)Jh tu Oiyuit,' 1 l-h. -4 J°a„j Jan gaat naar Klein-Dochteren Voor Jan, geboren in 1677, was er op de boerderij De Prins geen toekomst. In 1704 liet hij zich uitschrijven uit het lidmatenregister met de vermelding "abiit" vertrokken. Aan het eind van de zeventiende eeuw heerste er een grote maatschappelijke verarming en Jan besloot zich daarom te vestigen op gemeen schappelijke markegrond in het nabij gelegen Klein- Dochteren. Dat was naar gegroeid gewoonterecht op het platteland toegestaan als men in één nacht een hut bouwde en het stukje grond eromheen "kiel- spitte". De landbezetter mocht dan tot zijn dood in de mark blijven wonen, maar dat recht ging niet over naar zijn kinderen. De markegenoten waren weliswaar niet blij met zulke bouwsels, maar de bewoners vorm den goedkope arbeidskrachten en waren bovendien chantabel door hun semilegale aanwezigheid in de mark. De armenhutte, welke Jan bouwde, werd later bekend als de "Prinsen Hutte". De restanten van deze hutte zijn waarschijnlijk in 2004 teruggevonden bij grondwerkzaamheden ten behoeve van de uitbrei ding van het Staring College3. De naam Heuvelsland komen we voor het eerst tegen op 12 augustus 1708 bij de doopinschrijving van Jan's zoon Harmen. Op 7 november 1711 werd opnieuw een kind gedoopt. De naam van de vader is nu ver meld als "Princen". Bij nauwkeurig onderzoek van de Lochemse DTB registers blijken de namen Heuvels- land, Op Hoevelskamp, Princen en De Prins steeds als alias voor elkaar gebruikt te worden. Het alias De Prins is het meest hardnekkig getuige een vermelding in het register van de Oude Begraafplaats te Lochem, waar op woensdag 12 april 1843 «Jan de Prins» is begraven met de vermelding «ook Heuvelsland genaamd». In de burgerlijke stand wordt deze Jan overigens wel consequent met Heuvelsland aange duid. Sterker nog, hij was degene die in 1812 onder de nieuwe Napoleontische wet officieel de naam Heu velsland liet registreren als familienaam. Maar oude gewoontes sterven langzaam. Jan en zijn zonen Harmen en Roelof Het gebied in Klein-Dochteren waar Jan zijn hut bouwde heette "de Hoevelskamp" of "het Heuvels land". Het is niet duidelijk waardoor deze naam ge ïnspireerd is. De streek is daar in ieder geval beslist niet heuvelachtig. Voor 1700 wordt deze locatie ook nergens als zodanig vermeld. Behalve de zonen Harmen en Roelof had Jan ook nog een dochter, Lisabeth. Haar geboorte is niet geregis treerd maar ligt rond 1705 en zij was dus het oudste kind. In 1727 trouwde ze met Berent Hasselo. «Berent hassloo en lijesabet deprijnszijn vrouw"woonden bin nen de wallen van Lochem. De oudste zoon Harmen huwde in 1734 met Maria Thiessink, dochter van wijlen Dellis Thiessink uit Lochem. Ze gingen wonen in het ouderlijk huis van de bruid. In 1742 verkreeg hij het burgerrecht van de stad en dat kostte hem 25 caroli gulden. Normaal betaalde men 50 gulden, maar omdat hij de dochter van een burger trouwde kwam hij weg met half geld. Dat was nog niet weinig, want het loon voor een dagwerker lag toen op ongeveer 3 gulden per week, vooropgesteld dat er werk was. In 1752 bestond het gezin Harmen Heuvelsland-Maria Thiessink in de Achterstraat te Lochem uit de ouders en zeven kinderen variërend in leeftijd van 0 tot 17 jaar. Toen overleed plotseling de vader op 44-jarige leeftijd en, kort na de geboorte van het jongste kind, eveneens de moeder. De armenzorg moest nu bij springen en de kinderen werden ondergebracht bij familie en in pleeggezinnen. Die ervaring heeft er waarschijnlijk voor gezorgd dat ze later weinig bin ding voelden met Lochem en allen vertrokken naar Amsterdam. Zoiets was overigens niet ongewoon in die tijd. Elk jaar gingen er wel jongelieden van het platteland naar steden als Zutphen, Deventer of Amsterdam om daar hun geluk te beproeven. Het leven in de stad was vrijer en men vond er gemak kelijker werk. De oudste zoon Derk ging als eerste. Hij vertrok in 1756 op 21-jarige leeftijd. Hij ging samen met Frederik Elsman, met wie hij in Lochem nog op de catechisatie had gezeten. Ze lieten zich inschrijven op de Keizersgracht in Amsterdam. Harmen is daarmee de stamvader geworden van de Amsterdamse tak van de familie Heuvelsland. Jan's in 1711 geboren jongste zoon Roelof trouwde in 1743 in Almen met Harmina Wals. Uit het huwelijk werden zeven kinderen geboren. Tegen het geldende recht in bleef Roelof met zijn gezin gewoon op de Prinsen Hutte wonen. Roelof en zijn vrouw moesten v /v t c J*ciy S O £T41^ X/ Eerste vermelding Heuvelsland

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2015 | | pagina 13