Nadere uitleg over het gebeurde in Hoogeveen Wanneer en waardoor ds. C.A.W. Hein zieh bekeerde tot het gedaehtegoed van de patriotten, is niet hele maal duidelijk. R. Blokhuizen geeft in zijn artikel 'De Familie Hein' in Den Nieuwen Drentschen Volksal manak van 1928 als mogelijke verklaring voor de verschillende keuzes van de beide broers: "Meer oppervlakkig zal het verwondering baren, dat ds. (C.H.) Hein de meer vrijzinnige beginselen van zijn ambtsdrager (bedoeld wordt hier ds. Riemsdijk, met wie ds. C.H. Hein in Meppel in onmin leefde) niet deelde, daar ook zijn oudere broer C.A.W. Hein, toen nog predikant te Almen en van 1779-1788 predikant te Hoogeveen, minder aan de oude leer der kerk vasthield en niet bijzonder Oranjegezind was, terwijl ook hun vader George Hendrik Hein de vrijzinnige beginselen was toegedaan. De beide predikanten Hein hadden gestudeerd te Harderwijk en toch bestond er verschil van beginselen en overtuiging. Vanwaar dit verschil? Het schijnt, dat de oudste zoon meer onder den invloed zijns vaders en de jongste onder die zijner moeder heeft gestaan. De moeder, Johanna Sidonia Huneveld, had de traditie van haar vader ds. C.W. Huneveld, iemand gehecht aan de leer der Kerk, trouw bewaard en door haar invloed overgeplant op haar jongsten zoon." In die tijd liep door de gehele Nederlandse samenleving als het ware een scheidslijn. Men behoorde of tot het kamp van de patriotten of tot dat der prinsgezinden. De oorzaak hiervan was, dat het in het laatste kwart van de achttiende eeuw met de economie in ons land sleeht ging en het politieke systeem corrupt en ondoorzichtig was. Het land werd geregeerd door regenten, die voornamelijk hun eigen belang beschermden en door een stadhouder, Willem V, die weinig tot niets deed voor het volk. De machteloze bevolking maakte zich zorgen over het verval. Helemaal, toen Engeland ons in 1780 de oorlog verklaarde en onze economie definitief instortte. Vanaf dat moment politiseerde de samenleving. Er brak een revolutionaire periode aan. Dank zij de invloed van de Verlichting hadden burgers geleerd, dat ze recht op een eigen mening hadden. Twee groepen bestreden elkaar: patriotten (veelal afkomstig uit de gegoede burgerij) en orangisten (het lagere volk en de regenten). De patriotten, die zich de ware vaderlanders noem den, waren tegen de stadhouder. Ze waren voorvechters van individuele vrijheid, vrijheid van meningsuiting, verzet tegen de aristocratie en erfelijke ambten. En ook streden ze voor gelijkheid van protestanten, joden, katholieken en andere geloofsgemeenschappen. Allemaal ideeën die via de Franse natuurfilosofen, als Diderot, d'Holbach en anderen, van de Nederlandse filosoof Baruch Spinoza stamden. De patriotten mobiliseerden zich vanaf 1783 in vrijkorpsen of gewapende genootschappen. Daarin bereidden ze zich, zo zeiden ze, voor op de verdediging van ons land tegen buitenlandse vijanden, maar eigenlijk bereid den ze zich meer voor op een machtswisseling. Ze slaagden erin om in enkele steden de macht in handen te krijgen. Toen ze echter in 1787 de vrouw van de stadhouder enige uren bij Goejanverwellesluis wisten vast te houden, ging het mis voor hen. De broer van de prinses, de Pruisische koning, nam wraak op de belediging die zijn zuster was aangedaan door met een groot leger ons land binnen te vallen. Hij wist daarmee de macht der Oranjes te herstellen. Binnen een maand waren de patriotten uitgeschakeld. Tienduizenden van hen ontvluchtten ons land richting Frankrijk. Ds. C.A.W. Hein kwam in 1779 in Hoogeveen terecht en bleef daar tot 1788. Hij begon daar dus in de periode van grote strubbelingen tussen de patriotten en de prinsgezinden. Hij moest uiteindelijk het veld ruimen, kort nadat de Pruisische troepen de macht van de stadhouder hersteld hadden en de prinsgezinden het volledig voor het zeggen kregen. Toen ds. C.A.W. Hein in Lochem woonde, heeft hij een zogenaamd pamflet geschreven. Daarin heeft hij een poging gedaan zich tegenover het Nederlandse volk te verdedigen tegen hetgeen, waar hij in Hoog- eveen en Assen van was beschuldigd. Die mogelijkheid hadden de officiële instanties hem namelijk niet willen toestaan. Het pamflet werd in 1790 uitgegeven. U moet zich in dit geval zo'n pamflet niet voorstellen als een groot vel papier vol tekst, maar als een boekje (met een inhoud van 140 bladzijden). Het droeg de zeer uitgebreide titel: "Echte Opgaave en Verhaal van de redenen en de wijze op welke C.A.W. Hein, predikant op het Hoogeveen, door Hun Ed. Mog. Drost en Gedeputeerde Staaten der Landschap Drenthe, van zijnen dienst ontzet en hem door Hun Ed. Mog. De Staaten van gemelde Landschap de inwoning in het zelve is ontzegt; in het licht gegeven door bovenge noemde Predikant, voor de waarheid lievenden." Uit de titel blijkt al wel, hoe hoog het hem zat. Hij voelde zich onterecht behandeld en wilde dat de natie laten weten. Voordat ds. Hein in zijn geschrift uiteen ging zetten, wat het Landschapsbestuur hem had aangedaan, ver meldde hij eerst een tweetal gebeurtenissen, welke volgens hem een voorname rol bij zijn ambtsuitzetting en verwijdering uit Drente hadden gespeeld. Land van Lochem 2012 nr. 2 15

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2012 | | pagina 15