met mij naar advocaat Van Hoorn gegaan op de Nieuweweg. In '55 kregen ze een dochter Paulientje en
dat gaf mij natuurlijk ook veel werk. De familie waren goede mensen, bij wie ik helemaal thuis was. Als
het onweerde, haalde de burgemeester me uit bed en moest ik naar hun slaapkamer bij zijn vrouw gaan
liggen en haalde hij voor ons drieën een kopje thee van beneden. 'Ik wil niet hebben dat je daar in je kamer
onder dat rieten dak ligt. Het waren schatten van mensen. Ik heb veel aan ze te danken: zo werden ze de
toeziende voogden van de kinderen. Dan kun je wel nagaan! Ik heb de kinderen ook in Brabant opgehaald,
later. Toen ik weer trouwde - 'en weet je wie ons trouwde? 'Mijn eigen burgemeester!' - werd ik gewoon
dienstbode, een 'daghitje', want ik had toen mijn eigen huis, in de Emmastraat, tegenover de bakker.
'Ja, over die moord in 1955 naast ons, op de postdirecteur, waarover later dat
boek is geschreven, heb ik eigenlijk toen weinig gehoord. Die buurman was van het dak
gevallen, zeiden ze, en dat geloofde ik wel.' Ik had wel andere dingen aan mijn hoofd.'
'Het was zo'n kerel, het was een hele goeie burgemeester. Weet je, als het gesneeuwd had en de burgemees
ter wandelde naar het gemeentehuis en hij merkte dat iemand zijn straatje niet had geveegd, dan belde
hij gewoon aan en vroeg hij vriendelijk of ze het misschien vergeten hadden. Kom daar tegenwoordig
maar eens om!' Toen de burgemeester wegging -hij ging naar Emmen- in 1964, werd hij ereburger van
Lochem. Terecht als je het mij vraagt.'
Uit de Encyclopedie Drenthe Online:
Beusekamp, Hendrik Arend
(Rotterdam 1916 - Emmen 2000) Bestuurder.
Begon zijn loopbaan in de graanhandel, kwam in 1935 aan het werk bij het Rotterdams elektriciteitsbedrijf
en werd zes jaar later administrateur bij de dienst Openbare Werken. In 1946 ging hij aan de slag bij de
directie Havenbedrijven, waar hij opklom tot de rang van hoofdcommies. In 1949 rondde hij zijn studie
Economie aan de Rotterdamse hogeschool af. Beusekamp kon meteen aan het werk bij het Ministerie
van Financiën. Daar kreeg hij bemoeienis met het Marshallplan. Dat duurde maar kort, want in 1950
werd hij burgemeester van Lochem, waar hij veertien jaar zou blijven. Toen ging hij naar Emmen, tot
1981. Hij bleek in het op gang komende industrialisatieproces in Emmen als manager en econoom de
juiste man. Hij heeft zich het vuur uit de sloffen gelopen voor een hogere technische school in Emmen.
Dat is hem - tegen zijn zin - nooit gelukt. Beusekamp was een burgemeester wiens werk zijn hobby was.
28
Land van Lochem 2014 nr. 2