de schuur van Klein Burink(zie boven). Vier ankerbalkgebinten dragen de kap, lengte ongeveer 10 m., breedte
circa 10, 80 m. De omtrek is dus vrijwel vierkant. Twee paar ankerbalkgebinten zijn (evenals bij Zwiepseweg
137) opgenomen in de kopse baksteenwanden. Nader onderzoek zou de naam van de timmerman kunnen
opleveren (in dienst van de Cloese). Volkskunst is vaak anoniem door gebrek aan diepergaand onderzoek!
Functie van de schuur
Een vraaggesprek met Gerrie Schot te Lochem, dochter van de laatste bewoners van de verdwenen boerderij
bracht zekerheid over het gebruik van de belangrijke schuur te Langen,
Zwiepseweg 137. Rechts naast de inrijdeuren aan de kopsevoorgevel tegenover de huidige woning bevond
zich een kolenhok, tevens bewaarplaats voor boerengereedschap. Daar achter een kleine koeienstal. Vervolgens
een paardenstal (1 paard) met daarachter een stal voor 2 koeien en 2 kalveren (alles in de zijbeuk). De schuur
wordt vaak als varkensstal aangeduid.
Dit komt door het feit dat in de linker buitenstijlruimte (bij de inrijdeuren) varkenshokken aanwezig waren
voor 2 of 3 varkens.
Tot slot was er stalruimte voor enkele kalfjes. Kort voor 1940 was er nog een kippenhok aangeplakt, aan deze
zijde. Onder het overstek van pannen werden onder meer vlas en bruine bonen te drogen gehangen. Onder de
schuur bevond zich een gierkelder voor de gierafvoer. Ook werd er hout gedroogd in het interieur.
Bouwkundige wijzigingen
Volgens de overlevering is er aan de achterzijde een ankerbalkgebint toegevoegd. Als er nieuw gebouwd werd
met houten gebinten, plantte men een eik aan die later voor bouwkundig gebruik nodig was. De trap nabij de
inrijdeuren van de voorgevel is in de periode Johanna Logtenberg toegevoegd, en dus niet origineel. Ook zijn
verschillende scheidingswanden massief gerenoveerd. Een opgeklampt oud deurtje (C1-C2 op tekening) zal
afkomstig zijn uit de door oorlogshandelingen verwoeste boerderij. Handgesmede scharnieren en profileringen
wijzen op een ontstaan in de vroege negentiende eeuw.
Dit secundair toegepaste deurtje heeft een breedte van 0, 75 m., en een hoogte van 1,67 m.
De rechterzijwand laat duidelijk wijzigingen zien in de machinale baksteenfragmenten en ook wat betreft
jongere stalraampjes (rechthoekig, begin twintigste eeuw).
Gebintvakken
De afstanden tussen de stijlen van de ankerbalken bedragen van voor naar achter 3, 40 m., 3,25 m. en 3,22 m.
Helemaal gelijk aan elkaar zijn de tussenafstanden dus niet. Dat lag aan de hulpmiddelen die de boerentim-
merman destijds gebruikte.
27
Land van Lochem 2012 nr. 3
Bewoners van het
boerenerf Zwiepseweg
137, Langen. V.l.n.r.:
Jan Willem Bokhorst *1890;
Gerrit Bokhorst *1850;
Wilhelmina Bokhorst* 1897;
Gerritje Mogezomp
7-12-1862.
Opname jaren twintig van
de vorige eeuw, Collectie:
Gerrie Slot, Lochem