Schilders van Apeldoorn
Gradus en Johannes ten Pas
s
8
3
Een uitgave van CODA ter gelegenheid van de
tentoonstelling 'Schilders van Apeldoorn.
Gradus en Johannes ten Pas' in CODA Museum
3 december 2005 t/m 12 februari 2006.
Gradus ten Pas 'een Apeldoornse schilder'! Dat is toch wel opmerkelijk voor iemand, die slechts drie jaar in
Apeldoorn heeft gewoond. Feit is wel, dat hij de stad een aantal voor de Apeldoornse geschiedenis belangrijke
schilderijen heeft nagelaten. Net als hij dat deed voor Lochem!
De Apeldoornse pers besteedde destijds veel aandacht aan de expositie. De expositie trok ook veel bezoekers.
De levensgeschiedenis van Gradus ten Pas
De achternaam Ten Pas voor Gradus heeft een opmerkelijke en wonderlijke achtergrond. Op 4 juli 1675 trouwde
ene Berendt Hiddinck in Lochem met Fenneken Driessen. Hij kwam oorspronkelijk van de buurtschap Oosterwijck
bij Zelhem en zij van de buurtschap Heercke bij Markelo. Wanneer ze zich in Verwolde gevestigd hebben, is
niet bekend. In het 'Doopboek van de Nederduits Gereformeerde Gemeente Lochem' staat vermeld, dat op 26
02-1684 Berendt Hiddinck, wonende op den Pas in Verwolde, zijn dochter Aeltjen had laten dopen. Volgens
G.J. Beuzel in zijn boek Mijn naam is Beuzel) moet er in die tijd in Verwolde een boerderijtje met de naam
'Op den Pas' hebben gestaan. Het kan ook zijn, dat het boerderijtje 'Pas', of 'de Pas' heette. Omdat Berendt op
boerderij '(de) Pas' was komen wonen, werd in het doopregister vermeld "wonende op den Pas". Het was
destijds een veel voorkomend gebruik, dat mensen, die op een boerderij kwamen wonen, als achternaam de
naam van de boerderij aannamen. Daarom werd Berendt Hiddinck in Verwolde Berendt op den Pas, Berent Pas,
Berendt ten Passe, of Berent ten Pas genoemd. Niet erg eenduidig, maar met al deze verschillende schrijfwijzen
van zijn naam staat hij wel in de registers vermeld! De twee kinderen uit zijn eerste huwelijk werden ingeschre
ven als Aeltjen en Berend ten Pas, de kinderen uit zijn tweede huwelijk echter als Gerrit op den Passe en
Hendrik Pasman(!). Nadat Gerrit op den Passe na zijn huwelijk op de boerderij Blankebiele was gaan wonen,
noemde hij zich, zoals te verwachten was, Gerrit Blankebiele.
Gradus is een nakomeling van Berend ten Pas, zoon uit het eerste huwelijk van Berend Hiddinck/ Op den Passe.
Het lijkt dus niet zo vreemd, dat hij de achternaam Ten Pas droeg. Maar zo eenvoudig is dat toch niet. Oma
Geesken ten Pas trouwde in 1784 in Zutphen met (Berend) Hendrik Bitter(s). Uit de gegevens van het huwelijks-
register blijkt, dat ze daar bij hun huwelijk ook woonden. Ze kregen twee kinderen, Johanna en Willem. Bij de
aangifte in 1787 in het geboorteregister van Lochem (en niet in Zutphen!) van de jongste, zoon Willem, staat
vermeld "getuige Geertje Vlessers, aangehuwd oud moeije, bij absentie van deszelfs vader Hendrik Bitter".
Geesken bleek op dat moment al weer zonder Hendrik in Lochem te wonen. Hij was weer uit haar leven
verdwenen. Waarom is niet bekend. Maar misschien heeft het volgende met zijn verdwijning te maken?
In 1788 liet een patriot H. Bitter, timmermansknecht uit Zutphen, zich in de Noordfranse garnizoensstad St.
Omaars inschrijven om aanspraak te kunnen maken op onderdak en een uitkering.
18
ÖCODA Apeldoorn, 1005. Nioli urt
vcrYcewoud:(jd «rt/of openbar pcnta
fotokopie-, microfBm, internet
verspreid ingsmojelijkheden offipjA>l!
voorafgaande schflrteltlke
f uitgave m jq worden
i'door middel ven druk,
ere of entje re
wijze dan ook, zonder
ian de uitgaver.
Bovenstaand de omslag van een mapje ansichtkaarten met afbeeldingen van schilderijen van vader en zoon Ten Pas, uitgegeven
door het CODA ten tijde van de expositie in 2005/2006.
Land van Lochem 2010 nr. 3