Twee jaar later vertrok het echtpaar naar Apeldoorn, waar ze een huis betrokken aan de Eendrachtsche Grint
weg, in de tegen Apeldoorn aan gelegen buurtschap Brink en Orden. Johannes vond in Dieren een baan als
arbeider in een fabriek. Het echtpaar kreeg negen kinderen, waarvan er ook maar vier in leven bleven!
Hij begon pas na 1900, na de dood van zijn vader, met het schilderen. Mogelijk bracht de aanwezigheid van het
oude schildermateriaal van zijn vader hem er toe het ook eens te proberen. Het beviel hem blijkbaar, want vanaf
dat moment heeft hij veel schilderijen gemaakt. Daarbij is ook een aantal kopieën van het werk van bekende
kunstenaars. Het liefst schilderde hij echter het Veluwse heidelandschap met één van haar vele schaapskuddes.
Net als zijn vader is Johannes zijn leven lang amateurschilder gebleven. Hij heeft altijd de kost verdiend als
fabrieksarbeider. Op 21 juli 1941 overleed hij als gevolg van een hartaanval.
Gerrit Everhard en Everhard volgden hun broer
In het najaar van 1893 kwam ook een tweede zoon van Gradus, Gerrit Everhard, naar Apeldoorn. Hij was
ondertussen in Rijssen getrouwd. Hij was huisschilder, net als zijn vader. En in de zomer van 1895 volgde
Everhard, de derde zoon. Ook hij was huisschilder van beroep.
Gradus ook naar Apeldoorn
Op 3 februari 1896 volgde Gradus zijn drie zonen.
Ook hij trok naar Apeldoorn en ging daar bij zoon
Johannes en zijn gezin in huis wonen. Het jongste
lid van het gezin van Gradus, dochter Anna
Elisabeth, vertrok op dezelfde dag als haar vader
uit Lochem. Zij ging echter niet mee naar
Apeldoorn, maar vertrok naar Enschede om daar
als dienstbode te gaan werken. Een jaar later kwam
ze toch naar Apeldoorn. En ook zij trok in bij
Johannes en zijn gezin. Zo waren in 1897 alle nog
levende leden van het gezin van Gradus ten Pas in
Apeldoorn terecht gekomen.
Anna Elisabeth is daar wel een paar keer weer weg
geweest, maar toen ze op 9 maart 1902 op 25-ja-
rige leeftijd stierf, stond ze weer bij hen ingeschre
ven. Ze is heel triest aan haar einde gekomen: ze
pleegde zelfmoord door zich in het riviertje de Grift
te verdrinken, een zoontje van 4 jaar achterlatend.
Uit de datering op enkele van zijn in Apeldoorn
geschilderde schilderijen blijkt, dat Gradus al voor
1896 gedurende een aantal jaren een paar keer in
de stad moet hebben verbleven: de Ordermolen
schilderde hij in 1890, een kerkje in Beekbergen
in 1891, de smederij in de Griftstraat in 1893 en
het Uddelermeer in 1895.
Waarom hij in de jaren 1890 tot met 1892 in
Apeldoorn verbleef en bij wie hij verbleef, is niet
bekend. Pas vanaf 1893 kon hij onderdak hebben
gevonden bij zijn eigen zonen Johannes en Gerrit Everhard en vanaf 1895 ook bij zijn zoon Everhard.
De reden voor Gradus om naar Apeldoorn te verhuizen, zal bijna zeker met het vertrek van zijn dochter naar
Enschede te maken hebben gehad. Waarschijnlijk was hij niet meer in staat goed voor zichzelf te zorgen. Zijn
leeftijd, hij was ondertussen 63 jaar oud (voor de meeste mensen in die tijd een hoge leeftijd) en zijn drank
verslaving zullen er een grote rol bij hebben gespeeld. In Apeldoorn ging hij immers niet op zichzelf wonen,
maar trok hij, zoals eerder vermeld, bij zoon Johannes en schoondochter Johanna in.
Hij verhuisde volgens het Bevolkingsregister ook nog met het gezin mee naar een woning in de Hofstraat. Maar
op den duur zal het tussen Gradus en zijn familie toch niet zo goed hebben geboterd, want in 1898 verhuisde hij
alleen naar de Korte Kanaalstraat. Tussendoor moet hij ook nog korte tijd in de kost zijn geweest buiten Apeldoorn,
bij de eigenaar van café 'Den Eikenboom' in Loenen. Daar moet nog steeds het toen door Gradus gemaakte
schilderij met de afbeelding van het café aan de wand hangen.
Opmerkelijk is, dat op het overlijdensbericht van Gradus vermeld staat, dat hij voor zijn opname op Het Hooge-
land in het buurtschap Wormen bij Apeldoorn had gewoond. Het Bevolkingsregister vermeldt hier echter niets
over. In Wormen woonde destijds zijn jongste zoon Everhard. Gradus is dus blijkbaar op het laatst van het ene
adres naar het andere getrokken.
26
Johannes ten Pas
Land van Lochem 2010 nr. 3