Remonstrantsche Broederschap. Ds. A. K. E. Horst,
predikant te Lochem, heeft onder vele blijken van
belangstelling, zijne 25-jarige ambtsvervulling aldaar
gevierd.
Eene commissie had zich gevormd ter aanbieding
van een huldeblijk, hetwelk den jubelaris werd over
handigd met een album, inhoudende de namen der
deelnemers.
Het Album
U ziet op de afbeelding links boven de buitenkant van
het 'Album', daarnaast de rijkversierde eerste pagina
en hiernaast de tweede pagina met de namen van de
organisatoren van het huldeblijk.
Daarna volgt nog een aantal bladzijden met de na
men van personen, die hebben bijgedragen aan het
geschenk, dat ds. Horst bij zijn jubileum werd over
handigd.
De band is bekleed met zwart leer met daarin gepers
te motieven ter verfraaiing. Hij is wel wat beschadigd,
alsof men hem veel in handen heeft gehad en er veel
mee heeft gesleept. Het binnenblok is echter gaaf.
Wat voor geschiedenis het 'Album' achter de rug heeft,
weten we niet. Ds. Horst zal er zelf beslist voorzichtig
mee zijn omgegaan, maar daar is ergens na zijn over
lijden in 1931 in Velp duidelijk verandering in geko
men. Uiteindelijk hebben wij het enigszins geblutst
in handen gekregen via iemand uit Haarle in Salland.
Het geeft me wel een prettig gevoel, dat het boek nu
weer in de plaats aanwezig is, waar het destijds aan
ds. Horst destijds werd overhandigd. Het Genoot
schap heeft het 'Album' met eerbied in haar archief
opgenomen.
Ds. A.K.E. Horst
Anne Karel Eliza Horst was namelijk niet zo maar een
Lochemse predikant. Hij heeft, samen met een aantal
andere vooraanstaande Lochemse burgers, veel voor
de stad en haar inwoners betekend.
Gedurende de laatste helft van de negentiende en de
eerste helft van de twintigste eeuw kende Lochem
een vooruitstrevende groep notabelen, die de stad
met een zekere vaart de nieuwe eeuw in hebben
geduwd. Dat waren met name de nieuwe burgemees
ter Tjepke Haitsma Mulier, die in 1880 naar Lochem
kwam, de gebroeders Marinus, Gerrit en Nicolaas
Naeff, van de gelijknamige leerfabriek Naeff, de ge
broeders L. en A.J. Reerink, aannemers, de uit Twello
afkomstige rentenier W.O. Kerkhoven, J.A. Staring,
gemeentesecretaris en later secretaris van het water
schap De Berkel en predikant A.K.E. Horst.
Zij zorgden er voor, dat Lochem zich ontwikkelde van
een ingeslapen stadje, tot een bloeiende gemeente
met tal van 'moderne voorzieningen', dus tot een aan
gename woonstad.
Een belangrijke rol in de ontwikkeling van Lochem in
die jaren heeft de aanleg van de spoorlijn en de tram
lijn gespeeld. Daardoor werd de stad goed bereikbaar
vanuit andere delen van ons land. Bovengenoemde
heren zagen de mogelijkheden. Deze nieuwe trans
portmogelijkheden boden de kans aan Lochem voor
de ontwikkeling van de industrie en het toerisme en
tevens als een aantrekkelijke woonplek voor gefortu-
neerden.
Ds. Horst stond mede aan de wieg van het Verfraai
ingsgezelschap (1888), de voorganger van de huidige
VVV. Hij was ook nauw betrokken bij de oprichting
van de vereniging Het Ziekenhuis (1890). Daarnaast
was hij de voorzitter van de commissie tot oprich
ting van het Volkshuis, dat in 1892 feestelijk werd
geopend. Voor het jaar 1887 staat hij vermeld als
de voorzitter van de afdeling Lochem-Laren van de
'Vereeniging Nederlandsch Mettray'. Deze vereniging
had als doel om hulpbehoevende en verwaarloosde
knapen in een landbouwkolonie onder te brengen
om hen daar opvoeding, onderdak en een opleiding
te geven. Ook zat hij in het bestuur ter oprichting van
een ambachtsschool in Lochem.
Ds. A.K.E. Horst, geboren 25 sept. 1852 te Angerlo, was
van 1878 tot 1882 Nederlands Hervormde predikant
te Barchem en van 1882 tot 1919 de eerste predikant
van de in 1879 ontstane Remonstrantse Gemeente te
Lochem. Hij wordt omschreven als "een slanke, rijzige
man met een heel lange in tweeën gedeelde baard.
Als hij sprak, placht zijn hand na elke welluidende
volzin die baard in volle lengte te strelen, ter accentu
ering van wat gezegd was".
Omstreeks 1900 had hij een rubriek in de Lochemsche
Courant. Onder de titel 'Belvédèretjes' hield hij hierin
zijn beschouwingen over allerlei gebeurtenissen.
In 1884 trouwde hij met de Lochemse Maria Aleida
Jannink. Het echtpaar kreeg geen kinderen.
Ondanks het feit, dat zijn traktement in Lochem altijd
aan de lage kant is gebleven en hij verschillende
keren in andere gemeenten (Friedrichstad, Gouda,
Amersfoort en Alkmaar) beroepen werd, besloot hij
telkens om toch in Lochem te blijven.
Pas na zijn emeritaat in 1919 verhuisde het echtpaar
Horst naar Velp. Hier overleed zijn vrouw in 1920. Hij
overleefde haar nog 11 jaar. In 1931 overleed ook hij,
78 jaar oud.
Het geschenk
Waaruit het geschenk bestond, dat ds. Horst bij zijn
25-jarig ambtsjubileum werd aangeboden, heb ik ner
gens kunnen achterhalen. In de oude kranten is niets
anders te vinden, dan de volgende vermelding 'Het
nieuws van den dag: kleine courant' 4-5-1907):
Over het geschenk zelf laat men ons in het ongewisse.