Hartelijke groeten uit Lochem (13)
Parkeren bij de kerk
CeesJan Frank
In de jaren na de Tweede We
reldoorlog werd de auto hét
symbool van mobiliteit en
bewegingsvrijheid, een luxegoed
dat uiteindelijk binnen vrijwel ie
ders handbereik kwam. "In deze
jaren verovert de auto niet alleen
de harten van de consument, maar
ook het stads- en straatbeeld", zo
kunnen we lezen in het boekje
Lochem 1945-1970, Beelden van
een kleine landstad in de nieuwe
tijd. "De Lochemse marktpleinen
veranderen van idyllische verstilde
stadsruimten in zakelijke parkeer
terreinen". Kenmerkend voor de
tijd van de wederopbouw is het
positivisme waarmee de vooruit
gang werd benaderd. Al het "blik"
op straat was een teken van wel-
vaart, van bedrijvigheid en gren
zenloze mogelijkheden.
Geen wonder dat drukke verkeers
knooppunten, busstations en met
geparkeerde auto's bezaaide plei
nen zonder schroom ook op an
sichtkaarten zijn afgebeeld. Op de
hierbij afgebeelde ansichten van de
'Kleine Markt" in Lochem strijden
de oude gevels aan het plein met
de moderne automobielen om aan
dacht. Beide kaarten zijn rond
1950-1955 uitgegeven door Hotel
't Zwijnshoofd, dat hiermee waar
schijnlijk gelijk wilde aantonen, dat
het naast een prominente plek in
het stadscentrum ook over een
ruime parkeergelegenheid be
schikte.
Inmiddels is het stadsbeeld be
hoorlijk veranderd: de panden van
de Rotterdamsche Bank en Hotel
't Zwijnshoofd zijn door nieuw
bouw vervangen en het pleintje is
teruggegeven aan de voetgangers
en terrasbezoekers.
Bronnen:
C.J. Frank, Lochem 1945-1970.
Beelden van een kleine landstad
in de nieuwe tijd, Zaltbommel
2007
ö5ö
4
Het plein ten zuiden van de Grote Kerk maakt formeel gezien deel uit van de
Bierstraat en wordt in de volksmond ook wel "Kleine Markt" genoemd. Vanaf de
jaren dertig werd er op het pleintje druk geparkeerd. Beide ansichtkaarten tonen
het plein in oosteljke richting (ansichtkaarten collectie C. Frank).
HOTEL 'tZWIJNSHOOFD
Loonei
Land van Lochem 2009 nr. 2