is daarom ook vrijwel zeker dat ze bij de Muziektent (Rhenen) zijn geweest, waar verzameld werd. Van daar is men zeker te voet afgemarcheerd naar de Grebbeberg. Het verbindingsmateriaal bleef achter in Rhenen, omdat majoor v.d. Ploeg aannam dat men ook in de stoplijn wel over verbindingsmogelijkheden beschikte. Daarom is de Verbindingsafdeling ook als tirailleursectie ingezet. Toen kapitein Franssen later vanuit de stoplijn terug trok met zijn compagnie volgde ook de bij hem inge deelde sectie-zware mitrailleurs ten noorden van de Grebbeweg. Aangezien de verbindingsafdeling daar ook opereerde zal die zonder enige twijfel zich bij deze terugtocht hebben aangesloten. Kapitein Steen bergen meldt in zijn verslag iets over twee militairen van de verbindingsdienst die hij ontmoette. "Even voor 10 uur 's avonds leek na een korte vuurpauze de hel los te breken. Duitse zware en lichte mitrailleurs open den plotseling van alle kanten een geconcentreerd vuur op het stoplijngedeelte bij de straatweg. Onmiddellijk daarna renden gillende en krijsende SS-stoottroepen naar voren, die hevig vurend in één overrompelende stormloop de stelling ter hoogte van de weg door braken. Alles ging zo razend snel dat onze dodelijk vermoeide soldaten nauwelijks in staat waren om weerstand te bieden. Wat nog weg kon van de aan gevallen sectie rende via de loopgraaf naar het noor den. De Duitsers stootten met kracht door en over vielen achter de stoplijn groepen militairen die deel uitmaakten van de eerder opgerukte versterkingen. Het grootste deel van het III-11 RI was op dat mo ment bezig zich op te stellen op de Straatweg ter hoogte van de ingang van Ouwehands Dierenpark. Hier en daar ontstond een handgemeen waarbij aan beide zijden verliezen werden geleden, maar de meeste Nederlanders werden volkomen verrast en zochten een goed heenkomen in het bos. De SS'ers maakten een dertigtal krijgsgevangenen, die ze als dekking voor zich uitdreven in de richting van het spoorwegviaduct bij Rhenen. Daar werden de Duitsers teruggeslagen door het detachement van de kapitein Gelderman. Ondertussen waren enkele officieren er in geslaagd een dreigende paniek de kop in te drukken en de toe stand in de stoplijn te herstellen. Het front werd weer gesloten, waardoor de binnengedrongen vijand van zijn hoofdmacht was afgesneden." De Duitsers wa ren dus voorlopig teruggedreven en lieten zich klem- zetten in de houtzagerij De Stoomhamer. De stoplijn werd hersteld en de strijd ging door. Nieuwenhuis vermist Over het lot van Cornelis Bernardus Johannes Nieuwenhuis verkeerde men aanvankelijk in onze kerheid, zodat een onderzoek naar de vermiste werd ingesteld. Cees' echtgenote, anderhalve maand zwan ger, probeerde direct na de capitulatie van Nederland te achterhalen wat haar man was overkomen. Ze vertrok per fiets vanuit Lochem naar Rhenen en de Grebbeberg, maar trof daar haar Cees niet aan. Ze kreeg geen duidelijkheid over zijn lot. In augustus 1940 werd een op het Infanteriebureau aangegeven ring met inscriptie G.H. 19-6-1939 door Gerritje her kend als zijn eigendom. Ook via Genève werd het onderzoek naar hem voortgezet. Gerritje Nieuwen- huis had namelijk van de heer Thiel-Oevels van de afdeling Helmond van het Rode Kruis het hoopge vende bericht gekregen dat haar man in het buiten land zou vertoeven. Er bleef dus hoop. Toch gesneuveld We weten nu echter, dat het lichaam van Cees al op 18 mei 1940 in een greppel is gevonden, 35 meter ten zuiden van de Straatweg tegenover Ouwehands Dierenpark, en op dezelfde dag begraven op het Mi litair Ereveld Grebbeberg, Rij 5, Graf nr. 20 (Bron: De grafsteen van korporaal Cornelis Nieuwenhuis met daarop een onjuiste sterfdatum. 8 Cees (links) samen met militair Maatman? Cees verbleef tijdens de mobilisatie vanaf oktober 1939 bij het burgergezin Van Straten in Amerongen. Land van Lochem 2010 nr. 1

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2010 | | pagina 8