om er aan mee te kunnen doen. Zo
ver ik nog weet, hebben we ook nog
een paar keer gewonnen.
De klantenkring breidde zich
ondertussen flink uit. Zo kreeg
Smithuis werk van tandartsen
uit onder meer Lochem, Bor-
culo, Ruurlo, Vorden, Groenlo,
Winterswijk, Ulft, Doetinchem,
Velp, Zutphen, Gorssel, Haaks
bergen, Goor, Delden, Eibergen,
Lichtenvoorde, Aalten en Hen
gelo. Voor een achttal klanten
werd het werk verzonden met de
busdienst van de GTW (Gelderse
Tram Wegen), de rest ging per
post. Bij de GTW zorgde chef
Oberink voor de verzending van
de pakjes en die werden meege
geven met de busdienst.
De werkruimte aan de Zui-
derwal werd op het laatst te
klein. Er werkten inmiddels elf
technikers. Smithuis kocht in
het begin van de jaren vijftig
een pand in de Kastanjelaan,
het huis dat voorheen van de
joodse familie Wijier was. Er
moest heel wat aan gebeuren.
De benedenverdieping, het sou
terrain, werd tot laboratorium
verbouwd en de bovenverdie
ping werd de woning voor de
familie Smithuis. De ingang van
het souterrain bestond ook nog een ruimte voor de opslag van kolen en aardappelen. Dit gedeelte
werd later bij "de techniek" gevoegd (zo werd het laboratorium altijd door ons genoemd). Anton,
de broer van Smithuis, haalde 's ochtends de post, aan de Zuiderwal gebeurde dat al om 7 uur, later
werd dat 8 uur.
In de loop der jaren veranderde veel aan de werkmethoden. Het persen van protheses werd nu ge
daan met een drukpers. Die werd al gauw vervangen door de eenvoudige handpers, omdat de oude
methode veel te omslachtig was en er veel kunststofmateriaal verloren ging. De trapboormachines
werden vervangen door elektrische handboren, een hele vooruitgang. Er kwam ook een pers voor
het maken van afdruklepels, die tevens werd gebruikt voor het maken van mondbeschermers, dit
speciaal voor hockeyers. Het porceleinwerk nam ook toe, evenals het kroon- en brugwerk. Verder
maakten we "immediaatprothesen". Dat zijn protheses, die direct na het trekken van de tanden
en kiezen worden geplaatst, meestal bij patiënten die niet zolang met een lege mond wilden lopen.
Een nieuwe vinding was het "implantaat", bedoeld voor mensen die geen of te weinig onderkaak
hebben. In de onderkaak worden een paar stiften geplaatst, en daaroverheen komt dan de prothese.
Er kwam een tweede laboratorium bij in Hengelo, Overijssel. Vandaar uit werden de tandartsen uit
Hengelo, Haaksbergen, Goor en Delden bediend. Het werk van de tandartsen werd al geruime tijd
gebracht en gehaald door het personeel. Enkele verre adressen gingen nog per post.
Door de grotere aandacht voor gebitsverzorging kwamen er veel nieuwe tandartsen bij in de regio,
maar dat bracht niet meer werk met zich mee. Dat kwam omdat er hier en daar nieuwe laboratoria
bijgekomen waren. De concurrentie werd steeds groter en dat vertaalde zich in een inkrimpen van
het personeel van Smithuis. Na meer dan 40 jaar Kastanjelaan verhuisde het lab begin 1993 naar de
Achterstraat 14, het voormalige pand van het installatiebedrijf Fleming, dat zich aan de overkant
had gevestigd. Dit alles gebeurde na het overlijden van de heer en mevrouw Smithuis, toen het labo-
21
de woning was aan de Kastanje- In het meestershuis van School I (Zuiderwal) was het laboratorium van Smithuis
laan, die van het laboratorium jarenlang gevestigd. Deze foto dateert uit omstreeks 1940.
aan de Paul Krugerstraat. In
Land van Lochem 2014 nr. 2