Frederik Postel, de opmerkelijke
levensgeschiedenis van een
economische vluchteling uit de
achttiende eeuw
Eddy ter Braak
Frederik Postel was tapper, herbergier, logementhouder, landbouwer, koopman, waagmeester,
deurwaarder en in 1795 één van de in totaal 1356 inwoners van de Stad Lochem. In dit artikel vindt
u het levensverhaal van deze ondernemende man uit Saksen, die in 1788 in het Burgerboek van
Lochem werd ingeschreven. Hij werd de stamvader van de breedvertakte familie Postel in onze
regio.
Christian Friedrich Postel
Hiernaast ziet u een oude ets van Ebersdorf, een lang
gerekt dorpje, idyllisch gelegen in een plooi van het
heuvelland, omgeven door weiden, akkers en oude
bossen. Het ligt in de omgeving van de stad Chemnitz, in
het land dat destijds het keurvorstendom Saksen heette.
Hier werd Frederik Postel in 1753 geboren. Hij kreeg bij
zijn doop de namen Christian Friedrich. Zijn ouders wa
ren Christoph Postel en Anna Sophia Mehnertin. Hoeveel
kinderen het echtpaar kreeg, weten we niet. Zeker is
dat ze in ieder geval zeven kinderen hadden. Vader was
kurassier, een beroepssoldaat te paard voorzien van een
kuras (een borstharnas; zie de afbeelding op volgende
bladzijde). Kurassiers waren op het slagveld de zwaarste
eenheid, in taak en impact vergelijkbaar met een hui
dige tankdivisie. Bij de doop in 1761 van zijn dochter
Johanna Rosina, waarschijnlijk het laatste kind, werd hij
echter inmiddels vermeld als kleermaker. Mogelijk had
hij ontslag genomen, of was hij ontslagen, omdat hij
zijn beroep niet meer kon uitoefenen door een gebrek,
of vanwege ouderdom. Omdat soldaten destijds geen
pensioen kregen, moesten ze na hun legertijd wel een
ander beroep uit gaan oefenen.
Frederiks jeugd
Uit twee overgebleven brieven, één van vader uit
1782 en één van moeder uit 1783, krijg je de indruk,
dat hij uit een liefdevol, gelovig gezin kwam. Maar het
keurvorstendom Saksen was in Frederiks jeugd geen
prettig land om in op te groeien. Er dreigde weer eens
een oorlog. Om de nodige uitbreiding van zijn leger te
kunnen bekostigen had keurvorst Friedrich August II de
belastingen fors verhoogd en zo een zware druk op de
bevolking gelegd. Drie jaar na Frederiks geboorte begon
de strijd ook werkelijk. Het ging hierbij om de Zeven
jarige Oorlog (1756-1763), een oorlog tussen Pruisen
en Oostenrijk, elk met zijn bondgenoten. Saksen had
zich bij het Oostenrijkse kamp aangesloten. Dat had tot
gevolg, dat Frederik de Grote van Pruisen in 1756 met
zijn leger het vorstendom Saksen binnenviel en het Sak
sische leger verpletterend versloeg. Daarmee was voor
de Saksen het leed nog lang niet voorbij. Het land kwam
onder Pruisisch bestuur en moest een forse oorlogs
schatting betalen. Bovendien werd ook de verdere strijd
van Pruisen tegen Oostenrijk grotendeels op Saksisch
grondgebied gestreden. Keurvorst Friedrich August II,
die ook koning van Polen was, maakte het voor zichzelf
echter gemakkelijk. Hij trok zich in Warschau terug en
kwam pas na de oorlog terug. Zijn land werd ondertus- S
sen volledig geruïneerd en voor de bevolking betekende r-
het jarenlang angst, armoede en honger. 3-
Frederiks vader was waarschijnlijk aan het begin van 3
de strijd in dienst van de keurvorst van Saksen. Maar na 2
diens nederlaag werd hij, net als alle andere Saksische
soldaten, waarschijnlijk gedwongen zich bij het Pruisi- w
sche leger aan te sluiten.
Hij heeft het eind van deze oorlog blijkbaar niet als sol
daat meegemaakt. Want hij staat, zoals al aangegeven, in 21
Ebersdorf bij Chemnitz (Saksen) rond 1840