En bij degenen die al wel een toestel bezaten, was de interesse om het Lochem van die tijd in beeld vast te
leggen blijkbaar niet zo groot.
Gradus ten Pas heeft dat met zijn kwast wel gedaan. Veel van wat op zijn schilderijen is te zien, is in de loop der
jaren verdwenen, opgeofferd aan de moderne tijd. Het schilderij de 'Blauwe Toren', waarvan in het 'Land van
Lochem' van december 2009 een afbeelding stond, is daar een goed voorbeeld van. Het schilderij toont ons een
stukje Lochem, waarvan verder geen andere afbeelding is overgebleven. Afgezien dan van enkele bouwtekeningen
van het bouwwerk, maar daarop is de Blauwe Toren niet geplaatst in zijn omgeving aan de gracht.
Al wel aandacht voor Gradus en Johannes ten Pas als Apeldoornse schilders
Tot nu toe is er in Lochem niet veel aandacht besteed aan de schilder Gradus ten Pas en zijn leven. Anders is dat
in Apeldoorn, waar hij in 1896 ging wonen. Ook daar schilderde hij, al was het maar gedurende drie jaar, stad
en omgeving en beelden van de vroege industrialisatie.
Johannes Albartus was de enige van de drie zoons, die de schilderhobby van hun vader overnam. Al deed hij dat
pas na de dood van zijn vader. Zijn roepnaam was Jan, maar omdat men bij de expositie in Apeldoorn voor hem
de naam Johannes heeft gebruikt, wordt die naam hier ook aangehouden. We weten immers ook niet, of Gradus
destijds met Gradus werd aangesproken, of dat hij een daarvan afgeleide roepnaam had. Hetzelfde geldt voor de
andere leden van het gezin van Gradus ten Pas.
Johannes schilderde op bijna gelijke wijze als zijn vader en ook veelal dezelfde soort onderwerpen. Maar in
tegenstelling tot Gradus had Johannes weinig belangstelling voor de opkomende industriële bedrijvigheid. Bij
hem zie je geen rokende fabrieksschoorstenen. Hij hield zich liever bezig met het schilderen van het landelijke.
Het Veluwse heidelandschap met haar grazende schaapskudden vinden we op veel van zijn schilderijen terug.
Omdat Johannes pas na 1900, enige jaren na aankomst in Apeldoorn, begon te schilderen, zijn er nauwelijks
schilderijen van hem met een Lochems onderwerp. Tot nu toe zijn slechts twee Lochemse schilderijen van hem
bekend, beide geschilderd in 1936: de Lochemse toren vanaf de Zuiderwal en de tuin bij huize Beukenstein.
Frits Morhée, achterachterkleinzoon van Gradus en achterkleinzoon van Johannes, was de eerste die iets over
Gradus en Johannes heeft gepubliceerd. In 2003 verscheen zijn boek 'Apeldoorn op linnen'. Daarin wordt een
aantal afbeeldingen van de Apeldoornse schilderijen van vader en zoon Ten Pas getoond, met bij elk schilderij
een verhaal.
In de periode eind 2005 en begin 2006 organiseerde het CODA Museum in Apeldoorn, naar aanleiding van
Morhée's boek, een expositie onder de titel 'Schilders van Apeldoorn: Gradus en Johannes ten Pas'.
17
Blekerj Hiestand aan de Noorderbleek, 1894. Achter de lage gebouwen is nog iets te zien van een gashouder. De schoorsteen hoort
bij de fabriek van Naeff. Van dit bedrijf is ook het kleine gebouwtje, dat iets rechts van het midden tussen twee gebouwen van blekerij
Hiestand door te zien is.
Land van Lochem 2010 nr. 3