Pieter Leendert van der Harst en Clara
Elisabeth Janssen
Een spraakmakend echtpaar
Eddy ter Braak
De beide namen in de titel van dit artikel zullen de meesten van u niets zeggen. In de oude Lo-
chemse bevolkingsregisters komt u ze ook niet tegen. Maar wel in die van Gorssel en Laren. Rond
1918 bewoonde het echtpaar huize De Ehze in Almen en later, rond 1928, huize Het Onland in
Barchem. Zij waren de initiators van het P.W. Janssenziekenhuis in Almen (nu Hotel Landgoed
Ehzerwold) en Huize P.W. Janssen in Barchem (op de plek van het vroegere hotel De Dolle Hoed).
Beide instellingen zijn ondertussen al weer uit onze omgeving verdwenen.
Clara Elisabeth Janssen
Zij was de jongste dochter van de schatrijke Am
sterdamse ondernemer en filantroop Peter Wilhelm
Janssen en zijn vrouw Folmina Margaretha Peters. Het
echtpaar had zeven kinderen.
P.W. Janssen kwam oorspronkelijk van het Duitse ei
land Wangerooge. Hij vertrok als jonge man naar Am
sterdam, omdat hij dacht dat daar voor hem meer za
kelijke kansen zouden liggen. Die waren er inderdaad
voor hem. Eerst was hij werkzaam in de tabakshandel
en later in de graanhandel. Met de laatste werd hij
behoorlijk rijk. Maar toen hij door tabakshandelaar
Nienhuys bij diens handel betrokken werd - samen
richtten ze in 1869 de Deli Maatschappij op - leverde
hem dat binnen enkele jaren een enorm fortuin op1.
In 1898 trok hij zich op 77-jarige leeftijd als zeer gefor
tuneerd man uit zijn handelszaken terug. H.C. van den
Honert nam de leiding over. De beide zoons van P.W.
Janssen bleven bij de zaak betrokken. Gestimuleerd
door zijn oudste zoon Christian Wilhelm besloot Peter
een deel van zijn verdiende geld aan goede doelen
te gaan besteden, meestal ten behoeve van sociaal
zwakken en minderbedeelden2.
Zoon Christian Wilhelm was al vroeg een zeer sociaal
betrokken mens. Toen hij in 1889 op Sumatra een
plantage overnam, ondernam hij al gauw initiatieven
om de gezondheidstoestand en het opleidingsniveau
van zijn werknemers ter plekke te verbeteren. Dat was
in die tijd heel ongebruikelijk.
Hij was in 1896 medeoprichter (samen met Hélène
Mercier) en eerste directeur van de N.V. Bouwonder
neming 'Jordaan', welke als doel had goede woningen
te bouwen voor de arbeidende klasse. Daarnaast was
hij ook medeoprichter en financier (met zijn vader)