De verhouding tussen beide broers was in die jaren blijkbaar nog goed. Maar waarschijnlijk zal daar in de volgende jaren verandering in zijn gekomen, want C.A.W. Hein werd steeds meer een vurig aanhanger van de partij der patriotten, terwijl C.H. Hein met minstens evenveel overtuiging de prinsgezinden steunde. C.H. Hein blijkt de patriotten, en daarmee dus ook zijn broer, voor 'landbedervers' en 'volksberoerder' te hebben uitgemaakt. Beiden werden uiteindelijk het slachtoffer van hun eigen onverzettelijkheid binnen de gespannen poli tieke verhoudingen van die tijd: C.A.W. Hein werd op grond van beschuldigingen van patriottische uitingen op de kansel op 1 oktober 1788 uit zijn ambt gezet. Hij had dit, ondanks de 'zware' beschuldigingen die tegen hem werden geuit, kunnen voorkomen, als hij de eed van trouw, die alle ambtenaren, predikanten en magistraatpersonen moesten afleggen, had willen ondertekenen. Ds. Hein zag dit echter als een knieval voor de voorname lijk prinsgezinde overheid en daarom weigerde hij. Doordat hij in zijn afscheidspreek de personen, die tegen hem hadden getuigd, ook nog eens van meineed beschuldigde, werd zijn straf verzwaard met een levenslange verbanning uit het 'Landschap Drenthe'. Zijn broer C.H. Hein trof enige jaren later, in 1795, deels hetzelfde lot. Toen in dat jaar stadhouder Willem V, voor de komst van het Franse leger naar ons land, met zijn gezin naar Engeland was ge vlucht en de patriotten de Bataafse republiek hadden uitgeroepen, moest broer C.H. Hein een verkla ring, in oktober 1795 uitgegeven door de volksrepresentanten, ondertekenen. Als overtuigd orangist weigerde hij dit te doen. Het gevolg hiervan was, dat ook hij uit zijn ambt werd gezet. C.H. Hein werd echter een jaar later weer in zijn ambt hersteld. Hij stond daarna nog op de kansel in Giethoorn (1797), in Gorredijk (1799) en tenslotte in 1802 in Lage, net over de Duitse grens. Daar overleed hij op 29 juli 1813. C.A.W. Hein heeft geen ambt meer vervuld. Mogelijk speelde zijn leeftijd hierbij een rol: hij was ondertussen 64 jaar oud. Het echtpaar vertrok uit Hoogeveen eerst naar Friesland en vandaar naar Lo- chem, vanwaar zijn vrouw afkomstig was. Hier woonde het gezin tot C.A.W. Hein in 1794 overleed. Zijn vrouw bleef in Lochem wonen en overleefde hem nog 14 jaar. 14 De (oude) pastorie aan het Besselinkspad te Almen Land van Lochem 2012 nr. 2

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2012 | | pagina 14