G. J. 6 D. THOLEN,
FILIAAL in het
Tandheelkundig Instituut.
Tandheelkundige Studie naar
Jutphaasseweg 1 UI RECHT
Tel. 13834.
wel eens te veel onder druk komen te staan en dat
was niet zonder gevaar.
In de eerste jaren bestond het werk hoofdzakelijk
uit het maken van protheses, reparaties, ortho-
dontisch werk (beugels) en kroon- en brugwerk.
Dit kroon- en brugwerk dat merendeels uit goud
bestond, werd in die tijd met de hand gegoten. Met
een gasbrander, die aangesloten was op een blaas
balg, werd het metaal gesmolten. Als het vloeibaar
was werd het in een moffel (gietmal) geslingerd.
Daarna werd het gekoeld en verder verwerkt.
In het jaar 1944 bleef er van het personeel niet
veel over. Enkele collega's werden te werk gesteld
in Duitsland. De rest dook onder. Ik bleef op het
laatst alleen over met de heer Smithuis. Van het
werk voor de tandartsen kwam ook niet veel meer
terecht. Alles werd gevorderd door de Duitsers.
De praktijk van tandarts Topzand was ook al in
gebruik door een Duitse tandarts, genaamd Dis
selkamp. Deze vorderde ook het laboratorium. Hij
was van plan om alles in beslag te nemen, maar
viste grotendeels achter het net. Anton, de broer
van Smithuis, die ook in het bedrijf werkte, ver
zamelde, voor hij ging onderduiken, een gedeelte
van de apparatuur in een karretje om het onder
te brengen bij boer Oltvoort in Klein Dochteren.
Hij is er niet ver mee gekomen. In het begin van
de Kindersteeg (nu de Rembrandtlaan) begaf de
as van het karretje het. Dat gebeurde voor het huis Vuicamseerketei (collectie firma Smithuis).
van ene Redeker, die hem aanbood de spullen bij
hem op te slaan. We hadden inmiddels een ander fietskarretje op de kop getikt en nu moest ik op pad. Dat
ging nu beter, hoewel het zwaar rijden was. De Lageweg, destijds nog een zandpad, moest grotendeels te
voet worden afgelegd. Bij boer Oltvoort werd alles ondergebracht. De Duitse tandarts kon er dus naar
fluiten. Na de bevrijding is alles weer teruggekomen.
Monty
Smithuis had een Airedale terrier, met de naam Monty, genoemd naar de Amerikaanse bevelhebber Ber
nard Montgomery. Tandarts Disselkamp was gek op het dier en bracht iedere keer wat voor hem mee. Op
een morgen, het had geregend, kwam de tandarts binnen en trok een schone witte jas aan. Toen kwam
Monty uit de tuin en sprong hoog tegen hem op. Disselkamp was zo kwaad dat hij dreigde de hond dood
te schieten. Mevrouw Smithuis hoorde het lawaai en kwam naar beneden. Ze bood de tandarts aan de jas
netjes te zullen wassen. De boze bui zakte en 's middags werd Monty al weer beloond met een stuk worst.
In de oorlogsjaren werden veel eenmansgaten
gegraven, waar je in geval van nood in kon sprin
gen. Ik kreeg de opdracht om er een stuk of drie
te graven in de tuin van Smithuis. Dit was een
heel karwei, want ze moesten nog behoorlijk diep
worden. Na 50 a 60 cm graven stootte ik op een
muur die behoorlijk breed was. Ik had toen nog
geen idee wat voor een muur het was, maar het
bleek later een stuk muur van het oude convent
te zijn, dat op deze plaats aan de Zuiderwal heeft
gestaan. Ik wist nu meteen in welke lijn de andere
putten gegraven moesten worden.
In november 1944 kreeg Smithuis een oproep om
voor de O.T. te werken. Dit was een organisatie van
de bezetter om voor een eventuele invasie van de
geallieerden versperringen aan te leggen. Daar zat
19
Land van Lochem 2014 nr. 2
Smithuis bestelde zijn instrumenten meestal bij Tholen in Utrecht.
Deze advertentie dateert uit de jaren veertig.