Bolksbeekse besognes
Strijd om verbetering van de infrastructuur in de Achterhoek
Bert Scova Righini
A.P.R.C. van der Borch van Verwolde (1766-1836) was in de eerste decennia van de negen
tiende eeuw zonder meer de machtigste man in de Achterhoek, een van de bekendste Neder
landse bosbouwdeskundigen van zijn tijd, de eerste moderne bestuurder van de streek ook.
Als hij niet zo gehecht was geweest aan de 'campagne' en 'zijn' Verwolde, zou hij ongetwijfeld
op nationaal niveau een prominente figuur zijn geworden. In zijnjongejaren was hij dat trou
wens al een beetje. Een van de talrijke dingen waarmee hij zich heeft bezig gehouden, al was
het maar tamelijk kort, was het lastpakje de Bolksbeek. Zijn bemoeienis wordt beschreven in
een hieronder volgend (concept)hoofdstuk van de over ongeveer twee jaar te verschijnen
biografie van deze bijzondere figuur.
Inleiding
Veel Lochemers zullen er hun wenkbrauwen
bij fronsen, maar in vroeger dagen was de
Achterhoek een natte zandbak. Niet zelden
stond van de late herfst tot de late lente veertig pro
cent van het gebied onder water; vooral de broek
landen langs rivieren en beken, maar ook de grote
oppervlakten bestrijkende drassige venen en heide
gebieden.
Nog meer dan de Berkel, zo krijgt men de indruk,
was een noordelijke aftakking van de Berkel de
Bolksbeek, die overging in de grotendeels op Over
ijssels grondgebied stromende en bij Deventer in de
IJssel uitmondende Schipbeek, een belangrijke boos
doener in het veroorzaken van wateroverlast in de
noordwestelijke hoek van de Graafschap. Toen in de
loop van de negentiende eeuw steeds meer woeste
gronden door ontwatering omgezet werden in
cultuurgrond, kwam een groot deel van het tussen
Zutphen en Deventer gelegen gebied van de IJssel
tot de lijn Markelo-Stokkum-Gelselaar-Geesteren re
gelmatig blank te staan. Hoewel de overstromingen
in Van der Borchs tijd minder omvangrijk en ingrij
pend waren dan later, was het riviertje toch een aan
zienlijke last- en schadepost voor de bewoners in de
streek.
De Bolksbeek zag er rond 1200 volstrekt anders uit
dan in Van der Borchs tijd. Om de wateroverlast van
de zuidoost naar noordwest lopende riviertjes en be
ken in de Achterhoek zoveel mogelijk te verminderen
was er door mensen voortdurend geknutseld aan de
waterafvoer door het verleggen van bestaande en
graven van nieuwe watergangen. Nadat rond 1250
door het verlengen van een langs Eibergen stromend
riviertje naar Borculo de huidige Berkel was ontstaan,
werd omstreeks 1650 tussen deze plaatsen een van
zuidoost naar noordwestelijke aftakking van de Berkel
naar de Schipbeek gegraven, waar zich de stroom
pjes verenigden bij Bloemendaal. Anno 2009 is de
situatie weer gewijzigd. Met de voltooiing van het
Twentekanaal in 1936, waarmee de waterafvoer
capaciteit van de Achterhoek enorm toenam, werd
de Bolksbeek doormidden gesneden en leidt het noor
delijk deel een marginaal bestaan.
De Avinksluis rond 1920-1930 (Collectie Archief Water
schap Rijn en IJsssel)
10 Land van Lochem 2009 nr. 3