bevolkingsregister zo vermeld. De Bagijnenstraat stond in die tijd helemaal niet in het bevolkingsregister ver
meld, al stond de naam wel degelijk op de kaarten uit die tijd! Schoonvader Garrit Willemsen was in 1831 al
overleden.
De eerste huwelijksjaren moeten voor het echtpaar Ten Pas geen gemakkelijke jaren zijn geweest. Hun eerste
vier kinderen stierven allen kort na de geboorte. Die hoge kindersterfte was echter in die tijd niet ongewoon.
In 1864 kocht Gradus het huis van de weduwe van Derk Groenouwe, dat naast dat van zijn schoonmoeder stond
(nr. 71 op bovenstaande kaart). Het bracht hen wel een eigen woning, maar niet direct een verbetering voor wat
betreft hun kinderwens. Ook hun vijfde kind stierf kort na de geboorte. Gelukkig volgden er daarna twee zonen,
die wel in leven bleven, Gerrit Everhard (1866) en Johannes Albartus(1869). Maar hun achtste kind bracht het
weer niet verder dan enkele dagen. In 1872 volgde hun negende en laatste kind, Everhard. Hij was de derde van
hun negen kinderen die de leeftijd van volwassene bereikte.
Of dit voortdurende kinderverlies van invloed is geweest op het drankgebruik van Gradus, is niet bekend. De
realiteit gebiedt te vermelden, dat overmatig drankgebruik in die tijd bepaald niet ongebruikelijk was. Dat had
alles te maken met de slechte arbeidsomstandigheden. De arbeiders kregen weinig loon en ze waren meestal
ook niet zeker van hun baan. Tegen de telkens terugkerende tijden van werkeloosheid was toen ook nog geen
verzekeren mogelijk.
Vooral als de winter naderde werden velen naar huis gestuurd en leden de gezinnen gebrek door het volledig
ontbreken van inkomen. Het gevolg was, dat bij grote groepen arbeiders armoede, onverschilligheid, gezinsleed
en alcoholisme hand in hand gingen. Het aantal café's waar getapt werd, was in die tijd in Lochem behoorlijk
hoog. In 1893 stonden er 26 tappers geregistreerd. Vooral het drinken van een borrel was in die tijd gemeen
goed. Net als overal in ons land was ook in Lochem de drankellende onder de bevolking een groot probleem. In
1896 kregen 54 personen een proces-verbaal wegens openbare dronkenschap. Een jaar later waren dat er al
100! En dat op een bevolkingstotaal van nog geen 4000 inwoners!
Ook is niet bekend, hoe erg Anna Elisabeth onder het steeds weer terugkerende verlies van haar kinderen
geleden heeft. Feit is wel, dat ze al op 45-jarige leeftijd (op 20 april 1875) overleed. Gradus bleef achter met de
drie kinderen. Hij vond snel weer een andere partner. Slechts twee maanden na het overlijden van Anna Elisabeth
trouwde hij opnieuw.
Het tweede huwelijk van Gradus
Op 2 juni 1875 trouwde hij in Ruurlo met Grada Zwolman. Zij was op 21 februari 1848 in Lochem geboren en
van beroep boerenwerkster. Gradus was toen 42 jaar en Grada 27 jaar.
Uit dit huwelijk werd één kind geboren, Anna Elisabeth, vernoemd naar zijn eerste vrouw.
Het echtpaar heeft met hun vier kinderen nog acht jaar in het huis aan de Bagijnenstraat gewoond. In 1883
verkocht Gradus het huis aan de Bagijnenstraat (waarschijnlijk uit geldgebrek). De nieuwe eigenaar werd Jan
Simmelink. Hij was de eigenaar van het schildersbedrijf bij wie Gradus op dat moment mogelijk in dienst was.
22
Een gedeelte uit Kadastrale kaart van 1883
met daarop de Bagijnenstraat. Gradus en
zijn gezin woonden eerst op
kadastraal nummer 70 en daarna op 71.
Land van Lochem 2010 nr. 3