zgn. Hessenweg, zo genoemd omdat er veel Duitse
kooplieden (de zgn. Hessen) gebruik van maakten
om hun waren vanuit het Münsterland naar Zut-
phen en verder ons land in te transporteren.
Het op bladzijde 14 afgebeelde afgebeelde ge
deelte uit de kaart van de Graafschap door C.J.
Visscher uit 16306 geeft dat beeld duidelijk weer.
Onder Lochem door zien we de kooplieden langs
de Lochemseberg trekken, komend uit, of gaand
in de richting van het Münsterland, via Groenlo
en Borculo. Bijna iedereen kent de uitspanning
en het boerderijmuseum 'De Lebbenbrugge' bij
Borculo (op bovenstaand kaartje is in de vouw in
het midden rechts van 'Borkeloo' onduidelijk de
naam "Lebbing brugh" te lezen). Dit is ook ooit als
een boerenbedrijf begonnen en werd later uitge
breid tot tolhuis en drukbezochte herberg. Zo zijn
er meer.
De glorietijd
Met de vestiging van Derk Wunderink en zijn
vrouw Catrina Garritsen op de 'Dolle Hoed', begin
jaren 60 van de negentiende eeuw, begon langza
merhand de succestijd van de uitspanning.
rrij Lochem, in het Logement
»De dolle Hoede, zijn van af 1
Mei tot 15 Juni nog eenige Kamers
Disponibel met Bediening. Zeer
geschikt voor een familie die eenigen
tijd in deze gezonde boschrijke stre
ken wil doorbrengen. Nadere in
lichtingen verstrekt gaarne de Loge
menthouder WUNDERINK aldaar.
Het echtpaar deed veel moeite hun logement/her
berg onder de aandacht van de mensen te bren
gen, onder andere door het plaatsen van kleine
advertenties in dagbladen.
Het stel had de tijd mee want er was een aantal
ontwikkelingen in gang gekomen die grote in
vloed hadden op de welvaart van de mensen en
op de mogelijkheden van vervoer. Het was de
tijd van de opkomst van de stoommachine en
daarmee van de ontwikkeling van de moderne
industrie en het transport. Het leidde er toe dat
een steeds groter deel van de bevolking meer te
besteden kreeg en meer vrije tijd had. En dankzij
vervoersmogelijkheden als stoomtrein en stoom
tram werden de mensen in staat gesteld hun vrije
tijd ook verder van huis door te brengen. Eerst
gold dat nog voornamelijk voor de bovenlaag van
de bevolking maar allengs kregen steeds meer
mensen de mogelijkheid.
Lochem kreeg in 1865 een (Staats)spoorverbinding
met Zutphen en Hengelo. En in 1885 werd de stoom
tramverbinding van de G.O.S.M. tussen Deventer en
Borculo in gebruik genomen. Daarmee had Lochem,
maar ook de 'Dolle Hoed' met zijn tramhalte voor de
deur, een goede verbinding gekregen met andere
delen van ons land.
Ondernemende Lochemers richtten in dezelfde
periode (1885) het Verfraaiings-Gezelschap op, een
voorloper van de huidige VVV. Het doel was het
bevorderen van het toerisme. Het liet om die reden
wandelpaden aanleggen, plaatste banken op mooie
plekjes, zorgde voor bewegwijzering en besloot tot
de bouw van een publiekstrekker, de Belvédère. Ook
gaf het VG de Kleine gids voor Lochem en Omstreken
uit met toeristische informatie, een wandelkaart en
een panoramisch over
zicht vanuit die Belvédère,
en het besloot samen
met een aantal hotel- en
pensionhouders om te
gaan adverteren in lande
lijke bladen. Bladen, als
De Aarde en haar Volken
en Eigen Haard, die vooral
gelezen werden door
welgestelde families, de
potentiële klanten.
Het moet het echtpaar
Wunderink zijn geweest,
dat het gastenverblijf
naast het oude boerde
rijtje heeft laten zetten
(zie de tekening van J.A.
Staring hiernaast). De her
berg zal zich nog wel in de
Artikel uit het 'Nieuws van den Dag' van 16 april 1883.
Hierboven de'Dolle Hoed'zoals het er rond 1870 volgens J.A. Staring moet hebben uitgezien. Deze
tekening is te vinden in zijn boekje 'Kroniek van Lochem'.