schreef in 1993 een artikel over bijzondere voor beelden van vroege grafsculptuur in Nederland en noemde de Lochemse steen een voor Nederland zeer vroeg en uniek voorwerp1. In het artikel kun nen we lezen, dat de vroegste figurale voorbeelden van funeraire objecten uit de christelijke periode in Nederland zijn gevonden in Maastricht. Het gaat om enkele fragmenten, waaronder een uit de vijfde of zesde eeuw daterende steen met het Christusmonogram en twee duiven. "Hierna duurt het tot de twaalfde eeuw voor we opnieuw figurale voorstellingen aantreffen op funeraire objecten", aldus Tummers. Hij besluit zijn betoog dat de Lochemse steen een zeldzaam voorwerp is uit de tussenliggende periode, de negende of tiende eeuw en daarmee een zeer vroeg voorbeeld is van figurale grafsculptuur in Nederland. Het bijzondere object verdient in zijn ogen een grotere bekendheid en een veel opvallender plaats in de kerk in Lochem. Het is niet bekend of de gedachtenissteen al vanaf het begin in de Gudulakerk aanwezig is geweest. Misschien is de plaat samen met ander natuur steenmateriaal naar Lochem getransporteerd, toen de kerk grootscheepse verbouwingen onderging in de veertiende of de vijftiende eeuw. In deze periode is de steen namelijk "hergebruikt". De oorspronkelijke achterkant is toen van versieringen in gotische stijl voorzien en in de muur van het koor gemetseld als onderdeel van de omlijsting van een sacramentsnis. De bijzondere "voorkant" was sindsdien eeuwenlang aan het gezicht onttrokken en bleef zo perfect bewaard. Door dit bijzondere hergebruik is een belangrijk stuk vroegmiddel eeuwse kunst behouden gebleven. Hergebruik 1 H.A. Tummers, "Recente vondsten betreffende grafsculptuur in Nederland. Dertiende en veertiende eeuw, in: Bulletin van de Koninklijke Nederlandse Oudheidkundige Bond, jaargang 92, 1993, nummer 1-2, p. 34-35. Land van Lochem 2014 nr. 1 23

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2014 | | pagina 23