Tijdens de zomercursussen sliepen de deelnemers in
hotels of bij particulieren in Barchem. In 1918 werd de
houten keukenloods in gebruik genomen. Deze keu-
kenloods lag aan de huidige weg die naar de kapel
leidt vanaf de Bergweg.
Slaaphuisjes
Het slapen in hotels en bij particulieren werd toch als
niet ideaal ervaren en zo ontstond het plan om enkele
slaaphuisjes op het terrein te bouwen. Uiteindelijk gaf
men aan het verenigingslid G.J. Postel Hzn opdracht
om een viertal slaaphuisjes te ontwerpen, met in
totaal 64 slaapplaatsen. In 1922 is de oplevering van
de vier slaaphuisjes, elk vernoemd naar een van de
vier evangelisten, een feit. Soberheid was troef in deze
slaaphuisjes, getuige de bijgaande foto's.
Centraal gebouw
Men kon dus nu in eigen gebouwen lezingen volgen
(kapel), slapen (slaaphuisjes), eten koken (keuken-
loods) en eten in een tent, maar een centraal gebouw
voor een meer permanent verblijf was een grote wens
van de Vereniging.
Het aanbod van de baronesse om een van haar boer
derijen daarvoor te gebruiken en zelfs op haar kosten
de boerderij te verbouwen leek het bestuur geen
goed plan. De boerderij was mogelijk te klein en ge
legen aan de drukke doorgaande weg naar Lochem,
met een tram voor de deur.
Uiteindelijk was er voldoende geld geleend voor de
nieuwbouw, wederom naar ontwerp van architect
Postel.
In 1920 koopt men voor een zeer symbolisch bedrag
het complete landgoed van de baronesse. De Vereni
ging is tot 2012 eigenaar gebleven van het landgoed.
Zomercursus 2 september 1915.
Foto afkomstig uit de privécollectie van mevrouw L.Y. Brouwer-Schouten te Groenekan, kleindochter van Hendrik Copijn.
De houten keukenloods 1918