de naam slag gebruikt: Leenslagen, Huntelerslag en Harckincksslach. Met 'broek' werd een stuk laag land of moerassige weide bedoeld, het is eigenlijk een benaming voor woeste grond, maar een broek door de betere ontwa tering tegenwoordig als grasland gebruikt. Ook voor deze grond had de marke regels zo blijkt uit het Markeboek van Zwiep en Boschheurne in 1532: "Niemant sal paerden op de gemeente (grond in gemeenschappelijk bezit die niet ontgonnen was) off Swijperbroek moge drijven, dan eerst een winter op den stal gehadt hebben, bij verbeurte van een kroon voor den erffmarkenrighter, en een ton bier van ijder peert". De betekenis van 'laar' is een intensief door de mens gebruikt stuk van een bos of een open plek. Aoverlaor (1460 Aeverlaer, aver over), Neerlaar (1378 Nederlar) ook bekend als Niejloor. Ook de boerderijnaam Roeler (met aangrenzende percelen Roelers- en Röwlersveld) zal van oorsprong een laar-naam zijn. Roeler/Röwler komt via Rouweler uit Rouwelaar. 'Rouw' heeft de betekenis van 'ruig van begroeiing'. Op een kaart uit 1727 is het Rouweler ingetekend als een naam van een stuk woeste grond, niet ver van 'Scholten plaets' en 'het Hassselde', in 1646/47 nog Hasselaer genoemd. De benaming 'horst' wordt gebruikt voor een bos schage met bosheide begroeide hoogte in laagland. Een laagte, al dan niet door afgraving ontstaan, is vaak een gat of koele. De Zandkoele, de Witte Wievenkoele. De Braomkoele was vroeger een ruigte. De naam komt in 1646/47 voor als land 'an de Braemkuijl' van Willem Scholte (Langen). Veldnamen zijn ook vaak gebruikt als huisnaam. Denk hierbij aan Schoneveld. Zo werd een ontgonnen veld genoemd dat schoon gemaakt, dus ontgonnen, was. Ook komen we voor nieuw ontgonnen land wel de benaming Nie/Nijland of Nijkamp tegen. Namen met horst en haar, dat een een hoogte in het veld bete kent, komen voor in Horstman, Zoetenhorst en Weg- horst. Hutteman in Zwiep, werd begin 1800 de Haar genoemd, wat erop duidt dat het op een hoogte lag. Wengerman zou komen van wenge of wange, dat vroeger een afhellend stuk grasland betekende, en dat vookomt langs een rivier, hier de Berkel. 'Slag' werd ook vaak gebruikt voor een laag gelegen soort grond, en dat vinden we dan weer in de huisna men Slagman, Leenslag of gewoon 't Slag. Daarnaast heb je ook het gebruik van 'man', Bosman, Broekman, Goorman, Fleer- of Flierman, Zeggetman en Rietman. Kornegoor of Koirngoor komt van 'korn' een uitspraak variant van 'kraan', volgens BJ.Hekket in het boek Oost-Nederlandse familienamen. De naam is dan gelijk aan Kranegoor, dat je in Verwolde tegenkomt. Een verhaal dat voorkomt in het boekje 'Transvaal dat ligt in Reurle', de al genoemde uitgave van Historische Vereniging Old Reurle van veldnamen, wil ik u niet onthouden. Het gaat over een naam die tot de verbeelding spreekt en die velen al heeft bezig gehouden 'Loer- haze', tussen de Veenweg en de Dollehoedsdijk. 'Et zol te maken hemm' met streupers', wordt door sommige wel beweerd, maar waarschijnlijk is de fantasie van de mensen hier op drift geraakt. Want wat er dan met die 'streupers' aan de hand was, blijft duister. Taalkundigen hebben er echter ook wel eens hun tanden op stuk gebeten. Volgens deze deskundigen heeft 'loer' gewoon te maken met loeren, een woord wat we ook nu nog wel kennen in de betekenis van gluren, in de gaten houden. 'Haas' of 'haze' zou in de oude taal van deze streken (naast andere beteke nissen) zoveel betekenen als heuvel of hoogte die begroeid was of waarop bos stond. In Twente en in Duitsland (Lauerhaas) komt de naam ook voor. Kortom: Loerhaze zou zoveel betekenen als uitkijk- heuvel, een hoogte van waaraf de omliggende stre ken en wegen in het oog werden gehouden door de 'loerwachter'. Het klinkt allemaal best aannemelijk, al is er van een hoogte op de plaats van de huidige Loer haze absoluut geen sprake meer. Maar er zijn dan ook al weer vele eeuwen verstreken en is het gebied zoals de gehele omgeving van Barchem grondig veranderd. Naast de veldnaam Loerhaze bestaat er ook nog de boerderij van dezelfde naam, dat in vroeger jaren het buitenhuis van de burgemeestersfamilie Sölner was. Een oude gevelsteen met 1861 is in de huidige wo ning ingemetseld. Wie er oog voor heeft, kan door de oude veld- en boerderijnamen nog de sporen vinden van de oude agrarische samenleving. Gelukkig kunnen we zo, doordat velen de namen hebben vastgelegd, 'het boek van het oude landschap' van Barchem en omge ving, weliswaar met enige moeite en hulp, nog steeds 'lezen'. Boerderij Loerhaze

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2016 | | pagina 25