Schoorvoetend betreed ik, door een kleiner toegangshek, de begraafplaats. Aan de rechterkant bevindt zich
een piramide in keien uitgevoerd met daarvoor een waterbron.
Ik word getroffen door de sfeer op deze begraafplaats: een rustplaats met graven in het bos. Aangelegd
in een ooit bestaand bosgedeelte met alleen dennen, waarin later bij aanleg van de begraafplaats in 1931
naaldbomen, zoals douglassparren, pijnbomen, tsugas, piceas omosikas, picea abies en abies concolor en
vele rododendrons zijn bijgeplant. Met op de hoofdas wederom een pad met aan weerszijden hagen van in
mei en juni bloeiende rododendrons, dat eindigt in een rondeel van rododendrons met daarvoor een brede
achttiende-eeuwse waterbak van Bentheimer zandsteen. Boven de waterbak een stenen plaquette met de
woorden: Keert stof tot stof. De ziel derft d'Eeuwigheid A.C.W. Staring.
Als je op de hoofdas loopt lijkt het net of je een wandelpark betreedt, omdat je de graven nauwelijks ziet
liggen. Het verkeerslawaai is hier verstomd, alleen de vogels fluiten. Zo heeft de ontwerper het ook be
doeld. Veel bemoste graven met hier en daar (bloeiende) rododendrons op het oudste, rechter gedeelte en
bloemen en andere eerbewijzen op de recentere graven.
Op de terugtocht ontwaar ik in de aula van het poortgebouwtje, daarop geattendeerd door de begraafplaats
beheerder, de vier glas-in-lood ramen vol met gebrandschilderde rouw- en grafsymbolen
1. De zandloper als symbool dat het leven eindig is. De omkeerbaarheid van de zandloper, die in de christe
lijke traditie gezien wordt als het nieuwe leven na de opstanding.
23
Rechte of formele hoofdas met aan het eind het rondeel
Het rondeel van rododendrons en waterbak met daarboven de plaquette met opschrift
Land van Lochem 2012 nr. 2