weg, Café Veldmaat wordt een prooi der vlammen evenals enkele andere boerderijen in deze buurt. Hierbij valt een burgerslachtoffer. Dan moeten de Canadezen terugtrekken voor een tegenaanval van de Duitsers. Het wordt een complete tankslag. Het brandt aan alle kanten. Ook de dorpsschool is een vuurzuil. Het is angstwekkend om dit alles te zien. In Laren zelf is men in huis niet meer veilig. Velen zoeken buiten dekking onder bomen of andere schuilplaatsen. Dit alles gebeurt onder een regen van granaten en kogels. Het giert en knalt aan alle kanten. Huizen branden of vallen in puin. Rook en stof han gen als een dichte nevel over alles. Daartussen hoort men het angstige geloei van de opgesloten koeien in de brandende boerderijen.... Met deernis gedenken we de drie burgerslachtof fers, die in deze oorlogsdagen in Laren te betreuren waren. Ook gaan onze gevoelens van medeleven uit naar de huisgezinnen, waar in februari j.l. drie slacht offers vielen door het neerkomen van een V-1 projec tiel in het dorp. Op 4 Maart 1945 viel ook een slachtoffer in Verwolde te betreuren, door dit zo gevreesde oorlogswapen. Op de terugweg gaan we over het pontje bij de Exelse brug (Larenseweg). Het viaduct over de spoor lijn is opgeblazen, evenals de kanaalbrug. Langs een verbrande boerderij komen we aan het kanaal. De bomen op de kanaaldijk zijn erg stukgeschoten. Bij het kanaal staan borden met het opschrift „Levens gevaarlijk landmijnen". Langs een geïmproviseerde weg, geplaveid met hout en gevlochten ijzerdraad komen we weer aan de Tolhuisbrug. De springladin gen, welke ook deze brug moesten vernielen, liggen er nog. Ze hebben gelukkig geen dienst gedaan, de brug is nog intact. Na het bezoek aan Laren (G.) besef fen we, dat wij het in Lochem er werkelijk nog goed hebben afgebracht. N.B. Het zal de lezer(es) misschien ook nog interesseren hoe het oorlogsgeweld in andere plaatsen in onze omgeving heeft gewoed. Hier volgt nog een verslag van een reis van Lochem naar Enschede per fiets, d.d. 9 Juni 1945. „We fietsen langs de treinrails naar Goor. Op de Rijksweg kan een wielrijder niet voortkomen door de honderden Engelse en Amerikaanse vrachtauto's en tanks, welke er langs daveren, heen en terug naar Duitsland. Overal langs de spoorbaan, waarlangs we nu gaan, zien we de vele grote gaten, die door de bombar dementen geslagen zijn. Het zijn er tot het station Markelo zeker honderd. Overal zien we de sporen van de oorlog, afgebrande boerderijen, loopgraven. opgeblazen bruggen, enz. We naderen het station Markelo of beter de ruïne er van. Hier is hevig gevochten. Ook de goederenloods is geheel vernield. De verbrokkelde muren zijn door zeefd met kogelgaten. Een tentenkamp van de Cana dezen staat er bij, onder het geboomte. Voor een der tenten hangt een bordje met het opschrift „Lebensge- fahrlich Minen" (levensgevaarlijk mijnen). De humor leeft dus blijkbaar nog. Even achter het station staat een totaal versplinterde trein met tankwagens van de Duitsers. Op een der wagens is met witte verf geschil derd „Rader rollen für den Sieg" (Raderen draaien voor de overwinning). Het heeft hen niet gebaat Een eind verder in de richting Goor moeten we het rij wielpad naast de rails verlaten, want weer wordt het versperd door een totaal vernielde trein. We fietsen langs het Twentekanaal verder. Een Canadees houdt ons aan, we mogen niet verder, want er zijn schietoe- De kerk en pastorie die volledig werden vernield na een bombardement in de laatste oorlogsdagen. Kapotgeschoten boerderij Lensink.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2015 | | pagina 13