Spiekers, bijgebouwen, omhei ning, waterputten en kuilen De opgraving toonde de complete inventaris van vroeg middeleeuwse erven. Een klein bouwwerkje als schuur, 19 spiekers en enkele diepe kuilen ten behoeve van het bewa ren en opslaan van materialen, voorraden en oogsten. In een beperkte periode van de be bouwing was er een hekwerk van naast elkaar staande palen als erf- omheining of verdedigingswerk. Deze palissade heeft er niet altijd gestaan. De laatste boerderijsporen liggen over de palissadesporen heen. Toen was de omheining dus niet meer in functie. Waterputten zorgden voor gezond drinkwater. De uitgeholde boomstam werd tot onder het grondwaterpeil ingegraven. De eerste boeren van 5000jaar geleden kenden al boomstamwaterputten. Zij gaven vaak de voor keur aan drinkwater uit een waterput boven het oppervlaktewater uit de omgeving. Ook in Laren nam men liever de moeite om putten te slaan. Specialistisch onderzoek van zaden In waterputten worden organische resten beter bewaard dan in het droge dekzand waarop de boerderijen meestal werden gebouwd. In de modder uit de Larense put werden resten gevonden van haverkorrels en kafnaalden. Een bewijs dus van haverteelt. De aangetroffen resten van oeverplanten laten zien dat de erven in de buurt van natte graslanden stonden. In een paalgat werden korrels pluimgierst aangetroffen. De aanwezigheid van pluimgierst op deze vindplaats is opmerkelijk omdat deze sinds de Romeinse tijd weinig meer werd verbouwd. De andere twee cultuurgewassen die, naast haver, in de vroege middeleeuwen het meest werden verbouwd te weten rogge en gerst, werden niet aangetroffen. De Frankische context van de erven Na de ineenstorting van het Romeinse Rijk, tijdens de volksverhuizingen, waren onze streken dun bevolkt. Dat gold vooral voor de 5e eeuw na Chr. De hogere gronden langs de Berkel en haar zijrivieren waren en bleven echter vanaf de vroege prehistorie een belangrijke, van oost naar west georiënteerde 'corridor' van bewoning en menselijke activiteit (7, p. 386). De bewoning was hier dicht in vergelijking met het omringende land dat praktisch onbewoond was. De Berkelcorridor, met onder meer Laren en Lochem, was mogelijk een vroegmiddeleeuws "Kerngebied" of "Gouwgraafschap" Het instituut gouw is uit historische bronnen bekend. Of de Berkelcorridor in die tijd ook bestuurlijk een van de Oost-Nederlandse gouwen was kan nu nog niet overtuigend met archeologische 6 Hiernaast staat een reconstructiemodel van de laatste boerderij van de opgraving (het type Gasselte A). Deze boerderij is 7 meter breed en 23 meter lang (de overige boerderijen zijn korter en minder breed). Door het plaatsen van dakdragende buitenstijlen aan de buitenkant ontstaat een enigszins bootvormige, voor die tijd moderne, constructie. Een gevolg is dat het middenstuk, het gedeelte met het haardvuur, daardoor meer woonruimte heeft. Indruk van het ruime interieur. (5) Land van Lochem 2010 nr. 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2010 | | pagina 6