooit verbroken
worden. Geloof je, dat het geloof en de hoop en de
liefde ooit uit de wereld zullen gaan? Het zijn gaven
van de Heilige Geest en die Geest komt van Jezus en
Jezus komt van de Vader. Nu het allerbeste en vele
groeten je Vader.'
Een intense beleving in de Achterhoekse natuur
Uit het volgende fragment blijkt hoe gevoelig Noord
mans is en hoe hij dat uitdrukt in beelden. Een biogra
fisch fragment bij uitstek, uit de omgeving van Almen.
Aan het eind van een drukke dag overvalt Noordmans
een intense beleving in de Achterhoekse natuur, op
weg naar Laren. In 1948 schreef hij in het blad "In de
Waagschaal" de meditatie "Wijding". Deze meditatie
is opgenomen in de bundel "Gods Poorten", uitgege
ven in 1949 (12). Hij vertelt daarin over voornoemde
fietstocht in de Achterhoek, 'langs de wegen van dorp
tot dorp, door het bos, over de hei'. Hij laat weten dat
de graad van helderheid van zijn bewustzijn daarbij
tot ongeveer de helft van de gewone waarde ver
minderde. Voor de andere helft werd die volkomen
geabsorbeerd door de apotheose die zijn omgeving
bij haar overgave aan de zon onderging. Licht en kleu
ren triomfeerden, alle geluid verstierf en elk woord
verstilde. Met het voortschrijden van de namiddag
scheen de orgie van licht nog toe te nemen. 'Het
geel nam iets af; het rood kreeg de overhand. Het blad
hernam zijn rechten tegenover de zon. Tot ik op een punt
kwam, waar dit rood alles om mij heen als in vlammen
zette. Hier scheen de natuur letterlijk behekst en kwam
ik ook zelf onder een vreemde betovering. Het was alsof
uit het bosschage satyrs te voorschijn konden springen
en naast een eik een roodgeaderde demonische gestalte
kon staan. De natuur kreeg iets dreigends en gevaarlijks,
alsof een afgrond zich ineens kon openen, waarin men
levend ter helle kon varen. - Toen ik zover gekomen was,
werd plotseling het uitzicht vrij en in het vrijgekomen
segment stond 'Almens kerkje', waarin het massieve mid
deleeuwse doopvont. De ban was gebroken en ik kon in
geestelijke nuchterheid de weg naar huis inslaan.,
Aan het eind van deze beleving geeft Noordmans zich
rekenschap van het doopvont in het Almense kerkje.
Zo maakt hij duidelijk dat Christus van een andere
orde is dan de natuur, het thema in 'Herschepping'
(1934).
Tot slot
Uit deze biografische schets van dr. Oepke Noord
mans (1871-1956) komt een beeld naar voren van
een begaafd man, die begaan is met het lot van
zijn medemens, staat voor zijn ambt en roeping
en dat met verve uitdraagt. Het geloof stelt hem
daartoe instaat. Het geloof maakt het de gevoe
lige Noordmans mogelijk in het reine te komen en
te blijven met innerlijke en uiterlijke beperkingen.
Dit aanhoudende lastige proces van beproevingen
lijkt bij hem een vitale en vruchtbare bodem op te
leveren voor studie en een aanhoudende stroom
publicaties in vakbladen op theologisch gebied.
Veelal schreef hij 'naar aanleiding van', 'in gesprek
met' of 'op verzoek van'. Zo'n twintig personen
hebben over zijn werk en leven een dissertatie
geschreven. In de stilte van zijn studeerkamer kan
de belezen theoloog in geschreven teksten (me
ditaties) zijn ervaringen origineel, beeldend en
treffend verwoorden in poëtische taal en een tref
zekere compositie. Zo groeit hij uit tot een groot
theoloog. Menigeen in den lande is hij met zijn teksten,
ook wel voorzien van een biografische inslag, tot op de