wij de groote wagen met een witte huif
bedekt gereed zagen staan en door
het geheele huisgezin beklommen werd:
mijne goede, reeds hoogbejaarde groot
moeder, mijn vader, moeder, wij vijf
kinderen, de meiden en eenig huisraad.'
Het werd een af-en-aan-gerij met rij
tuigen, koetsjes en berries op de oude
weg Vorden-Lochem, afslag de
Wildenborch. Hoe vaak zullen de in het
voorjaar met mesten, eggen en ploe
gen druk doende boeren achterop- of
tegemoetkomend verkeer van de hoge
heren en dames niet verfoeid hebben;
zij hadden er immers maar voor te zor
gen aan de kant te gaan op de met diepe
sporen doortrokken zandweggetjes en
bij het passeren de pet af te nemen.
De Staringen legden visites af bij fami
lie en bekenden op in de buurt gelegen
huizen als de Velhorst, de Cloese, het Ross, huis Dorth, de Wiersse, Ampsen, en vice versa. Niet alleen voor
een gezellig praatje, maar ook voor diners en uitgebreide partijen, inclusief de opvoering van een 'comedie'
zoals op het Joppe nog wel eens het geval was. Een treffend, overigens niet representatief staaltje van het
bezoek- en ontvangstritme van de Staringen in de bloei van hun leven, met zeven opgroeiende kinderen, gaf
Charlotte [Starings vrouw] in een verslag aan haar zuster:
Gisteren hebben wij een prettig dagje, bij onze lieve buren op het Zelle doorgebragt
Zaterdag op het huis [Wildenborch] met de Bouwers en de Velhorst
en nog een stuk of drie heeren van Zutphen gegeten. De vorige Maandag hadden
wij ook menschen, morgen gaan wij op het Joppe eten, en de vorige week,
deden wij ook nog een avond visite op de Clouse, een week vroeger
zijn wij op de Wiersse geweest.
Het patroon in de bezoeken was wel aan verandering onderhevig. Toen bijvoorbeeld het generaalsgezin Voet
van de Cloese vertrok, behoorden de bezoeken aan dit buiten tijdelijk tot het verleden. Maar bij wederom een
nieuwe eigenaar werden ze hervat.
Persoonlijke affiniteit speelde natuurlijk ook toen een rol in de privé-contacten. De begintwintiger Dientje
[Starings jongste dochter], die over een vlottere pen beschikte dan haar broers en altijd vrouwelijk lichtvoe
tige briefjes schreef, bracht dat in een brief aan Willem [Starings jongste zoon] tot uitdrukking: 'Van de
Wiersse gesproken, daar zijn wij tegenwoordig drukker mede dan weleer. Vooreerst harmoniëren wij goed
met Noortje Opdennoord [echtgenote geworden van een zoon van de famile Van Heeckeren tot de Wiersse],
dan is Mevrouw altijd zulk een lieve achtenswaardige vrouw dat wij om haar alleen gaarne zoude komen.'
Wellicht speelde ook maatschappelijke status een rol, want in het rijtje havezaten en buitenplaatsen die voort
durend voorbijkwam, werd Van der Borch slechts sporadisch genoemd. De baron met wie hij het in de
zakelijk sfeer zo goed kon vinden, dikwijls naar Arnhem reisde en ten tijde van zijn lidmaatschap van het
provinciaal bestuur een kamer deelde, werd zelden bezocht op zijn kasteel. Er was wellicht nog een derde
reden dat Staring en Van der Borch elkaar niet zo vaak vriendschappelijk troffen. Door zijn maatschappelijke
positie en bestuurlijke functies had de laatste een enorme hoeveelheid contacten. Binnen dat netwerk was
Staring er een van de velen. Van een van de weinige vermelde informele ontmoetingen gaf Dientje een aardige
sfeerimpressie.
Gisteren zijn wij op het Ross letterlijk uit eten geweest want wij kwamen met de famille van Velhorst
en Verwolde om twee uur bij elkander en scheiden om zes uur, waar genot des levens.
Gezellige eenvoudige landbijeenkomsten hebben er in deze tijd niet meer plaats, het is maer,
wie het beste opdischt, het aangename discours wordt dus niet meer in aanmerking genomen
maar van de maag wordt een afgod gemaakt.
Het waren contacten waarin de familiaire omgang en losse toon heerste, die van de meest recente nieuwtjes,
de ditjes-en-datjes en natuurlijk roddels. Alle leden van de landheerlijke elite en de patricische stedelijke top
kenden elkaar wel. Iedereen had een sociale cirkel met de hem of haar meest nabij staande bekenden en
familieleden, maar die kruiste altijd wel een andere bij een feestelijke of minder aangename gebeurtenis.
6
Land van Lochem 2009 nr. 2