Nieuwsbrief 38 van 21 december 1948 bestaat in zijn geheel uit een nogal stichtelijke overpein
zing:
No.30. Lochem, 27 December '48»
Beate vüenden
Uren, dagenmaandenJaren, vliegen ale een schaduw heer! "3 staan aan
de drempel van het Jear 1948, nog een wijle en de klok zal voor het laatst
in dit Jaar haar 12 slagen laten horen. Wat vliegt de tijd. Het is niet bij
te houden. Aan het begin van 1948 haddencwij allen nog zulke plannen, een
vol Jaar voor ons en nu., zo goed als weer voorbij. Het doet ons denken aan
de woorden: Da tijd vliegt snel, gebruikt haar wel! Als men op de laatste
dag van het Jaar samen is, kan het niet anders of we voelen, dat verleden
even weemoedig aan.Het is tenslotte toch Bcheiden.Traditiegetrouw gaan op
het platteland velen op de laatste dag van het Jaar naar het ouderlijk huis.
Zouden we op die laatste dag van het Jaar door bijzond re omstandigheden niet
in het ouderlijk huis kunnen zijn, dan toch zijn onze gedachten daar en dan
zitten we toch een ogenblik in de familiekring bij de warme haard, '.7e beleven
sanen een weemoedig scheiden maar ook een blij verwachten! Wat zal 1949 bren
gen? Gelukkig dat wij Jongeren hoe arm ons volk ook is, geworden aan idealen
toch altijd nog weer idealistischer zijn dan vele ouderen.Dat past ons,
ook in de nood van deze tijd. En al zullen al die idealen niet verwezelijkt
'orden, ook in 1949 niet, wij zijn in verwachting en het geeft ons moed!
wöge ook Jullie vrienden in lndonesi=e de moed bezitten in deze harde dagen
het nieuwe Jaar blijmoedig in te gaan. Een gezegend nieuwjaar!!
Wat de toekomst brengen moge, mij geleidt des Heeren hand,
Moedig sla ik dus de ogen naar het onbekende land.
Leer mij volgen zonder vragen, Vader, wat gij doet is goed,
Leer mij slechts het heden dragen met een rustig, kalm gemoed!
In nummer 39 vermeldt Nijhof na de traditionele nieuwjaarswens voor de jongens in 'wel zeer bij
zondere omstandigheden' het prachtige weer, 'zeer gunstig voor de landbouw' Het is goed weer
voor het uitstrooien van de kunstmeststoffen, die weer goed verkrijgbaar zijn. In Lochem komt
misschien een centrale administratie voor rundveefokverenigingen. In Friesland gaat men bevers
fokken. De mond-en klauwzeerepidemie breidt zich uit. De tbc-bestrijding wordt flink ter hand
genomen.
Alsof de schrijver zelf wat moeite heeft met dit serieuze nieuws, gooit hij het roer om en komt hij
met enkele onschuldige soldatenmopjes.
Kapitein: Sergeant, doet die man daar zo schutterig?
Sergeant: Hij is in het burgerleven kantoorklerk, kapitein, en als ik op de plaats rust
commandeer, probeert hij altijd zijn geweer achter zijn oor te steken.
Hierna weer wat plaatselijk nieuws: in café Bosch in Barchem vond een 'ontwikkelingsavond'
plaats van de VZOD en BOG. De leiding was in handen van de heer Beumer, die na de volkszang
een praatje hield over het dialect. Hij wees erop dat er niets op tegen was dialect te spreken,
althans tegenover personen die het dialect verstaan. Het dialect zal z.i. verdwijnen om plaats te
maken voor het Nederlands. Hij hoopte dat het dialect 'door verruwing niet in minder aanzien zou
geraken'. De heer Beumer las daarna nog enige verhalen in dialect voor en begeleidde even later
de volkszang op viool. 'Om 10 uur gingen allen iets verrijkter huiswaarts,' besluit Nijhof, wat zuinig
jes.
Terwijl de situatie in Nederlands-Indië door de guerrillatactiek van het Indonesische leger allengs
gevaarlijker wordt, begint in Lochem het normale leven op gang te komen. In Nieuwsbrief 40 van
10 januari 1949 meldt Gerrit Nijhof dat de praatavonden in de buurtschappen van de bedrijfs
voorlichting veel belangstelling hebben getrokken. De centralisatie van de veefokverenigingen
krijgt ook alle aandacht. De fokveedagen, onder andere in Laren, worden een groot succes ge
noemd. Het gaat goed met de export van stamboekvee: voor bijna 5 miljoen gulden. Niet zonder
humor vertelt Nijhof dat er op De Heest onder toezicht van een landbouwkundig ingenieur een
ooievaarsnest is gebouwd en hij vraagt zich af of dit te maken heeft met de verhoging van de
kinderbijslag.
De nieuwsbrieven van 16 en 23 januari openen beide met een kort weerbericht: het is prachtig
zacht winterweer, 'bijna net zo mild als bij jullie' Maar daarna gaat het in de nummers erna weer
snel over broedprogramma's voor kuikens, EHBO-cursussen op het platteland, het tekort aan bij-