Albert Meuleman, een bijzonder mens
'De zeven boeken zijn nog maar het begin'
Cees Derlagen
Op de Weijenberg in Oolde woont het geheugen van Laren. Albert Meuleman (90) roept, puttend uit
een fabelachtig geheugen, het beeld op van het dorpsleven dat door de moderne tijd is uitgewist.
Het zal mede de geest van de op Blauwhand geboren
meester Heuvel zijn die nog altijd over het buurtschap
Oolde waait, die maakt dat de nu 90-jarige Albert
Meuleman van de Weijenberg aan de Deventerweg
een nog lang niet uitgeschreven en uitgeprate ver
teller is. De dialectkundige Lex Schaars typeerde de
boeken van Albert Meuleman als vervolgdelen van
het Oud Achterhoeksch Boerenleven van meester Heu
vel: 'De in de landbouw geïnteresseerde lezer krijgt
een beeld van de veranderingen na de Tweede We
reldoorlog. De onderzoeker die zich met de Tweede
Wereldoorlog bezighoudt, vindt er informatie in over
de periode 1940-1945, terwijl de Larenaar er veel we
tenswaardigs in zal terugvinden over zijn dorp.' Heeft
het boek van de schoolmeester Heuvel de vorm van
een kroniek met een duidelijke structuur, de boeken
van de landbouwer Meuleman - hij begon zijn herin
neringen op te schrijven in 1991 - nemen de lezer mee
op een tocht kriskras door het Laren van zijn jeugd tot
de dag van vandaag. Dat geldt zeker voor de eerste
vier van de zeven delen, de latere hebben meer het
karakter van een dagboek.
Dat zijn schrijfstijl niet onderdoet voor die van menig
professioneel auteur, moge blijken uit het hier afge
drukt fragment, dat gaat over de aanschaf van de
eerste schoolkleren van de jonge Appie. Het is maart
1931, Appie is 6 jaar.
'Nou,'zegt moeder tegen vader, 'we moeten maar
naar Lochem naar de voorjaarsuitverkoop en
zien dat we daar wat krijgenEn dat gebeurt. Op
een morgen worden de fietsen klaargezet en we
vertrekken naar Lochem. Ik zit bij vader op de
stang. De grintweg is niet zo best, maar dat merk
je dan wel. Moeder fiets drie meter achter ons.
Bij de Exelse tol moeten we over het spoor, dat is
dan goed uitkijken. Maar tussen het spoor en de
Mengerbrug komt ons Jan Snellink tegen met een
oude legerwagen uit 1914-1918. Hij rijdt voor de
Handelsvereniging. Wij moesten aan de kant
en Snellink passeerde al zwaaiend met zijn arm
als groet. Afijn, we moesten verder, maar daar het
voorwiel van mijn vaders fiets wat piepte, hield hij
het wiel eerst even in de sloot en daar gingen we
weer. Moeder zei: "We geen eerst naar Vroom, daar
kun je de fietsen mooi in de tuin zettenZo gezegd,
zo gedaan. Nieuw ondergoed en een trui,
ook lange zwarte kousen met elastieken waaraan
ijzeren sluitingen zaten die je boven de knieën om
moest doen. Alles bij elkaar klemde en kriebelde
het zodat je na een tijdje zat te krabben als een
kat die onder de vlooien zit. Bij S.J. Vromen kregen
we koffie met een opgespoten Ha-Ho beschuit.
Ondertussen had hij de rekening geschreven en
moest vader betalen. Moeder kreeg een zwart
bonte zakdoek cadeau. Nu moest ik nog een pak
hebben gingen we lopend naar Leverpol. Voor het
raam hingen borden met opruimingsreclame: 'Alle
maten voorradig, grote korting, en kleuren naar
keuze.' 1
Bij Leverpoll in de Walderstraat krijgt de jonge Ap
pie een paarsachtig pakje, enigszins verkleurd en dus
afgeprijsd en een pet met een speldje met de tekst
MELBORNE RACE, waarover hij nog wekenlang zou
praten. Samen met de rekening van Vromen was Ap
pie voor f. 4,45 klaar om naar school te gaan.
Mooier kan zo'n kinderavontuur toch niet beschreven
worden.
'Kijk, hier staat alles in wat je weten wilt. Hij zwaait
me vanuit het bed waar ik hem tijdens zijn middag
dutje stoorde, een aantal fotokopieën toe. Niet toeval
lig die waaruit ik hierboven citeerde, ik had immers
Albert Meuleman (2003)