Grote plannen in een kleine stad
Ik beperk me hier in het volgende overzicht tot de
notulen van maart 1910 tot december 1911. Het jaar
1910 was voor de beide Lochemse sociëteiten en ook
voor de gehele Lochemse gemeenschap een belangrijk
jaar. Steeds vaker en steeds luider waren er in Lochem
stemmen opgegaan dat een stad als Lochem het niet
kon stellen zonder een goede zaal voor concerten en
toneelvoorstellingen. In vele steden zoals Zutphen en
Deventer zien we dat de besloten accommodaties van
sociëteiten openbare toneel- en concertzalen wor
den. Dat betekende niet dat daar de sociëteiten zich
openstelden voor jan-en-alleman, maar wel dat ze hun
ruimten beschikbaar stelden voor allerlei gezellige, ook
voor niet-leden toegankelijke evenementen. En dat
was in Lochem niet anders. In Lochem speelden hierbij
de benarde financiële situatie van De Eendracht en de
druk van de z.g. Garantenvereniging, die zich vanaf haar
oprichting in 1879 bezighield met het organiseren van
allerlei culturele avonden, een niet onbelangrijke rol.
Doorslag evenwel gaf de brand in 1908 in de concertzaal
van De Eendracht. Een commissie uit de sociale boven
laag van de Lochemse bevolking, die al enige tijd pleitte
voor een 'concertzaal voor de gehele bevolking', wist nu
beide sociëteiten tot fusie met behoud van eigenheid te
bewegen en zo de oprichting van de Lochemse schouw
burg mogelijk te maken.
Ondertussen was in 1892 achter de sociëteit De Een
dracht het Volkshuis tot stand gekomen, waarin naast
een badhuis, spaarbank, bibliotheek ook een feestzaal
was opgenomen. Met de beide sociëteiten en de nieuwe
concertzaal was in het begin van de nieuwe eeuw een
heus cultureel kwartier ontstaan, waarin de gegoede
burgerij zich na gedane arbeid of na het dolce-far-niente
kon ontspannen. Even verderop, net buiten de singel
gracht, aan de Burgemeester Leenstraat, had de tim
merman Jan Olthoff in 1894 een catechisatiegebouwtje
gesticht waarbij een zaaltje en een koffiekamer hoorde.
Het gebouw met de naam De Toekomst werd vanaf 1910
door de Lochemse Geheelonthoudersvereniging ge
huurd, die het op haar beurt regelmatig verhuurde voor
al aan verenigingen met links-politieke signatuur, zodat
ook Lochem beschikte over een kleine 'rode burcht'. Wie
de sociale structuur zou willen schetsen van Lochem in
de jaren vlak voor de Eerste Wereldoorlog, kan dat doen
aan de hand van de stadsplattegrond van die jaren.
Zouden de notulen van De Harmonie ons enig inzicht
kunnen geven in de perikelen die zich bij de stichting
van schouwburg en nieuwe sociëteit in 1910 voorde
den? Want dat de fusie van beide sociëteiten en de
stichting van de schouwburg de Lochemse gemoederen
in beroering brachten, mogen we uitgaande van wat Van
Hoorn over de jaren rond de eeuwwisseling meldde, wel
aannemen.
De emoties waren in 1908 hoog opgelopen, toen het
bestuur van De Eendracht in mei tijdens de ledenverga
dering naar voren bracht dat de gebouwen èn de kas in
'bedroevende toestand' verkeerden. In juli 1908 krijgen
de leden over de bouwkundige toestand het volgende
te lezen: 'de toestand van het dak en de concertzaal en
de kasteleinswoning is van dien aard, dat in instorting
binnen afzienbaren tijd dreigt; de dennenpalen van het
dak zijn doorgerot, de buitenmuur is weggezakt, de
zoldering hangt aan ijzerdraden, waarvan er reeds één is
doorgeknapt; in één woord: de toestand is van dien aard
dat het Bestuur de verantwoordelijkheid niet op zich
durft te nemen: de concertzaal is onmiddellijk voor het
publiek gesloten'. 3
Enkele leden, onder wie de heer Franken, directeur
van de lederfabriek Naeff, dus niet de eerste de beste,
opperden het voorstel om een aantal tijdelijke voorzie-
w Kaart Gemeente Lochem 1811-1936 (RAZ, arch.nr. 1.002), waarop aangegeven de gebouwen met een culturele functie (Archief R.A.Z.,
Zutphen)
Op deze kaart van Lochem staan de genoemde verenigingszalen en de schouwburg. Daarnaast telde Lochem ook een tiental hotels
6 en cafés, die ook aan verenigingen gelegenheid gaven om bijeen te komen]