Openstelling Nieuwe Begraafplaats 1936
Op 6 maart 1935 werden de beheersverordeningen door de Raad vastgesteld. Het eerste graf werd verkocht
op 11 januari 1936. De openstelling was vermoedelijk op 1 januari 1936, zeven jaren na stichting.
Op 13 maart 1952 vroeg de gemeentesecretaris van Doorn in een brief aan de secretaris van Loehem wie de
Nieuwe Begraafplaats te Lochem had aangelegd. Het antwoord was W.H. Wessel! Opmerkelijk is dat er niet
werd vermeld dat het ging om een aanleg gebaseerd op het ontwerpplan van Poortman. Pronken met ander
mans veren?
In 1957 werd er een rooms-katholiek gedeelte op de begraafplaats ingericht, omdat op de Oude Begraaf
plaats aan de Zutphenseweg geen plaats meer was. De begraafplaats bestaat thans uit een algemeen gedeelte,
een rooms-katholiek gedeelte en een islamitisch gedeelte. Er zijn gewone graven, urnengraven, oorlogsgra
ven, kinderhofjes en er is een strooiveld en urnenmuur.
De huidige, gepassioneerde begraafplaatsbeheerder A. Baarssen en zijn medewerkers werken in de geest van
Poortman.
Het leven en werk van Hugo Poortman (1858-1953)
Hugo Anne Cornelis Poortman, tuinarchitect en plantkundige, werd te Zwolle in 1858 geboren als zoon van
een predikant.
Als klein jongetje was hij al zeer geïnteresseerd in planten, tuinen en tuinarchitectuur. Na een vierjarige
HBS-opleiding behaalde hij op 21-jarige leeftijd het diploma aan het gerenommeerde Hooger Rijksinstituut
voor Tuinbouw in het Belgische Vilvoorde. Één jaar later kwam hij, op voorspraak van voornoemd instituut,
als tekenaar in dienst van de internationaal beroemde 'architecte-paysagiste' Edouard André te Parijs. Hij
klom snel op als chef de bureau en voerde in die hoedanigheid tal van opdrachten uit. André was een voor
stander van geometrische of formele tuinen dicht bij huis, met een aanleg die op geometrische motieven was
geïnspireerd, die veel overeenkomst vertoonden met de baroktuinen uit de tijd van Lodewijck XIV, echter
ingevuld met eigentijds één- jarig plantmateriaal zoals afrikanen, begonia's, salvia's en ageratum. De park
gedeelten verder van huis werden in de landschapsstijl aangelegd. Een stijl die zich kenmerkt door slinge
rende paden en wateroevers in een natuurlijk aangelegd park en landschap. De totale aanleg met formele en
informele tuin/park- en landschapsgedeelten, werd door André le style composite ou mixte oftewel gemengde
stijl, genoemd. In opdracht van zijn leermeester en de Franse regering ondernam Poortman in 1882 een wei
nig succesvolle reis naar het Andesgebergte en Ecuador om zeldzame en onbekende planten te zoeken.
In 1885 keerde Poortman terug naar Nederland, waar hij door toedoen van André de leiding kreeg over de
geometrische tuinaanleg van kasteel Weldam te Goor in opdracht van W.C.P.O. graaf van Aldenburg Ben-
tinck. Poortman voldeed zó goed dat hij in 1885 door de graaf werd aangesteld als tuinarchitect en
rentmeester. Echter met de vrijheid dat hij als zelfstandig parkarchitect mocht werken. Zodoende kon hij ook
eigen opdrachten aannemen. Vanaf 1906 gaf hij ook opdrachten door aan de tuin- en landschapsarchitect
Samuel Voorhoeve. Tot 1915 woonde en werkte hij in het rentmeestershuis op Weldam. Na opzegging van
zijn baan bij de graaf verhuisde hij, door ziekte, met zijn vrouw Betsy naar Oosterbeek, waar hij alleen als
tuin- en landschapsarchitect werkte. Oosterbeek beviel hem echter niet en een jaar later verkasten hij en zijn
vrouw weer terug naar Diepenheim. Nu huurde hij echter Huize "Peckedam", dat bij kasteel Nijenhuis hoort.
In het huurcontract was opgenomen dat hij de circa twee hectaren grote tuin zou onderhouden.
30
Portret van Hugo Anne Cornelis Poortman op oudere leeftijd
Land van Lochem 2012 nr. 2