Daaroverheen kwam nog eens de grote stadsbrand van 1615, die ook hetgeen er nog van de gebouwen
over was, niet gespaard zal hebben. Mede als gevolg van de reformatie raakte het klooster ontvolkt.
In de rekening van de rentmeester der kloostergoederen over de jaren 1662, 1663 en 1664 komt onder
de ontvangsten de volgende post voor: 'Het Huijs ende behuijsinge neffens de plaetse van het cloester bij
de Schoele gekoft door Meijnt Hietberinck voor f 400,--'.
Het is niet duidelijk om welk huis het hier gaat. Het terrein blijkt trouwens in 1832 weer eigendom van
de stad Lochem te zijn.
De tijd van de reformatie
Een beeldenstorm of iets van dien aard heeft in Lochem nooit plaatsgevonden. De synode, welke in
1600 te Arnhem vergaderde, besloot aan het Hof te verzoeken om de altaren en andere 'overbliffselen des
pausdoms', welke zich nog in de parochiekerk bevonden, te doen 'uitroyen. Een tiental jaren later namen
Hof en Gedeputeerden van het Kwartier van Zutphen op aandrang van de kerkenraad maatregelen, om
de aan de katholieke eredienst herinnerende altaren en sacramentshuisjes en dergelijke, in de kerk van
het Groote Convent ter voorkoming van 'misbruiken' te laten verwijderen.
Ondertussen was pater Luimans steeds aan de kerk van het convent verbonden, hoewel hij ook enige
tijd de gereformeerde religie heeft aangehangen. Althans van 1582 tot 1597 zijn door hem de huwelijken
voltrokken en kinderen gedoopt in de kerk van Lochem zoals uit de bewaarde registers blijkt. Van 1574
tot aan zijn dood in 1607 heeft hij in het kloosterhuis gewoond.
De bewoning in de zeventiende eeuw
Het is opmerkelijk dat in het midden van de zeventiende eeuw volgens het verpondingskohier de bij het
klooster behorende kapel blijkt te zijn omgevormd tot school en dat het kloosterhuis wordt verhuurd
aan particulieren. Het klooster zelf wordt dan niet meer genoemd. Kennelijk was er grote behoefte aan
een schoolgebouw en kon de woning ook niet worden gemist. Ondanks de moeilijke tijden heeft herstel
van deze twee objecten dus geprevaleerd boven afbraak.
Het voormalige klooster
bezat veel renten en on
roerend goed, waaronder
het goed Kelholt in Klein
Dochteren en het goed
Weppelinck in Zwiep.
Het kloosterhuis werd
destijds verhuurd aan
Wolter Lansinck, zoon
van Johannes Lansinck,
die stadhouder van het
Scholtampt Lochem was.
Wolter was J.U.D.(doctor
in de beide rechten) bur
gemeester en secretaris
der stad Lochem, dus
met andere woorden 'zeer
geleerd'.
Hij betaalde aan huur 22
daalders of 33 gulden per
jaar, maar het was dan
ook een groot huis, zoals
we kunnen zien op een
door Gerrit Prop gete
kend kaartje van de situ
atie rond het jaar 1600.
Schuin onder nummer 3
(het Grote Convent) staat
het grote kloosterhuis.
9
Lochem 1600. 1. Stadhuis, 2. Kerk, 3. Grote Convent, 4. Kleine Convent, 5. Hof te
Lochem 6. Smeepoort, 7. Molenpoort, 8. Walderpoort, 9. Blauwe Toren, 10. Water
molen, 11. Windmolen, 12. Berkel, 13. Verlaat, 14. Binnengracht, 15. Buitengracht,
16. Weg naar Laren, 17. Weg naar Vorden, 18. Weg naar Barchem, 19. Weg naar
Zwiep, 20. De Gloep, 21. Weg naar Zutphen.
Land van Lochem 2013 nr. 1