Herinneringen aan mijn oorlogsjaren
in Lochem
Gerrit Ligterink
In deze bijdrage haalt Gerrit Ligterink, gemeenteambtenaar in Lochem, herinneringen op aan de
Tweede Wereldoorlog.
Op 26 juni 1941 ben ik in dienst getreden bij de ge
meente Lochem. Hoe kwam ik daar verzeild? Collega
Hulshof uit Borculo stuurde mij destijds de adver
tentie uit de Lochemse courant waar voor de afde
ling Sociale zaken in Lochem een ambtenaar werd
gevraagd, die zelfstandig deze werkzaamheden kon
verrichten. Met mijn slechts één jaar ervaring in Zel-
hem heb ik toch maar gesolliciteerd en ben ik zowaar
aangenomen. De huidige ambtenaar, de heer Lina,
kon mij nog een week wegwijs maken en daarna
stond ik er alleen voor. Voor het typewerk had ik voor
halve dagen de hulp van een gehandicapt meisje,
Jannie Roessink. Zij had namelijk maar een arm tot
haar beschikking.
Op de dag van mijn komst moest ik kennis maken
met de toen nog in functie zijnde burgemeester, de
heer van Luttervelt. Hij heette mij welkom en zei mij
dat mijn voorganger het niet al te best kon vinden
met de zogenaamde steuntrekkers en dat de ruiten
van zijn woning het soms moesten ontgelden. Daar
kon ik het mee doen voor die ene dag.
Behalve de sociale dienst was ik ook belast met de
administratie van het gemeentelijk burgerlijk arm
bestuur, genaamd de Provisorie. De wethouder voor
sociale zaken was tevens provisor van het burgerlijke
armbestuur. De maandagmorgen was de dag van uit
betalen van de zogenaamde steun. Zou dat zaterdags
gebeuren, dan zou volgens de wethouder te veel
geld opgaan aan drank en dan zat moeder de vrouw
de hele week in geldnood. Waar ben ik toch aan be
gonnen, zo was mijn eerste gedachte. Het benodigde
geld voor die maandag moest ik van de bank halen
en om negen uur kreeg ik de eerste klanten, bijna
allemaal tegelijk. Zij hadden namelijk al lang gehoord
van mijn controleur dat er een nieuwe ambtenaar
kwam. Voordat de klanten een voor een binnen kon
den komen op mijn kantoor ging ik naar de gang van
het schoolgebouw waar de wachtruimte was inge
richt. Daar maakte ik mijn naam bekend en waar ik tot
mijn trouwdag in pension was. Ook de omzetting van
negen naar tien uur op maandagochtend was geen
enkel bezwaar omdat ik hen vertelde dat ik het week
end doorbracht bij mijn ouders in de Slangenburg bij
Doetinchem en op maandag morgen ongeveer 30
km. fietsende naar Lochem moest afleggen. Of dit be
gin verhelderend heeft gewerkt op mijn klanten weet
ik niet. Ik heb ze allemaal leren waarderen als gewone
mensen. De hoogte van het uit te keren bedrag werd
door de wethouder vastgesteld. Veel wijzigingen de
den zich niet voor. Een bijverdienste van twee gulden
per week werd toegestaan. Van het meerdere bedrag
werd de helft gekort op de vergoeding. Aan de hand
van de ingeleverde inkomstenbrie^es van de vorige
week kon dan het nieuwe bedrag worden berekend.
Hoewel ik in deze betrekking geen moeilijkheden
heb ondervonden was ik toch blij met mijn overplaat
sing naar de afdeling bevolking en burgerlijke stand.
Voor mijn definitieve overplaatsing werd ik door de
gemeentesecretaris gevraagd of ik voor halve dagen
assistentie zou willen verlenen op genoemde afde
ling, daar de werkzaamheden op de afdeling sociale
zaken steeds minder werden. Gezien de geaardheid
van mijn voorganger was ik daar niet blij mee, niet
wetende dat hij na een week al zou worden ontsla
gen. Gelukkig had de secretaris begrip voor mijn
aanvankelijke bedenkingen.
Op cursus in Deventer
Na een week inwerktijd stond ik weer voor een
nieuwe opgave. Gelukkig had ik voor de afdeling be
volking hulp van een typiste. Voor de registratie van
de burgerlijke stand had ik al een gedeeltelijke oplei
ding gehad op een cursus in Deventer. De volledige
cursus 'gemeente-administratie' werd gegeven op het
stadhuis in Deventer door de gemeentesecretaris en
een ambtenaar van de afdeling algemene zaken en
wel eenmaal per week op woensdagavond van vijf tot
negen uur. Met nog een collega uit Borculo werd de
wekelijkse tocht naar Deventer al fietsend afgelegd.
Daar de brug over het kanaal door de Duitse militai
ren was vernietigd, konden we tot tien uur gebruik
maken van de overtocht per boot. Waren we te laat
dan konden we via Almen toch nog thuis komen.
Door de medewerking van veerman van Zadelhof
Gerrit Ligterink, foto uit midden
jaren 50.