ledig zijn. Van de gevels schitteren in gouden letters de namen dezer vriendelijke buitentjes u tegen en ge vindt er zelfs op den hoek een "Trijesprong", bewoond door een Fries, weleer geneesheer te Wirdum. Ook een bekend Leeuwarder heeft er rust gevonden in zijn villaatje "Labor vincit" (arbeid overwint). De Zwiepsche weg is nu aan de beurt; is hij aan den stadskant reeds gedeeltelijk bebouwd, ook oostwaarts, in de richting van het kasteel De Cloese, hebben de bouwondernemers hunne blikken gericht, terwijl mede de Stationsweg om zijn schoone heerenhuizen met smaakvol aangelegde tuinen een vriendelijken indruk maakt. v. In schrille tegenstelling met deze weelde, die timmerlieden en metselaars volop werk geeft, zijn de lage arbeidsloonen, die zelfs voor de beste krachten nimmer hooger stijgen dan 12 a 13 cent per uur. In dezen toestand werd tot heden lijdelijk berust, omdat de meeste werklieden nog iets extra's kunnen verdienen en bijna allen een plekje gronds bij huis hebben, waar zijn voornamelijk aardappelen en boontjes verbouwen. "Armoede is hier niet", vertelde mij iemand; "want hier wordt zooveel goed gedaan". Maar intusschen nemen sommige vrouwen hare kleintjes op den kruiwagen mee naar het veld, ziet men 's avonds oude moedertjes gebukt onder zware vrachten (dikwijls enkel loof en afval voor de geit) naar huis strompelen en loopen in het schoonst van den zoomer jongens en meisjes barrevoets door de bosschen, om brandhout in den vorm van dorre takken te verzamelen. De woningen van "de kleine luyden" zijn daarbij zeer primitief ingericht. Men opent de deur en is in de kamer; - geen portaaltje of gang. Zoodat een strenge winter wel niet tot de welkome vrienden van den Gelderschen arbeiders zal behooren. Doch voorloopig genoeg hiervan, daar we thans een vluchtig kijkje in de stad-zelve willen nemen. In de vroegere eeuwen van onrust heeft zij het bittere lot gedeeld van andere door den vijand begeerde plaatsen en in den Spaanschen tijd onderscheidden de burgers zich door hun persoonlijken moed. Werd Breda bekend door haar turfschip, Lochem kan wijzen op haar hooiwagens. Het gebeurde namelijk in 1590, dat de Spanjaarden uit Zutphen aan aanslag beproefden op het stedeke. Onder het hooi verstoken, lieten zij zich binnenrijden; maar "Portiers Jan" voelde onder het hooiplukken (toen een recht bij de poort) een laars en schreeuwde verraad. Onmiddellijk springen de soldaten tevoorschijn, allen over hoop stekende, die zij ontmoetten. Doch de wachtmeester Ballochi en zijn dapperen dreven hen weldra de poort weder uit. De portierszoon doodde den aanvoerder en ontving zijn loon. "Ballochi zoekt den Held, Wiens rechte den verrader heeft geveld, En gespt hem, voor elks oog, den degen om; En vaandrig Jan trekt op naar 't Heiligdom". 10 Landweg bij Hotel „Dollehoed" bij Lochem. Land van Lochem 2013 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2013 | | pagina 10