Woensdag 16 Mei 1945
Reis naar Laren (G). We varen met het pontje, dat nu
de kapotte brug vervangt, over het Twentekanaal
bij de haven en komen in Ampsen. Vele verbrande
boerderijen tonen, dat ook hier de strijd hevig was.
Overal staan bordjes met het opschrift „Voorzichtig
landmijnen." Het is levensgevaarlijk zich buiten de
weg te begeven, We naderen de Exelse Tol. Plotseling
horen we een hevige knal. Als we naderbij komen
blijkt, door een onvoorzichtigheid van iemand uit het
repatriëringskamp in Ampsen, munitie te zijn ont
ploft. De man is letterlijk uit elkaar gereten.
's Morgens zijn er twee Lochemse N.B.S.-ers door
landmijnen verongelukt.
Alle telefoon- en lichtleidingen langs de weg zijn
stukgeschoten. Halfweg Laren zien we drie graven
met helmen en even verder nog twee. Dan zien we
Laren voor ons. Het dorp is één ruïne.
Bijna om het andere huis is totaal afgebrand en wat
er nog staat is vaak ernstig beschadigd. De kerk is van
haar toren en dak beroofd; de pastorie is in de lucht
gevlogen. Drie tramwagens staan er totaal aan splin
ters. De Duitsers hebben zich hier van huis tot huis
verdedigd. Tientallen boerderijen zijn door hen in
brand gestoken, waarvan de verbrokkelde witgekalk
te muren hel oplichten in de voorjaarszon. Vier dagen
lang is hier gevochten. Kisten vol munitie staan nog
in de weiden, waar de kanonnen gestaan hebben.
Honderden zijn hier alles, maar dan ook letterlijk alles,
wat zij bezaten, kwijt. 43 huisgezinnen hebben niets
meer. Daarnaast hebben 32 gezinnen geen onderdak,
32 geen eetgerei, 44 geen meubilair, 32 geen bed-
degoed, 33 gezinnen geen kleren enz. enz. Laren (G)
heeft wel erg geleden door het oorlogsgeweld.
We spraken een boerendochter, die bij een buurman
in de kelder was geweest, tijdens de beschieting. Vier
lange dagen en nachten had dit geduurd, totdat 's
morgens tegen half vijf de Canadezen in de kelder
waren gekomen. Men dacht toen dat alles veilig was,
het meisje ging weer naar haar eigen huis. In de verte
op de weg zag ze nog meer soldaten en dacht, dat
dit ook Canadezen waren. Het bleken echter Duitsers
te zijn. Ze hoort schieten en vlak voor haar valt een
Canadees neer. Onder een regen van kogels komt ze
bij haar huis aan. Op den hoek bij de schuur ligt een
dode Duitse officier. Al ze in de keuken staat, ziet ze
in haar boodschappentas, waarin ze mondvoorraad
meegenomen had, een kogelgat
De week van 31 Maart tot 6 April is voor Laren een week
om nooit te vergeten
Op zondag 1 April (1e Paasdag) moeten alle delen en
57 schuren bij de boeren ontruimd worden om onder
dak en dekking te bieden aan de Duitsers en hun
voertuigen. In de boerenkeukens worden de gestolen
o en geroofde worsten, spek en eieren gebakken.
In de nacht van Maandag 1 op Dinsdag 2 April wordt
de pastorie, waarin munitie is opgeslagen, door de
Duitsers in brand gestoken.
Z Het is een vreselijk gedreun.
Dinsdag 3 April dringen de Canadezen uit de richting
van het station Laren-Almen verder op naar het dorp.
12 Omstreeks 4 uur komen de eerste tanks over de over-
De door Duitsers opgeblazen kanaalbrug.
De pontjes over het kanaa.l