gen vlam vatte. Vader Johan gooide het - tijdens de
beschietingen! - naar buiten.
Toen ze wegging verklaarde mevrouw Van Verre dat
ze "niet bij deze mensen" in de kelder wilde zitten.
Kreunen merkte op: "Ze wil deftig doodgaan".
Terwijl ze in de kelder zaten - 7 a 8 personen - raak
ten de werkplaats en de houtloods in brand en ook
de schuur van Lenderink een paar huizen verder in
de richting van Lochem. De Lenderinks zaten in een
ouderwetse aardappelhut achter het huis. Door de
branden kwam er veel rook naar binnen via de keu
ken, waar een raam open stond en vergeet het «gat
van Bruinsma» niet! Vader Johan heeft tijdens een
gevechtspauze uit de slaapkamers lakens en dekens
gehaald, ze nat gemaakt, en in de kelder gebracht, zo
dat de mensen die voor hun gezichten konden doen
om niet te stikken. Merkwaardig is dat de bomen die
naast de werkplaats stonden niet zijn verbrand. Ook
die naast de schuur van Lenderink bleven gespaard.
Het woonhuis van Kreunen stond dicht bij de werk
plaats en houtloods en brandde niet af. Ook merk
waardig. Jo herinnert zich niet dat men dat risico in
die uren heeft gezien.
De Letlander
Door de brand in werkplaats en loods werd het voor
de Letlander ook te warm. Hij had zich zaterdag vóór
Pasen bij Kreunen gemeld en om een schuilplaats
gevraagd. Hij was door de Duitsers geprest om als
chauffeur te werken en wilde er nu wel van af. Door
de brand moest ook hij de kelder in.
De reeds aanwezigen waren bang dat de Duitsers
hem zouden vinden en stopten hem in de grote
aardappelkist die gedeeltelijk onder de trap stond.
De man stonk sterk omdat hij lang niet meer uit de
kleren was geweest.
Toen de strijd zich verder verplaatste trachtten de
Duitsers het ijzeren rooster van het keldergat te
trekken. Elk voorjaar maakte vader Johan dat kelder
gat schoon van bladeren en padden die er zich elke
winter kwamen opbergen. Maar dat voorjaar was er
niet van gekomen zodat het rooster muurvast zat. Jo
vindt dat een groot geluk. Wie weet wat er met hen
was gebeurd als die Duitsers de kelder waren binnen
gekomen. Vermoedelijk waren de burgers meer bij
het gevecht betrokken geraakt, doordat de Duitsers
zich vanuit die kelder hadden verzet of hun woede
op burgers hadden gekoeld, want ze waren door het
dolle heen. Na een korte pauze hoorden de mensen
in de kelder dat de dubbele deuren in de achterkant
van het huis werden ingetrapt en dat er mensen bin
nen kwamen. De kelderdeur ging open en er werd
meteen in de kelder geschoten. De trap kwam niet
rechtstreeks in de kelderruimte uit, de kelder lag
achter de trap, dus aan de kant van de aardappel-
kist.... Toen men het lawaai boven zich hoorde zat de
Letlander met het mes tussen de tanden klaar om de
Duitsers te lijf te gaan zodra ze binnenkwamen.
Hij dacht dat het Duitsers waren. De kostgangers van
Bouwhuis duwden hem echter weer onder in de kist.
Men wilde meteen roepen dat er ook vrouwen in
de kelder zaten, maar niemand wist op dat moment
meer wat dat woord in het Engels was. De Engelsen
kwamen de trap af en enkele van de jongens vielen
hen om de nek. Er werd opgemerkt dat ze dat wel
liever van de dames zouden hebben, maar Jo was op
dat moment flauwgevallen en weet van de volgende
gebeurtenissen dus niets meer.
Om een uur of zeven 's avonds mocht men de deur
uit. De Letlander werd aan Engelsen overgegeven,
terwijl een dame Duits en Engels sprak, want de Let
lander sprak een beetje Duits.
Jo meent dat er meer dan één tank vernietigd is, ze
denkt dat er een paar lange tijd bij Hoog Langen heb
ben gestaan. Ook achter het huis hebben veel tanks
gestaan.
De Engelsen groeven een groot aantal eenmansgaten
rondom het huis, ook de later gekomen Canadezen
hebben bij het huis gebivakkeerd, er kwam een
keukenwagen, de waranda werd als keuken ingericht,
iemand had een harmonica en er werd gedanst, maar
dat zal wel een tijdje later zijn geweest.
Begin april
In de dagen na de eerste april was er nog veel gra-
naatvuur op Lochem van de Duitsers die zich had
den teruggetrokken over het kanaal. Veel Lochemers
voelden zich niet veilig en trokken naar Barchem en
Zwiep. Jo zag de doodgraver Kuiper met de lijkwagen
voorbij komen, de hele familie plus spullen achter de
zwarte gordijntjes.
De rodekruisvlag was van het ziekenhuis geschoten,
of Johan Kreunen die er wel even weer op wilde zet
ten. Johan en broer Gert hebben dat karwei even ge
klaard. Johan verklaarde later wel dat hun de kogels
aardig om de oren hadden gefloten. Vader Kreunen
heeft diverse malen met de nodige koelbloedigheid
zaken geregeld die je hem niet uit de mouw zou
schudden, omdat hij een erg voorzichtig man was,
die liever geen risico's liep.
Vooral moeder Kreunen was de kordate, die ook
zorgde dat er een eigen varken werd gemest en
geslacht. Dus hadden ze een voorraadje weckflessen
met karbonades. Toen de Engelsen er waren werden
die flessen open getrokken en alle aan de Engelsen
weggeven. Ze kregen er ingeblikt eten voor terug,
maar dat bleek erg weinig vlees te bevatten en veel
doppers en wortelen, maar die hadden ze de hele
oorlog zelf wel kunnen verbouwen.
Na de bevrijding
In de maanden na april 1945 werd de ravage opge
ruimd, werden de huizen gerepareerd, het leven her
nam zijn normale gang. Verhalen van de bevrijding
werden zelden nog verteld. Moeten ze bezinken?
Voor de oude dag? Nu zijn er een paar vastgelegd. In
de jaren 80 werd mij duidelijk dat de felle emoties van
angst en verdriet waren weggezakt, de humor was
gebleven. Humor is overwonnen verdriet. Dat is goed.
Een van onze Engelse veteranen zei eens "Zolang je
lacht hoef je niet te huilen, we hebben dus vaak gela
chen". Ik denk dat dit een goed idee is.