oude boerderij hebben bevonden. Dit gastenhuis is ook te zien op de foto hiernaast uit latere tijd7. De boerderij was inmiddels vervangen door een modern, nieuw pand, meer geschikt voor horecadoeleinden. Uit het daaronderstaand artikeltje in de 'Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant' van 29 juli 1878 blijkt dat men in de tijd van Wunderink voor 'school reisjes' al volop gebruik maakte van de uitspanning. Bijna 25 jaar beheerde de familie Wun derink deze zo gunstig en fraai gele gen onderneming aan de voet van de Lochemse berg. In 1888 deed ze het bedrijf, boerderij en herberg/logement, over aan Gerrit Willem Kloosterboer. De Dolle Hoed onder de familie Klooster boer Kloosterboer en zijn vrouw Wilhelmina Hulscher waren energieke mensen. Toen ze het bedrijf pachtten, was het eigenlijk nog steeds niet veel meer dan een boerenbedrijf met daaraan gekop peld een eenvoudige logement-her- berggelegenheid. De nieuwe bewoner liet de herberg voor eigen rekening vergroten en moderniseren. Zo werd de 'Dolle Hoed' omstreeks 1890 een behoorlijk hotel. Geleidelijk aan kwa men er steeds meer gasten, vooral lieden die behoefte hadden aan frisse, gezonde lucht. Borculo, 26 Juli. Gistereu werd aau de leerlingen der opeab. school, die gedurende het afgeloopen schooljaar niet meer dan 15 schooltijden verzuimd hadden, door een hier bestaande ver eniging een prettigen dag „ezorgd. In 17 wagens reed men om streeks 11 uur, met de feestcommissie voorop, van het schoolplein af, naar Ruurlo en van daar naar de uitspanning „Dollehoed", in de nabijheid van Lochem. Na daar den namiddag doorgebracht te hebben en ruimschoots onthaald te zijn geworden, kwam men te uur weer te Borculo aan. Dank zij het schoone weer, de ïjve- nge zorg van de onderwijzers en de commissie, liep alles in de beste orde af. Het schoolverzuim is hier gedurende de drie jaren dat men zulk een feest gegeven heeft, sterk afgenomen. Jan Klein Egelink meldde in zijn eerder genoemde artikel in de Belvédère: "Al heel spoedig boerden Gerrit Willem en echtgenote Wilhelmina heel goed. Ze werden toen ook eigenaar. Omdat ze het onmogelijk alleen konden bolwerken, werd professioneel personeel aangetrokken, kelners, schoonmakers en tuinlieden. Er waren tijden dat ze 26 personen in dienst hadden. In de grote tuin wer den diverse bijeenkomsten gehouden. Vooral tijdens de hoogtijdagen, als Hemelvaart en Pinksteren, vervoerde hij (de tram) veel dagjesmen sen, die een bezoek brachten aan de Lochemse berg en de 'Belvédère' op de berg er tegenover. Verschil lende verenigingen brachten er op een vrolijke manier de dag door. Ook stond er een stoomcarrou- sel die veel bezoekers trok. Voorts werden er jaarlijks schoolreisjes naar toe gehouden van scholen uit de omgeving. 's Zomers werden er ook veel concerten gegeven door de plaatselijke muziekverenigingen Aeolus en Ad- IIUMMELO. Maandagmorgen had het in 't Vrijdag nummer aangekondigde schoolreisje, voor de meisjesnaaischool te Hummelo plaats. Van daar ging het in drie rijtuigen over Ruurlo naar Lochem, aldaar werd uitgespannen in 't Logement (de Dolle hoed). Na wat gebruikt te hebben werd naar de Lochemsche berg en anzichttoren gewandeld; veel werd hier ge noten, zoodat haast te gauw de dag om was. Vandaar ging het over Baak naar Hummelo terug alwaar ze 's avonds hoogst voldaan ten negen uur terug kwamen. Het weer was den geheelen dag prachtig. M Uit de'Provinciale Overijsselsche en Zwolsche Courant'van 29 juli 1878'. Graafschap-bode 21-7-1914

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2017 | | pagina 16