Kiekje bij Kasteel ,jDe Gloese' Het aantal wegen en paden in den omtrek van Lochem is legio; maar het loopen is dikwijls vermoeiend, vooral bij droogte op de zandwegen die naar en over de heuvelen leiden. De bermen zien daar geel van wormkruid, een welbekend geneesmiddel. Ook het hertshooi of jaag den duivel, de reigersbek en de blauwe klokskens groeien hier in overvloed. Verder treft men duizendblad, leeuwebekjes, perzikkruid en soms engelsch walstroo aan; in de bosschen veel heide (erica vulgaris). Even voorbij den Braamkuil loopt dwars door de bouwlanden de zoogenaamde Hessenweg (zand); links uitkomend op den Zwiepschen weg, rechts bij het hotel De Luchte op den puinweg naar Zutphen. Hij heeft zijn naam te danken aan de "hessenwagens"die in vroeger eeuwen -beladen met koopmans goederen- uit Duitschland kwamen, om de hanzestad Deventer te bezoeken. We slaan links om en bereiken spoedig de tramrails, die we zoo lang mogelijk volgen. Vlak voor het kasteel De Cloese kunnen we alweer uitrusten onder een ouden beuk, welks stam een omtrek heeft van 4,40 M. Ter hoogte van ruim 3 M. splitst hij zich in vijf takken, die zelf voor boomen kunnen doorgaan. Onder den kruin van dezen reus zou met gemak 'n stoomcaroussel plaats kunnen vinden. De jongens gebruiken een paar dunne neerhangende takken als schommel. Op den stam leest men namen, die er zestig jaar geleden zijn ingesneden. In den omtrek van het kasteel groeien nog tal van zware eiken, zooals men ook aan gene zijde van de stad aantreft. Onder Verwolde staat er een met een stam van ruim 6 M. omtrek, welke boom - in aanmerking genomen den langzamen groei van eikenhout- een ouderdom van verscheidene eeuwen moet bereikt hebben. Jammer, dat ze zoo weinig voorkomen. Geen indrukwekkender gezicht onder den wijden hemel dan een dergelijke woudreus, wiens wijduitgespreide en volle kruin van geen verdorren weet en dien de aarde eeuwig schijnt te zullen dragen. "Hebt toch meêli", zegt de Vlaamsche dichter Guido Gezelle, als hij in den herfst de bladeren ziet vallen, "hebt toch meêlij, menschen met de schoone boomen Gods". Het kasteel de Cloese ligt op den rechteroever van de Berkel en is 1886 gebouwd, nadat het oude huis was afgebroken. Door zijn fraaien gevel, rijk versierd met zandsteen, twee zijtorentjes, en grooten toren midden op het dak maakt het den indruk van een vorstelijk paleis. Eigenaar en bewoner is de heer Sickesz, gewezen directeur van landbouw. Hij is reeds vrij bejaard en heeft geen kinderen, aan wie hij zijn uitgestrekte bezittingen kan nalaten. Inderdaad, zij vormen een wijd veld. Overal ontmoet men op de wandeling paaltjes met het opschrift Jacht Havezathe De Cloese of eenvoudig Eigen Jacht De Cloese. Aan wild geen gebrek. Het wemelt van hazen en konijnen, zoowel in het bosch als op de akkers en we zagen een poedel - die zijn baas achter den ploeg gezelschap hield- een langoor achtervolgen. Een heele poos duurde dit krijgertjesspel, tot "Keesje" eindelijk door een zijsprong van den haas het spoor bijster werd en verbluft in 't rond keek. In zijn nabijheid stak echter een tweede haas de ooren op en nu herhaalde zich de jacht met een even treurig resultaat voor den armen poedel. (veolg pag. 16) Land van Lochem 2013 nr. 2 13 Qtoei u:l Cochern, Het landschap bij Kasteel De Cloese rond 1900.

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2013 | | pagina 13