middelen worden aangetoond. De discussie hierover is echter nog niet afgerond. Tijdens de "Frankisering" in de Karolingische tijd neemt de be woning van het platteland overal toe. De nieuwe nederzettingen be staan, net als in Laren, meestal slechts uit een of twee woonstal- boerderijen met bijgebouwen en waterputten. Sterker dan voorheen worden de lagere flanken van de grote dekzandruggen en rivier duinen voor bewoning opgezocht. Door deze landinrichting komt meer landbouwareaal op de dek- zandhoogte vrij en is er meer ruimte voor landbouw. Ook de Karolingische erven van de Boerkampopgraving zijn, naar de trend van die tijd, aan de lage kant van de dekzandrug gebouwd dichtbij de natte weilanden. Aan de hoge kant lag de goed te bewerken landbouwgrond. Of de erven onderdeel waren van een toenmalig "hofstelsel" kan niet uit de vondsten worden afgeleid. De landbouwgronden uit de Karolingische tijd ontwikkelden zich, in de loop van de middeleeuwen, vaak tot essen en enken. Dat gebeurde ook op de locatie van de Karolingische erven. Daar liggen nu nog de Ooster- en Westerenk. De mensen bleven In de Karolingische tijd ook langer op één plaats wonen. De nederzettingen groeiden uit tot echte dorpen. De Karolingische nederzettingen bij de Boerkamp waren na de 9e eeuw op deze plek verdwenen. Deze nederzetting is dus geen rechtstreekse voorloper van het dorp Laren dat pas in 1294 in historische bronnen wordt vermeld. (*)Toen het Frankische Rijk in de zevende en achtste eeuw zijn gezag over onze streek uitbreidde, vormden ze bestuurseenheden, gouwgraafschappen genoemd. De invloed van de Franken op Oost Nederland wordt pas merkbaar na de daadwerkelijke Frankische verovering van Oost-Nederland (Saksen oorlogen 772 - 804). De veranderingen in onze streek en de inlijving in het Frankische rijk, in de archeologie "Frankisering" genoemd, bracht grote materiële, godsdienstige en bestuurlijke veranderingen. Het hofstelsel is een in de Vroege Middeleeuwen ontstane wijze van exploitatie van landgoederen (hoven en domeinen). Een landgoed of domein werd georganiseerd rond een centrale hof. Daaromheen lagen de boer derijen van de horige boeren. Elke boer had een stuk 'eigen' grond door de heer aan hem verstrekt. De boeren moesten ook als herendienst het aan de centrale hof toebehorende land bewerken of op gezette tijden van bepaalde goederen uit de productie van het eigen land leveren. Vragen en/of reacties zijn welkom: j.kleinen@hetnet.nl, 7 Frankisch erf met palissade, waterput en spieker. Gezien vanuit een standpunt achter "Welkoop Laren". (Tekening van Robin Shields). Bronnen (1) H.M. van der Velde en P.H.J.I. Ploegaert met specialistische bijdragen van S.B. Bloo, H. van Haaster en W Jezeer, ADC Archeoprojecten rapport 219. (2) Jan Kleinen, "Zwervende IJzertijd-erven onder de Boerkamp in Laren", in: Land van Lochem, 2010, nummer 2, jaargang 9, pagina's 19 e.v (3) C.S.TJ. Huijts De voorhistorische boerderijbouw in Drenthe: reconstructiemodellen van 1300 vóór tot 1300 na Chr., Uitgave Stichting Historisch Boerderijonderzoek, Arnhem 1992. (4) H.T. Waterbolk, Getimmerd Verleden: Sporen van voor - en vroeghistorische houtbouw op de pand en kleigronden tussen Eems en IJssel, Bakhuis Publishing, Groningen, 2009. (5) Reproductie van dit reconstructiemodel met toestemming van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed. (6) Nagebouwd in het Historisch Openluchtmuseum in Eindhoven. (7) Roy van Beek, Reliëf in Tijd en Ruimte: Interdisciplinair onderpoek naar bewoning en landschap van Oost Nederland tussen vroege prehistorie en middeleeuwen, Proefschrift universiteit van Wageningen, 2009. Land van Lochem 2010 nr. 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2010 | | pagina 7