De toegang tot de toren werd toen voor een aantal jaren verpacht aan de pachter van hotel de 'Dolle Hoed'. Deze had er ook alle belang bij, in verband met zijn eigen nering, dat de loop naar de toren goed op gang bleef. Deze verpachting bleef waar schijnlijk van kracht tot het faillissement van de 'Dolle Hoed' in 1926 want in 1927 kreeg de heer H. Hoekstra de verkoop van de toegangskaartjes in handen. Samen met zijn vrouw exploiteerde hij ook de theetent met zitjes aan de voet van de toren, zo dat de bezoekers daar lekker konden bijkomen van hun klim naar het uitkijkplatform of van hun wande ling over de berg. Al die artikelen, advertenties en mond tot mond re clame zorgden ervoor, dat de 'Dolle Hoed' in de loop der jaren steeds meer gasten en bezoekers kreeg. Onder de gasten waren er velen, die jaar na jaar kwa men, omdat het hen zo goed beviel. Het leidde er ook toe, dat een aantal van hen zich een vakantiehuis in Lochem of in de buurt van de 'Dolle Hoed' liet bouwen. Dat deed bijvoorbeeld de familie Van Essen in 1906 dichtbij de 'Dolle Hoed' met hun vakantievilla 'de Kieszak'. En niet veel later liet ook de familie Van der Meulen, die meerdere jaren haar vakantie op de 'Dolle Hoed' had doorge bracht, naast de 'Kieszak', huize 'Mus' bouwen. Zo is waarschijnlijk ook de eerder vermelde architect Jacob van den Ban er toe gekomen om huize 'De Enk' in de buurt van de 'Dolle Hoed' laten bouwen. De teloorgang Op 1 juni 1913 overleed Gerrit Willem Kloosterboer, slechts 56 jaar oud. Dat zal een behoorlijke klap voor zijn vrouw en kinderen zijn geweest. Daarmee was de aanjager van het succesvol functioneren van de uitspanning verdwenen. Jan Klein Egelink schreef er in zijn eerder aangehaalde artikel het volgende over: "Hoewel het de eerste jaren na zijn overlijden nog wel meeviel - zijn weduwe en haar zonen hadden de lei ding overgenomen - floreerde het horecabedrijf gelei delijk niet meer zo goed. Pieter Alexander Kloosterboer, geboren 1892, en zijn broer Henri Johan, geboren 1896, runden de zaak tot respectievelijk 1921 en 1926. Pieter Alexander huwde met Adriana (Ada) Compagne8 uit Borculo; ze kregen twee kinderen; om onbekende redenen vertrokken ze in 1921 naar Lochem en vestigden zich op de Nieuwstad. Op 1 december 1923 werd Piet zetbaas/ kastelein op de Schouwburg. Henri Johan huwde op 8 mei 1925 met Maria Elisabeth Sommers uit Zutphen. Ze kre gen één dochter, te weten Frederica Wilhelmina, geboren 16-2-1926. Op 23-12-1926 vertrok ook deze familie naar Lochem. Ze vestigden zich in de Kastanjelaan 25. Toen Pieter Alexander in 1921 naar Lochem vertrok, werd de weduwe Wilhelmina Kloosterboer-Hulscher weer of ficieel hoofd van het bedrijf. Ze was toen 56 jaar. Ofschoon er in die tijd toch nog wel veel te doen was in en bij de Dollehoed, schijnt het bedrijf financieel behoorlijk in de knoei te zijn geraakt, hoewel er voordien, vooral onder de oude Kloosterboer, goud verdiend leek te zijn. Uiteindelijk, in 1926, kwam het faillissement en de oude mevrouw Kloosterboer vertrok van de Dollehoed. Ze vestigde zich in een huisje iets verderop. Twee jaar later, op 6 augustus 1928, zei ze het plekje, dat haar zo lief was en waar ze zolang met haar man gewerkt had, vaarwel. Als hotel hield de oude Dollehoed in 1926 op te bestaan." Het ging dus binnen de leiding op de 'Dolle Hoed' na het overlijden van vader Gerrit Willem niet goed. Mo gelijk kon zoon Pieter Alexander, bij het overlijden van zijn vader 21 jaar, samen met zijn broer Henri Johan, toen nog maar 17 jaar, het bedrijf niet goed runnen of niet goed overleg plegen met zijn moeder die zich zeker volop met het bedrijf bleef bemoeien. Ze was ook op de 'Dolle Hoed' blijven wonen. Mogelijk liep ook de klandizie terug. De 'Belvédère' verloor ook steeds meer van zijn aantrekkelijkheid. Ondanks het feit, dat de to ren enkele keren verhoogd werd lukte het nauwelijks of niet om boven de steeds maar doorgroeiende boom toppen uit te komen. Feit is, dat Pieter Alexander in 1921 uit het bedrijf stapte. Hij vertrok met zijn vrouw en kinderen naar Hilversum, waar hij bij hotel 'Corvin' ging werken. Een half jaar later vestigden ze zich in Lochem, waar Pieter Alexander kastelein werd bij de Lochemse schouw burg. Dat werk heeft hij in ieder geval tot 1935, maar mogelijk nog wat langer, gedaan. Maar daarna is hij als nachtwaker bij een particulier nachtbeveiligingsbedrijf gaan werken. Zo blijkt uit het Lochemse bevolkingsre gister, waar 'kastelein' staat doorgestreept en is vervan gen door 'nachtwaker'. Zijn broer Henri Johan heeft het nog tot 1926 volge- Gerrit Willem Kloosterboer in de deuropening van zijn hotel restaurant.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2017 | | pagina 20