De zaak Teunis Somer
In het boek Lijfstraffelijke regtspleging in Gelderland, of belangrijke strafzaken van 1811 tot 1859 aldaar
voorgekomen van mr. J. W. Staats Evers wordt ruim aandacht aan de zaak Teunis Somer besteed. Staats
Evers maakte voor zijn boek gebruik van de aantekeningen die zijn vader, mr. W. Staats Evers, procureur
generaal bij het Provinciaal Geregtshof te Arnhem, hem had nagelaten. W. Staats Evers was één der rechters
in het strafproces tegen Teunis en Hendrik Somer.
Dank zij dit boek is er nog zoveel informatie over de zaak Teunis Somer voorhanden. In de boeken van de
Arrondissementsrechtbank van Zutphen, ondergebracht bij het Gelders Archief te Arnhem, is de naam van
Teunis Somer namelijk helemaal niet terug te vinden! Waarschijnlijk zijn de verslagen van de verhoren e.d.
meegegaan naar Arnhem, omdat hij daar in 1839 door het Provinciaal Geregtshof van Gelderland is veroor
deeld. Het gehele archief van het Provinciaal Geregtshof van Gelderland is echter bij de grote brand van 19
september 1944 tijdens de strijd om Arnhem verloren gegaan. Bij de strijd tussen de Duitsers en de Geallieer
den ging in een geweldige vuurzee het Paleis van Justitie samen met de oude en vertrouwde bebouwing rond
de markt in de vlammen ten onder. Daarom zijn er nauwelijks nog officiële bescheiden over de zaak te vinden.
LÏJFSTRAFFELIJKE REGTSPLEGING
Daarnaast besteedde 'meester' H. W. Heuvel in zijn boek Oud-Achterhoeksch Boerenleven een hoofdstuk aan
het gebeurde op de 'Moorddijk'.
Verdere informatie leverde een artikel in de Lochemsche Courant van 27 en 29 april 1938, ontvangen van de
heer S.J. Hijink uit Laren. In dit artikel kwam de heer G. Langeler uit Laren na honderd jaar op de moordzaak
terug. En de Arnhemsche Courant van 3 maart 1840, in te zien bij de Gelderland Bibliotheek in Arnhem, geeft
een interessant commentaar op de openbare voltrekking van het doodvonnis op Teunis Somer.
Deze bibliotheek bezit ook een soort pamflet over het gebeuren rond de terechtstelling van Teunis Somer! Het
is een drukwerkje van acht bladzijden met als titel 'Het zware regt of de justitie uitgevoerd aan den verharden
booswicht Teunis Somer'.
Nader onderzoek maakte duidelijk, dat het hier gaat om een zogenaamd moordlied. Dit was vroeger het
populairste genre onder de markt- of straatliederen. Met deze liederen vermaakten de liedjeszangers tot aan
het begin van de Tweede Wereldoorlog het volk. Tijdens kermissen, bruiloften en markten waren deze zan
gers graag geziene gasten. Zij zongen weliswaar over allerlei onderwerpen, maar zoals al aangegeven, waren
de liedjes met nieuwtjes over recente moorden het populairst.
7
GELDERLAND,
BELANGRIJKE STRAEZAKEN
VAN 1311 TOT 1859 ALDAAR VOORGEKOMEN;
MEDEGEDEELD
MR. J. W. STAATS EVERS,
TE ARNHEM,
BIJ D. A. THIEME.
1S59.
TEUNIS SOMER.
In den namiddag van den 29 April 1838omstreeks half
vier ure, werd door eenige kinderen, die zich op den
weg, welke van Verwolde naar Oolde en van daar
verder naar Deventer looptnabij den zoogenaamden
Konijnenkamp, bevonden aan zekeren, niet verre van die
plaats wandelenden wever Jan Hendrik Donderdman
medegedeelddat in de nabijheid een mensch bebloed
ter aarde lag. Dezehierop daarhenen gesneld zijnde
vond weldra tegen den wal van een der dennensingels
die ter weêrszijden van den weg gelegen wai'en, het
lijk eener hem onbekende vrouw liggen met het aan-
gezigt voorover in het zand en met de regterhand op den
singel, aan den stam van eenen jongen dennenboom vast
geklemd, terwijl van den linkervoet een der klompen,
die deze vrouw had aan gehadaf was en welke onder
de rokken lag. Reeds dadelijk bespeurde Donderdman
aan den nek van dit lijk eene groote snedewaaruit
eene aanzienlijke hoeveelheid bloeds op den grond uit
gestort laghetgeen hem op het vermoeden bragtdat
deze vrouw aldaar, kort te voren, moest vermoord zyn.
Hij werd daarin versterkt daar hij nabij de plaats geen
scherp of snijdend werktuig vond, en nam daarop maat
regelen omdoor een der aanwezige kinderenden Bur
gemeester der gemeente onverwijld van deze ontdek
king te doen kennis dragen. Inmiddels was de voetbo
de Schotman mede op de plaats gekomen en deze her
kende in de verslagene, zekere Gerritje Klein Bekman,
doch mogt het dien getuige evenminna lang zoeken
gelukken, om in de nabijheid eenig snijdend werktuig of
eenige voetstappen te vinden.
AI kort na deze ontdekking werden door het open-
8
Land van Lochem 2010 nr. 2