Het huis is door Simmelink na hun vertrek lange tijd als schuur gebruikt. Simmelink gaf Gradus en zijn gezin, na zijn huis gekocht te hebben, voor enige jaren onderdak in een kleine woning van hem aan de Bierstraat. Hier overleed Grada op 4 augustus 1888, slechts 40 jaar oud. Gradus bleef weer achter met zijn kinderen, die alle vier nog bij hem woonden. Drie ervan waren volwassen of bijna volwassen. Alleen de 12-jarige Anna Elisabeth was nog een kind. Verhuizing naar de Larenseweg In de jaren '90 verhuisde het gezin naar de Larenseweg nr. 7, naar één van de zo genoemde 'Biljardthuisjes'. Dit huizencomplex werd ook wel de 'Kolonie' genoemd, vanwege de samenklontering van huisjes en de des tijds nogal afgelegen ligging op de hoek van de Larenseweg en de Koedijk. De 'Kolonie' was ontstaan, doordat aan de kant van de Larenseweg tegen het woonhuis van de familie Biljardt in de loop der tijd een aantal huisjes waren gebouwd. Aan de kant van de Koedijk waren daar in de loop der tijd nog een huisje en een werkschuur aan toegevoegd. Omdat de woninkjes klein en primitief waren, werden ze meestal gehuurd door de armste bewoners van Lochem. De huur bedroeg, al naar de grootte, f 0,75 a f 1,00 per week. Hoe lang Gradus en zijn familie hier gewoond hebben, is niet bekend. Van hier uit zijn ze nog een keer verhuisd naar de Haalmansweg. Dat was destijds een achterafweggetje met een aantal kleine huisjes. Daar moet de familie samen met de families S. Stern, J.W. Beumkes en B. Fleming in een blokje huizen hebben gewoond. Als laatste adres in Lochem van Gradus en zijn kinderen staat nog een keer de Bagijnenstraat (A816) aangege ven. De verkoop van zijn woning en de daarop volgende behoorlijk snel wisselende adressen en ook het soort wo ning, dat het gezin na het vertrek uit de Bagijnenstraat betrok, maken duidelijk, dat het Gradus in financieel opzicht niet goed ging. Voor wat betreft de oorzaak of oorzaken hiervan, blijft het gissen. Maar, zoals eerder al aangegeven, waarschijnlijk zal het veelvuldig drankgebruik door Gradus hier een rol in hebben gespeeld. Onderzoek naar gegevens over het drankgebruik van Gradus bij het Regionaal Archief Zutphen leverde echter geen doorslaggevend bewijs in die richting op. In dit archief is een tweetal registers te vinden van opgemaakte processen-verbaal wegens openbare dronkenschap in de gemeente Lochem gedurende de periode 1886-1895 en 1895-1907. Daarin leverde het zoeken naar de naam G. ten Pas echter geen resultaat op. Met andere woorden: Gradus kan gedurende zijn leven wel regelmatig veel gedronken hebben, maar voor openbare dronkenschap is hij in ieder geval in de periode 1886-1896, dus tot zijn vertrek naar Apeldoorn, nooit veroordeeld! Dat was wel geheel anders bij Reint en Antonie Kelholt, Derk Jan Lenderink, Johan Anton Dieperink, Hendrik Jan Weppelink, Johannes van der Woudt ('Hans de scherensliep'), Sjoerd Boivin en niet te vergeten Derkjen Bol, de enige vrouw in dit illustere gezelschap. Deze personen worden in het bovengenoemde 'Register van opgemaakte processen-verbaal wegens dronkenschap' vele malen genoemd. Het ontbreken van de naam Gradus ten Pas in genoemd register is het toch opmerkelijk, omdat hij als notoire dronkaard bekend stond en staat. De 'Kolonie', gezien van de kant van de Larenseweg, getekend door L. Pasman van Lochem 2010 nr. 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2010 | | pagina 24