C77~Y> i=> j - 7° 3» 77r>. toen ze ouder werden door de Provisorie ondersteund worden. Nadat beiden in 1790 overleden waren werd de hutte afgebroken. Roelof Heuvelsland is de stam vader van de Achterhoekse tak van de familie. Hoe liep het nu met Jan sr af In 1749 belandde hij bij de armenzorg. Hij was toen 72 jaar oud. De winter van 1750/1751 was bijzonder koud en aan het eind van 1751 verhuisde Jan met zijn vrouw van de hutte naar een kamer in Lochem. De huur van 4 gulden per jaar werd door de armenzorg (officieel de burgerlijke in stelling van weldadigheid «De Provisorie» te Lochem) Drie kinderen van Jan (1754) en Jenneken haalden de volwassen leeftijd. De dochter ging in Zutphen werken en trouwde daar. Zoon Hendrik ging met zijn vrouw in de Smeestraat in Lochem wonen. Jan en Jenneken zelf verhuisden toen ze ouder werden naar de stad Lochem waar Jan in 1843 op 88-jarige leeftijd overleed. Hun tweede zoon Harmen trouwde in 1813 met zijn buurmeisje Harmine Slagman. Waarschijnlijk zijn Harmen en Harmine kort na hun huwelijk in 1813 verhuisd naar boerderij de Kwinkweerd aan de Berkel in Klein-Dochteren. Uit de verbintenis Heuvelsland/ betaald. Jan overleed kort daarop in 1755. De nazaten van Roelof Heuvelsland Roelof's in 1754 geboren zoon Jan huwde in 1781 met Jenneken Schepers uit Geesteren. Ze bleven in Klein- Dochteren wonen, maar niet in de Prinsen Hutte. Een aanwijzing waar ze dan wel precies woonden kunnen we vinden aan de hand van de volkstellingslijsten uit 1795. In dat jaar gingen ambtenaren drie keer door de buurtschap en noteerden namen van de inwoners in de volgorde waarin ze de boerderijen bezochten. Zo kan bij benadering de woonlocatie worden vastge steld want aan weerszijden van de boerderij Kelholt werd steeds een inwoner Heuvelsland genoteerd. Ten oosten van Kelholt lag het erve Heuvelsland. De bewoner daarvan was Mannes Heuvelsland. Een naam Mannes komt in de genealogie Heuvelsland echter helemaal niet voor, dus zijn achternaam is kennelijk - zij het tijdelijk want later komen we hem nergens meer tegen- ingegeven door het feit dat hij in het gebied met de veldnaam Heuvelsland woonde op een boerderij met dezelfde naam. Hij werd dus simpelweg naar de boerderijnaam genoemd. Het erve Heuvels land is waarschijnlijk in het laatste kwart van de 18e eeuw gebouwd, niet ver van de Prinsen Hutte. Maar het is niet gebouwd door een Heuvelsland en er heeft ook nooit nazaat van Jan uit 1677 op gewoond (zie het overzicht aan het eind van dit artikel). Ten westen van Kelholt, ongeveer tussen boerderij Meulenkamp en Kelholt in, woonde volgens de notitie van de censusambtenaar in 1795 Jan Heuvelsland alias Prins. Dit is de zoon van Roelof. Op de kadas- terkaart van 1832 vinden we op die lokatie een klein boerderijtje ingetekend, tegenwoordig genaamd "De Weaver". Dat was toen mogelijk de woonplaats van Jan en zijn gezin. Ten zuidwesten ervan ligt de Prin senkamp, een naam die wellicht nog herinnert aan de bewoning door Jan in die buurt. Slagman werd tussen 1814 en 1832 een 12-tal kinde ren geboren waarvan er echter zeven stierven voor het derde levensjaar. De grote kindersterfte was het gevolg van de algemene onwetendheid van het nut van hygiëne. Pokken was nog altijd een van de grote doodsoorzaken en vooral kinderen waren er vatbaar voor. Vaccinatie bestond niet. Borstvoeding was een zeldzaamheid. Pasgeborenen kregen ongesteriliseer de en met water aangelengde koemelk van vaak dubi euze kwaliteit te drinken. Om huilende kinderen in slaap te krijgen gebruikte men brandewijn, beslist ef fectief maar niet direct een bevorderlijk kinderdrankje. Kinderen werden maar zelden gewassen, kwamen nauwelijks buiten en werden veel te dik ingepakt. De moeders zelf waren fysiek zwaar overbelast en kregen bijna ieder jaar een kind. De Kwinkweerd De Kwinkweerd was in 1832 eigendom van Hendrikus Hasselo, die in Lochem wel meer bezittingen had. Er stonden aanvankelijk geen andere boerderijen in de buurt. Later in de negentiende eeuw kwamen er wel twee boerderijtjes bij: De Koppel (laatstelijk bewoond door familie Schekman, nu wonend op De Koppel aan de Ampsenseweg) en De Kromholt (laatstelijk be woond door familie Klomphaar). Vlakbij de Kwinkweerd werd in 1854 een dakpannen- fabriek opgericht, die gebruik maakte van leem uit de Lochemse berg. In 1876 werkten daar 5 arbeiders. In 1880 ging deze onderneming ter ziele. De Kwinkweerd is door de familie Heuvelsland altijd "druk" bewoond geweest. De al genoemde Harmen Heuvelsland woonde er met zijn grote kinderschaar. Daarna woonde er zijn zoon Albert Heuvelsland (1822-1899). Hij kreeg zeven kinderen waarvan er vijf volwassen werden. In 1890 woonde Albert, inmiddels voor de derde maal weduwnaar, er samen met zijn Vermelding Prinsen Hutte

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2015 | | pagina 14