een paar dagen daarvoor gezegd dat ik wel over zijn schooltijd en zijn liefde voor boeken wilde praten. Had ik niet gelezen dat hij met zijn legendarische liefde voor boeken decennia de Larense bibliotheek had beheerd? Maar voordat ik een blik kon werpen op de bladen, gaat het over de oorlog. Een paar dagen ervoor was er namelijk een video-opname gemaakt voor de Larense dodenherdenking op 4 mei. Ook Albert Meuleman was uiteraard gevraagd zijn verhaal te doen en daar was hij nog vol van. 'Ik was vijftien toen de oorlog begon en ik was twintig toen de oorlog afgelo pen was. Tegen het einde van de oorlog hebben we ook maar een schuilkelder gegraven, want het front kwam steeds dichterbij. We hadden natuurlijk nooit kunnen vermoeden dat hier in Oolde de Duitsers tegenover de Canadezen en En gelsen kwamen te staan. Het is niet voor te stellen hoeveel er gewond raakten of gedood werden. De ravage was enorm, maar daar heb ik natuurlijk ook al in mijn Herinneringen over geschreven. Van het gewone boerenwerk kwam er in die da gen natuurlijk niet veel terecht. In de oorlogsjaren werkte ik zo goed en zo kwaad als het ging gewoon op de boerderij en ik ging in de wintermaanden naar de landbouwschool in Borculo, met achtentwintig leerlingen, van wie Gert Jan Ruiterkamp van de Armoede en ik nog leven. O ja, op12 mei moet ik hem feliciteren, want dan is hij jarig.' 'Daarvoor had ik gewoon op de dorps school gezeten, hier verderop. Over mijn schooltijd heb ik mijn herinneringen op geschreven, zo ook over meester Teunissen en mees ter Brunsting. Een echte zangstem had ik niet, dus heb ik nog wel eens op de gang gestaan als meester Brunsting zijn viool tevoorschijn haalde en er met zo'n pook overheen stond te strijken. Over zijn afscheid op 2 januari 1935 heb ik ook nog geschreven in Jongs, de tied zal 't leern Of ik echt heb meegezongen met het afscheidslied, weet ik niet, maar de tekst heeft mijn moeder bewaard. Het ging zo: Gij, gij gaat nu van ons scheiden, Goede meester, trouwe vriend, 't Werk van twee en veertig jaren, Maakt Uw rust wel verdiend. Dank brengt U deez' kinderschaar, (2x) Wees gezegend, menig jaar (2x) Vooral bij meester Teunissen heb ik veel op de gang gestaan. Dat had ook weer zijn goede kanten, want dan kon je die mooie schoolplaten van Jetses en Koekkoek op de gang eens goed bekijken en er hele verhalen bij verzinnen. Als ik een opstel moest schrijven, was ik zo klaar. Ik kon me toen alles herin neren van die platen en ook nu zie ik ze zo voor me. We schreven op school in het Nederlands, maar met elkaar en thuis spraken we natuurlijk dialect. Dat gaf eigenlijk nooit problemen. Ik kan me niet herinneren dat meester Teunissen, die overigens erg streng was, je een standje gaf omdat je op het schoolplein of in de klas dialect sprak.' Ik kom uit een familie van lezers en vertellers. Zo zat mijn grootvader op hoge leeftijd onder de ap pelboom in de tuin de krant te spellen en het nieuws van commentaar te voorzien. Mijn beide ouders heb ik ook altijd met boeken in de weer gezien. Boeken kochten we bij Lovink in Lochem of in Deventer. Ook leenden we ze in de bibliotheek. Dat was een klein bi bliotheekje van de Christelijke Jonge Mannen Vereni ging (CJMV) in Elim in Verwolde. Het gebouwtje staat er nog, bij het tunneltje. De Boekenuitleen, zoals de bibliotheek eerst heette, was al in 1865 opgericht. Ze bestaan dus nu al 150 jaar: eerst in Elim op Verwolde dus en nu alweer 40 jaar in 't Kruispunt. Meteen na de oorlog zat ik al in het bestuur en dat is vijftig jaar Boerderij Weijenberg in Oolde vroeger en nu.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2015 | | pagina 6