worden, wie sal niet begrijpen dat het selvs voor den Scheepsbouw belangrijk is, dat het niet alleen in de voormalige Heerlijkheid Borculo, maar ook vooral in 't naburig Minsterland voor hun den Hout langs dit Canaal naar den IJssel en het voorm[alig] Holland kan gebragt worden? Wie voelt niet, hoe belangrijk het voor den Landbouw zij dat lage landerijen be hoorlijk kunnen afwateren? Dat poelen en moerassen in vrugtbaare weidens kunnen herschapen worden, en dit is hier toch het geval omtrent de duisenden morgens beste groen- gronden, waaruit de Geesterense, Gelselaarsche, Markelse, Netelhorsche, Amsen Exel en Verwoold- sche Broeken bestaan. In het vervolg legde hij het accent op de te hanteren maatvoering in de noodzakelijke afweging van de verschillende belangen. Ofwel: 'Het merkelijk en wesentlijk belang van honderden' die jaarlijks 'duisenden guldens' schade leden diende onze natio nale volksvertegenwoordiging af te zetten tegen 'het gewaand Belang van enige[n]'. Lochem Er was trouwens nog een partij die meer op de wip vertoefde: kooplieden en burgers uit Lochem. Van der Borchs bewering in een (concept)rekest aan het Wetgevend Lichaam dat de stad Lochem zich in de rij van de voorstanders bevond, getuigde van een wel erg optimistische voorstelling van zaken. Er is een adres overgeleverd van een aantal Lochemse kooplieden en burgers waarin verdieping en verbre ding van de beek met het oog op het bevaarbaar maken van de beek vierkant werd afgewezen omdat daar mee de Berkelvaart in zijn bestaansrecht werd aan getast. Tegen ruiming hadden de adressanten even wel geen enkel bezwaar, vooral vanwege de jaar lijkse overlast van overstromingen. De correspon dentie met medecommissielid en burgemeester H.J. Thomasson wijst evenzeer een nogal wankelmoedige houding van het stadsbestuur, niet verwonderlijk ge let op het belang van de Lochemse stadsmolen. Van der Borch belangeloos? Dat Van der Borch, zoals zo veel mannetjesputters met geldingsdrang die zich niet graag de weg ver sperd zien, het niet erg nauw met de waarheid nam bij het bereiken van zijn doel komt naar voren in zijn gelobby bij twee vermoedelijk hoge landelijke patriot tische gezagsdragers. Hij liet voorkomen volstrekt neutraal in de kwestie te zijn. Geen enkele weide aan de beek noch enig aandeel in de handel bezat hij, louter het voorkomen van de jaarlijkse grote schade van de vele gedupeerde landlieden had hij op het oog. Zo belangeloos was hij evenwel niet. Als boseigenaar was hij gebaat bij een goedkoop vervoer van hout naar de transitomarkt in Deventer vanwaar het voor een belangrijk deel verder ging naar Holland. Samen met de dichter-landheer A.C.W. Staring van de Wildenborch en A.H. van Markel Bouwer van 't Joppe zal hij in latere jaren een en andermaal het belang van een goede ontsluiting van de Achterhoek over het goedkope water bepleiten. Nog vaker dan de land bouw werd dan de rentabiliteit van de in de ogen van landeigenaren zo belangrijke kernactiviteit bosbouw, vooral ook om de omvangrijke woeste gronden te ontginnen, ten tonele gevoerd. Was het om die reden dat hij voor 'Kooplieden in Timmeren en Brandhout' een rekest schreef voor het bevaarbaar maken van de Bolksbeek? Of is het aangetroffen concept een door Van der Borch eigenhandig gekopieerd exem plaar van een toegezonden origineel? Een kanaal door de Achterhoek Dat hem een brede ontsluiting van de Achterhoek voor ogen stond blijkt ook uit zijn correspondentie met een oude bekende uit het college van 'Gedeputeer den ter Finantie' van het Kwartier van Zutphen, de Winterswijker J.H. Willink, vermoedelijk een grote scholtenboer en lid van de municipaliteit aldaar. Ook bij hem lobbyde hij voor de Bolksbeek. Hij vroeg zijn voormalige collega de bereidheid van andere leden in het gemeentebestuur te polsen om een rekest te on dertekenen voor verbetering van Bolksbeek én Schip beek. Tegelijk daarmee zou een kanaal moeten wor den gegraven vanuit het Winterswijkse naar Eibergen aan de Berkel, om daarmee een betere handel vanuit het gebied met Münsterland te stimuleren. De reactie van Willink, zelf een groot voorstander vooral omdat de transportkosten van hout(producten) zouden dalen, was niet hoopvol. Een aantal leden van de municipaliteit had het plan direct van de hand ge wezen als onhaalbaar. Anderen zagen er duidelijk het nut van in, doch vreesden grote, zo niet onoverko melijke problemen: het in Eibergen beginnende ka naaltje liep over Duits grondgebied bij Zwillbrock; landeigenaren dienden te worden uitgekocht; alleen bij een heel hoge waterstand zou het kanaal effectief zijn; bestaande beken zouden als bedding voor het kanaal moeten worden uitgegraven met onder meer als gevolg dat watermolens in hun belang worden getroffen. Hij had nog weten te bewerkstelligen dat hij de mening zou vragen van een onafhankelijke des kundige [lees Van der Borch] over de oplossing van deze problemen. Geen draagvlak Hoewel Van der Borchs antwoord niet bekend is, ont brak acht maanden later in Winterswijk elk draagvlak voor het plan, zelfs bij Willink. De laatste deelde toen mee dat het vervoer uit Winterswijk naar Münster uit kostenoverwegingen en ter voorkoming van bescha digingen grotendeels per wagen ging, het kanaal kwam er toch nooit en bij een betere bereikbaarheid over water zouden ze alleen maar het Paard van Troje, in de persoon van de Deventer koopman als concur rent, binnenhalen. Kennelijk naar aanleiding van een per ommegaande verzonden nijdige reactie kwam hij een week later op zijn schreden terug. Zelf was hij geheel overtuigd van het nut en belang, maar de vrij wel onmogelijk te slechten barrière bij de bewoners van zijn streek hadden hem het tot schrijven van zijn 13 Land van Lochem 2009 nr. 3

Periodiekenviewer van Erfgoedcentrum Zutphen

Land van Lochem | 2009 | | pagina 13