Gerrit Helmus Snel
Lochems stadsschoolhouder en stadsrentmeester omstreeks 1800
Eddy ter Braak
Gerrit Helmus Snel was vanaf 1795 stadsschoolhouder in Lochem. Zijn carrière hier begon in
een roerige tijd: De Republiek der Verenigde Nederlanden was de Bataafse Republiek geworden.
Snel stond bekend als een zeer bekwaam schoolonderwijzer.
LochemOp den 26. Maart l.l. had hier een openlijk Schoolexamen plaats. De Magistraat en Gecommit
teerden uit de Burgerij dezer Stad, begaven zich met den Schoolopziener, des voormiddags ten 9 uren, naar
de School. Men vond aldaar 250 kinderen bijeen, welke allen wel gekleed, in de beste order, en in klassen
verdeeld, gezeten waren. Na het gebed, begon de kundige Schoolonderwijzer, G. H. Snel, met zijne twee
Ondermeesters het gewoon onderwijs, waarbij eene uitstekende goede orde en volkomen stilte plaats had;
elk bewonderde de vaardigheid en kunde van zeer veel leerlingen, bijzonder in het lezen en het uitnemend
fraai schrijven, ook in het rekenen toonden velen bijzonder wel bedreven te zijn. Hierna werden een aantal
vragen van onderscheiden aard, naar de vatbaarheid der kinderen, gedaan, en zeer juist beantwoord; men
gaf hun eenige vol fouten geschrevene opstellen, die zij allen zonder eenen misslag te begaan, verbeterden;
gelijk zij ook over het geheel zeer veel blijken van uitmuntende vordering gaven.
Des middags ten twee uren begaven zich alle de Leerlingen met hunne Onderwijzers naar de Kerk; een fraai
muzijk liet zich hooren; de Schoolopziener deed eene aanspraak; een aantal Leerlingen werden, namens de
Magistraat, de boeken, welke zij, elk in hunne klasse noodig hadden, uitgedeeld; terwijl ongeveer 50 Leer
lingen nog daarenboven met eereprijzen begiftigd werden.
7
W ic
o verwoordde schoolopziener Hermannus Joachim
Thomasson in 1806 het resultaat van zijn bezoek
laan de Lochemse stadsschool in het tijdschrift
'Bijdragen betrekkelijk den Staat en de Verbetering van
het Schoolwezen in het Bataafsche Gemeenebest'.
Het oordeel over de Lochemse 'schoolonderwijzer' G. H.
Snel in het verslag is bijzonder positief, zoals u hierboven
hebt kunnen lezen. De schoolopziener, Hermannus Joa
chim Thomasson, was destijds in Lochem een bekende en
gewaardeerde persoonlijkheid, die naast schoolopziener
V zelf ook lid was van de Lochemse magistraat (gemeen-
tebestuur). Van 1810 tot aan zijn overlijden in 1833 was
I hij burgemeester van Lochem.
f: V—r Zijn taak als schoolopziener heeft hij van 1806 tot 1825
iHMV ITff vervuld. Thomasson oefende toezicht uit in het 7e Gelders
district, dat een groot deel van de Gelderse Graafschap
omvatte. Vanaf 1816 deed hij dat samen met de Lochemse
dominee Philippus Silvergieter Hoogstad. Dit, omdat de
Zo kan het er op de school hebben uitgezien. taak hem, naast zijn vele andere taken, te zwaar werd.
Dat hij zijn lof over het functioneren van G. H. Snel
niet pro forma uitsprak, blijkt wel uit zijn verslag over de toestand van het onderwijs op de 25 scholen
in het district uit 1799. Daarin gaf hij over 22 onderwijzers een duidelijk oordeel: acht vond hij goede
onderwijzers, over vijf was hij redelijk te spreken, maar negen werden door hem als slecht aangemerkt!
De stadsschool van Lochem, destijds bekend als de Nederduitsche School, stond aan het Kloosterstraatje,
dat tussen de Achterstraat en de Zuiderwal lag. Nu heet het straatje de Schoolstraat. De school was sinds
1646 gevestigd in wat voordien de kapel van het Grote Convent was geweest.
Hoewel het een openbare school was, was er in die tijd sprake van een grote invloed van de Nederduitsch
Gereformeerde Kerk (later de Nederlands Hervormde Kerk genoemd) op de school. Samen met de
magistraat verzorgde de kerk ook het toezicht op de school en het onderwijs.
Toen in 1723 de schoolinstructie werd vernieuwd, werden als toezichthouders benoemd Gerrit Jan Tho
masson (namens de magistraat) en ds. Bernard Westenberg (namens de kerk). Een leerkracht moest dan
Land van Lochem 2013 nr. 1